Direct naar artikelinhoud

De doden staan op

Over Day of the Dead niets dan goeds? Wél als je een oortje dichtknijpt. Deze driedubbele tributeplaat aan The Grateful Dead overtuigt misschien niet in zijn geheel, maar er valt anderhalve superieure coverplaat uit te puren. En hoe vaak krijg je zo veel goed volk samen?

Met dat volk bedoelen we dan: The War on Drugs, The National, Bonnie 'Prince' Billy, Perfume Genius, Wilco en Charles Bradley. Om nog te zwijgen over ANOHNI van Antony and the Johnsons, Lee Ranaldo van Sonic Youth of J Mascis van Dinosaur Jr. En dat is nog maar na een willekeurige blik op de imposante gastenlijst. Deze plaat biedt net zo goed onderdak aan Flaming Lips, Lucinda Williams, Kurt Vile, Tallest Man on Earth... En zo kunnen we nog even doorgaan.

De broers Aaron en Bryce Dessner van The National ronselden een trossel bevriende artiesten voor deze ereboog aan The Grateful Dead. Daarmee dient deze epische compilatie zowel als een bloemlezing als een oplijsting van de belangrijkste indie-artiesten van vandaag.

Spannender dan het origineel

Maar het geinigste aan deze driedubbelaar? Aangezien niet zo knap veel songs van The Grateful Dead tot het collectieve geheugen behoren - of toch niet tot het onze - heeft deze tributeplaat een tweeledig voordeel: via de interpretaties ben je sneller geneigd om te gaan grasduinen in het oeuvre van Jerry Garcia, maar ook zonder enig benul van The Dead graaf je jezelf graag onder in zijn muziek. Zo klinkt de ouverture 'Touch of Grey' eerder als een de grens over gesmokkeld pakketje van The War on Drugs dan als de eighties-hit van The Grateful Dead: als vanouds lijkt het dat de band van Adam Granduciel over een smokkelpaadje tuft met muzikale dealers als Bruce Springsteen, Bob Dylan, Tom Petty en Dire Straits.

Phosphorescent buigt zich vervolgens over een in melancholie ontstoken boogie, met de warmbloedige Jenny Lewis in zijn zog. Een tiental songs later komt hij terug voor de encore 'Standing on the Moon'. Ontroerend, maar lang niet zo'n prachtige tranentrekker als 'To Lay Me Down', waarin Perfume Genius en Sharon Van Etten je hart afpellen als een sjalotje.

Wat deze huldeblijk zo uniek maakt, is dat de artiesten zich nauwelijks bezondigen aan een overschot respect. Ieder vogeltje zingt als het gebekt is, wat heel wat originele interpretaties oplevert. Goed, zowel Wilco als The National dienden een recente live-performance in met Dead-zanger Bob Weir. Maar verder werkt Charles Bradley zich huilend en klauwend een weg doorheen 'Cumberland Blues', terwijl Mumford and Sons de ziel van de Ierse aardappelboer droogleggen in 'Friend of the Devil'.

De countrysnik en slacker chic van Courtney Barnett houdt zich dan weer sterk in 'New Speedway Boogie', terwijl Angel Olson haar voordeel doet met een zinnelijk koortje in 'Attics of My Life'.

Sommige versies klinken daarmee - durven we? - zelfs spannender dan het origineel. Unknown Mortal Orchestra legt het bijvoorbeeld trefzeker aan met een funky Prince en George Clinton in 'Shakedown Street', terwijl Jim James van My Morning Jacket een heerlijk klaaglijke Bob Dylan neerzet in 'Candyman' en Bill Callahan op meesterlijke wijze country, dub en blues doorheen 'Easy Wind' laat waaien. Nog fraaier is de fingerpicking van The National in 'Peggy-O'.

De Dessners treden al eens aan als huisorkest, maar eigenlijk staan heel wat groepen perfect op zichzelf. Zo probeert Fucked Up met wisselend succes rust uit te stralen, maar wint de woede van hun eighties-hardcore het pleit.

Beter in de hel gebleven

Goed: het is niet al goud wat blinkt. Zo was de elektronische geluidsarchitect Tim Hecker beter in het hem bekende voorportaal van de hel gebleven, dan zich in de rokersruimte van Garcia te begeven. En elke song op deze plaat die boven de tienminutengrens gaat, zou een twijg- en snoeischaar wel welkom zijn geweest.

Geen idee trouwens of Deadheads veel zullen hebben aan deze huldeblijk. Daarvoor ligt de nadruk al te weinig op gillende, in psychedelica gemarineerde gitaren. Maar om een jongere generatie dichter bij Garcia en co. te brengen, is deze driedubbelaar de perfecte springplank. Jump on, turn on, tune in, drop out. (Red Hot / 4AD)