Direct naar artikelinhoud

Antwerps fotomuseum is vijftig jaar jong

Het FotoMuseum Antwerpen (FoMu) bestaat een halve eeuw, en dat wordt vanaf morgen gevierd met een hele reeks evenementen. Het instituut vervult een belangrijke rol, klinkt het in de sector. 'Zo'n museum is meer dan nodig.'

Hoewel het jubilerende FoMu provinciaal wordt ondersteund, vervult het een taak voor de hele gemeenschap. Het slaagt erin fotografie bij een breed publiek onder de aandacht te brengen, en dat is nodig.

"Het belang van fotografie mag niet worden onderschat", meent cultuurwetenschapper Jan Baetens (KU Leuven). "Binnen het niet-bewegende beeld heeft fotografie de rol van schilderkunst honderdvijftig jaar geleden overgenomen. Vandaag is schilderkunst eerder niche. Ofwel te zien in kleine galerijen, of meteen in grote tentoonstellingen. Ertussen bestaat er niet veel, terwijl fotografie wel verschillende aspecten dekt. Daarom is zo'n museum meer dan nodig."

Toch wordt die rol pas voluit ingevuld sinds de verbouwing van het FoMu elf jaar geleden. Daarvoor lag het accent vooral op de toestellencollectie en de geschiedenis van de fotografie. "Sindsdien ligt de focus op hedendaagse fotografie", zegt Baetens. "Zowel high art als de brede publieksfotografie. Daarnaast geven ze veel kansen aan beginnende fotografen en zijn er veel samenwerkingen met fotoscholen."

"Het FoMu investeert in jonge talent", zegt ook fotograaf Stephan Vanfleteren, die zelf zijn eerste grote expo Belgicum in het FoMu mocht houden. "De tentoonstelling van Jan Rosseel die momenteel loopt, bewijst dat. Het is werk van een fotograaf die nog niet zo lang is afgestudeerd. Dat combineert het FoMu met gevestigde waarden."

Vanfleteren wijst ook op de grote collectie van het museum. "Daarmee mag nog meer worden gewerkt", vindt hij. "De foto's worden er goed bewaard, daarmee mogen ze vaker naar buiten komen. Al ben ik erg hoopvol."

Tussen twee stoelen

In zijn aanpak probeert het FoMu niet alleen voor kwaliteit, maar ook voor kwantiteit te kiezen. Baetens: "Ze hanteren een heel strak expositieritme, en dat werkt. Elk jaar vinden zo'n 55.000 mensen hun weg naar het museum. Met grote publiekstrekkers lokken ze ook bezoekers naar de kleinere expo's." Daarmee onderscheidt het museum zich van de twee andere fotomusea in ons land. In Brussel is er Contretype, dat zich eerder gedraagt als een galerij met amper een eigen archief. Over de taalgrens is er het Fotografiemuseum van Charleroi, dat vooral een evenwicht probeert te vinden tussen geschiedenis en actualiteit.

Baetens: "In Charleroi wordt veel expositieruimte besteed aan een overzicht van de fotografie in België sinds 1839. Die wordt aangevuld met kleinere, hedendaagse expo's. Maar eigenlijk is het profiel van Antwerpen nog het best te vergelijken met het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam. Wat het FoMu doet, is minstens even interessant."

"Met Charleroi en Antwerpen hebben Vlaanderen en Wallonië een waardevol fotomuseum", vindt Vanfleteren. "Alleen jammer dat er geen equivalent in Brussel is. Vaak zit fotografie te veel tussen twee stoelen. Tussen 'kunst' - wat het volgens sommigen niet is - en een toegepast vak. Misschien kan men in de Citroën-garage voluit de kaart van de fotografie trekken?"

Vanaf morgen 1 juli reist fotocabine FOMUmaton door Antwerpen. Locaties en activiteiten op fotomuseum.be