Direct naar artikelinhoud

'Raf Simons? Ken ik niet'

Fashionista's en ontwerpers in spe verzamelden zich deze week in Gent en Antwerpen voor de toelatingsproeven van de modeafdeling. De sfeer is in Gent gemoedelijk, in Antwerpen eerder genadeloos. Toch was de uitkomst dit jaar hetzelfde: minder dan de helft van de studenten kreeg groen licht.

De hele nacht heb ik aan dit vestje gewerkt, zodat ik het kan aandoen op het toelatingsexamen. Maar de jury heeft er niets over gezegd." De 23-jarige Carlo D'Alessandro kijkt beteuterd naar zijn roze-witte jasje. "Ik had misschien beter mijn andere creatie aangetrokken, deze is gemaakt van gordijnen."

Hij fronst zijn donkere wenkbrauwen. We staan buiten aan de campus van de modeafdeling van de School of Arts in Gent. Het afgelopen jaar volgde Carlo een deeltijdse modeopleiding in Kortrijk. Tussendoor werkte hij bij McDonald's om alles te betalen. Carlo doet al voor de tweede keer mee aan de toelatingsproef. Vorige keer was hij geslaagd. Toch is hij er toen niet aan begonnen. Hij maakte zijn opleiding haartooi aan de middelbare school nooit af en mocht dus niet verder studeren. Nu probeert hij het opnieuw.

Hij heeft een stevig dossier ingediend bij de hogeschool en daarmee zou het moeten lukken. De twintiger volgde dit jaar ook een cursus bedrijfsbeheer. Zo bereidt hij zich voor op de zakelijke kant van de modewereld. "Ik heb mijn fouten ondertussen wel gemaakt", zegt hij. En ervan geleerd. Voor de kandidaten van het toelatingsexamen is mode een doodernstige zaak. Ze zouden bij wijze van spreken hun eigen moeder villen om een perfecte jas te maken. Het afgelopen jaar namen ze dan ook extra lessen om hun teken- en naaikunsten te verbeteren.

Bestudeerd nonchalant

De 20-jarige Eline De Letter nam zelfs een sabbatjaar om zich voor te bereiden. Het meisje, met een roodharig seventieskapsel, leerde zichzelf naaien. Tussendoor werkte ze bij een slager. "Ik woon nog bij mijn ouders, maar een jaar tekenen en naaien zonder werken of studeren kan natuurlijk niet, vandaar."

Jana Van Melkebeke en Bart Hoste kregen bij hun toelatingsproef van vorig jaar het advies een voorbereidend jaar kunsthumaniora te volgen. Jana is negentien, ze heeft haar haren in een hoge knot gebonden en speelt nerveus met haar gebreide gilet. De 20-jarige Bart draagt een T-shirt met een walvisprint. Het duo volgde een zevende jaar om hun kunsthistorische kennis en tekentalenten bij te schaven. Dat zijn vereisten om binnen te geraken bij de proef.

De spanning stijgt wanneer ze samen met de andere kandidaten naar binnen stromen. De aspirant-ontwerpers nemen plaats achter lange tafels in een grote, witte ruimte met glazen dak. De komende drie dagen moeten ze hier bewijzen wat ze waard zijn. Hun eerste test is een schriftelijk examen over kunst en mode. De spanning is haast voelbaar, pennen vliegen over het papier. Sommigen kijken stiekem naar hun buur, die druk aan het noteren is. Anderen staren na een paar zinnen hulpeloos in het rond.

De meeste deelnemers zijn meisjes gehuld in bestudeerd nonchalante outfits. Van gestreepte sokken die uit de pijpen van een hoge-taillebroek komen piepen tot een subtiele broche, over alles is nagedacht. Bart en Carlo vallen op, want ze zijn veruit de enige jongens. Vorig jaar zaten er 54 studenten in de Gentse modeafdeling, onder wie slechts negen jongens. De kandidaten zijn opvallend jong, de meesten komen nog maar net van middelbare school.

Na het schriftelijk examen komen de bruinharige Rani Pandelaere en de blonde Femke Delbeke, beiden achttien, naar buiten. De meisjes studeerden dit jaar samen af in de technische richting mode en creatie. De twee vonden de theoretische vragen best moeilijk. "We kregen een woordenlijst met termen als patina (ouderdomslaagje op metaal, hout of glas) en Entartete Kunst (term die Hitler gebruikte toen hij avant-gardekunst verbood), die zeggen me wel vaag iets, maar ik kan het niet uitleggen."

De pauze is alweer voorbij en de studenten gaan weer naar binnen.

'Antwerpse Zes? Al van gehoord, ja'

Na de schriftelijke proef moeten de kandidaten een stilleven natekenen. Een voor een worden de schetsende sollicitanten naar de jurytafel geroepen. De gesprekken leveren soms pijnlijke momenten op. De docenten kijken ongelovig wanneer studenten "al eens van gehoord" antwoorden op de vraag of ze de Antwerpse Zes kennen. Sommige jongeren kunnen geen favoriete kunstenaar noemen en zijn het afgelopen jaar nauwelijks naar musea geweest. Ze krijgen het advies om "hun kennis grondig bij te schaven".

Ondertussen zitten de andere deelnemers ijverig te tekenen. Hun ogen glijden over een stilleven van paspoppen, engelenvleugels, planten en lappen stof die in de ruimte staan. Inkt en krijt worden ingezet. Poppen gehuld in creaties van hun voorgangers staan kriskras in de ruimte. Het zijn voorbeelden van het niveau dat ze straks moeten halen, best intimiderend.

Carlo D'Alessandro wordt door de jury naar de tafel geroepen. Een docente herkent zijn naam en ziet dat hij al een keer geslaagd is voor het examen. Carlo's test verloopt goed, maar wanneer hij niet kan zeggen wie Raf Simons is (Belgische ontwerper die nu voor Dior werkt), gaan vier paar wenkbrauwen de hoogte in. "Dat is toch basiskennis?", zegt docente Liesbeth Louwyck achteraf. "Mijn moeder weet dat zelfs."

Gelukkig maken Carlo's creaties wel indruk. Bovendien zijn er wel meer kandidaten die het modenieuws maar met een half oog volgen. De onheilsberichten over designers die hun boeken moeten sluiten lijken hen niet bezig te houden. Hun ouders zijn wel bezorgd. "Ze vragen of het wel een slimme keuze is", zegt de 20-jarige Bart. "Maar ik studeer pas over vier jaar af, tegen die tijd liggen de kaarten weer anders."

Ook de ouders van zijn vriendin Jana hebben al gevraagd hoe ze haar toekomst ziet. "Mode is een passie en het zou stom zijn om me door de faillissementen die in het nieuws komen te laten afschrikken", vindt ze. De twee zijn wel bezig met de hoge kostprijs van de richting. Stoffen zijn niet goedkoop en de richting mode hoort door de materiaalkosten bij de duurste studies. "Ik heb mijn ouders gewaarschuwd dat mijn eindwerk veel zal kosten", zegt Jana. "Ik zet nu al geld opzij dat ik met mijn studentenjob verdien, want ik zou me schuldig voelen als zij alles zouden betalen."

De jurygesprekken gaan verder en Femke is aan de beurt. Ze heeft een hele trolley vol zelfgemaakte kledingstukken, schetsboeken en foto's bij zich. De docenten kijken aandachtig naar haar perfect afgewerkte ontwerpen. "Bij de proef morgen moet je je vooral niet inhouden", zegt Hugo De Block. "Laat je maar goed gaan, want dat mis ik nu een beetje. Het is allemaal vrij braaf."

Bij de test die morgen volgt, moeten de toekomstige ontwerpers zich bewijzen met wit katoen en hemden. Ze zullen draperen, scheuren en naaien in de hoop iets te maken wat de docenten overtuigt. Van de kandidaten, die gemiddeld met een tachtigtal zijn, worden er doorgaans zo'n dertig toegelaten.

Hard in Antwerpen

De modeafdeling van de Koninklijke Academie van Antwerpen is strenger. Aan het toelatingsexamen namen enkele dagen eerder 138 jongeren deel. Het docententeam liet slechts veertig kandidaten toe. Rani en Femke, de twee meisjes die mode en creatie studeerden, namen begin deze week deel aan het examen van Antwerpen. Ze waren niet geslaagd en proberen het ook in Gent. De twee merken een duidelijk verschil tussen de twee scholen. "De inhoud van het examen komt overeen, maar de aanpak is anders. Hier in Gent stellen ze je echt gerust. De sfeer is vriendelijker dan in Antwerpen."

De meisjes voelden zich buitenstaanders in de Koninklijke Academie. "In Antwerpen vielen we op, want het merendeel van de sollicitanten komt uit het buitenland en is ouder."

De studenten die een dag eerder in de Nationalestraat op hun resultaten stonden te wachten, waren gemiddeld een stuk ouder dan de Gentse deelnemers. Antwerpen weert vaak jonge kandidaten. De deelnemers komen er uit alle windstreken. Sommigen zijn zelfs dagen onderweg om in Antwerpen te geraken. Ze verblijven met familie in hotels of reizen alleen. Wanneer die modejongens en -meisjes toegelaten worden, moeten ze eerst door een administratieve papierberg heen. Studenten moeten immers een geldige verblijfsvergunning hebben.

Een van die kandidaten is Jungsu Cho. De 25-jarige Koreaan reisde acht dagen voor het examen. Zijn collega's komen veelal zuchtend en nukkig naar buiten, maar Cho loopt er ontspannen bij. In Korea studeerde hij al mode en volgde acteerlessen. Daarna liep hij een verplichte militaire dienst van twee jaar. Een deel van de cursussen aan de Antwerpse academie wordt in het Nederlands gegeven, dus Cho oefent alvast met cd's. "Maar verder dan 'hallo' kom ik nog niet hoor", lacht hij. De Koreaan wil niet aan proeven van andere modescholen deelnemen. "Ik wil enkel in Antwerpen studeren. Als ik hier niet binnen geraak, ga ik trekken in Europa."

Cho's collega's denken er hetzelfde over. Velen zijn zo gebrand op een plaatsje op de Antwerpse academie dat ze zweren volgend jaar terug te komen als ze niet geslaagd zijn. Anderen zijn al toegelaten op scholen in hun eigen land, en wegen hun kansen af.

Antwerpens uitstekende reputatie reikt tot ver over de grenzen. De term legendarisch valt meermaals bij de kandidaten die tussen de tests door even pauze hebben. De Antwerpse Zes worden aangehaald en bewierookt. De ontwerpers in spe appreciëren de aanpak van de school. "Mode wordt er beschouwd als kunst, op andere scholen is de visie vaak commercieel", zegt Anna Lauvinger. De Oostenrijkse met donkere kleding en dito wallen onder haar ogen, staat gulzig aan haar sigaret te trekken.

Nog redelijk betaalbaar

Antwerpen heeft overigens nog een andere troef die in tijden van crisis niet te onderschatten is: het inschrijvingsgeld van de school is vele malen goedkoper dan dat in andere landen. Studenten die in hun thuisland ook met het bachelor-mastersysteem werken, betalen amper 600 euro. Dat helpt, voor afstuderende modeontwerpers die een hele collectie moeten bekostigen. Voor aspirant-ontwerpers uit landen waar met een ander onderwijssysteem wordt gewerkt, loopt het bedrag wel op tot 6.500 euro.

Gianluca uit Turijn geeft toe dat hij naar Antwerpen komt omdat andere topscholen simpelweg te duur zijn. Voor de Italiaan met grote Ray Ban-bril is de crisis geen ver-van-mijn-bedshow. De twintiger staat buiten te bekomen van zijn jury. Hij vertelt dat hij veel vrienden heeft die naar het buitenland trekken omdat er geen werk is in zijn land.

De student verontschuldigt zich voor zijn haperende Engels. "Normaal gezien spreek ik de taal vloeiend, maar ik ben enorm nerveus." Voor hij weer naar binnen gaat voegt hij er nog aan toe dat hij niet echt een back-up plan heeft. "Als ik geen job vind in de mode, zal ik gewoon in een kledingzaak moeten gaan werken. Dat is dan maar zo."

Gianluca is een alleenstaand geval. De meeste studenten halen hun schouders op bij vragen over de crisis. Ze dromen haast allemaal van een eigen label. Dat het groepje studenten elk jaar slinkt en er slechts een handvol overblijven in het masterjaar, deert hen niet.

In Gent zal de helft van die studenten zonder tweede zit hun eerste jaar bachelor halen. Bij de Antwerpse academie ligt dat cijfer een stuk lager. Het merendeel van de studenten heeft daar wel een of ander herexamen. De praktijkvakken zijn zo intensief dat er weinig tijd overblijft voor studeren. Bovendien zijn de theorievakken een struikelblok voor buitenlandse studenten die de taal niet goed beheersen. Die onzekere toekomst zal de toekomstige designers worst wezen. "We blijven proberen", zegt de Oostenrijkse Anna in Antwerpen. "We kunnen nu eenmaal niets anders. Het is mode of niets."

Naschrift: de Koreaan Jungsu Cho was niet geslaagd in Antwerpen. Gianluca werd wel toegelaten. In Gent slaagden elf kandidaten voor de test. Bart, Jana, Eline, Femke en Rani waren daar niet bij. Ook Carlo kreeg geen groen licht. De kennisronde deed hem de das om. Hij gaat zich de komende maanden voorbereiden op de tweede ronde van de toelatingsproef in Antwerpen.