Direct naar artikelinhoud

Inside jokes in film: niet nodig, wel leuk

Voetbaluitslagen waarbij Royal Antwerp Football Club steevast wint. De foto van je eigen schoonmoeder bij een urne plaatsen. Inside jokes in speelfilms zijn nergens voor nodig, maar wel leuk voor wie het opmerkt.

Als je het niet weet, valt het niet op. En zelfs als je oplet, is het zo weer weg. De letter- en cijfercombinatie 'A113' in zowat alle films van de beroemde animatiestudio Pixar bijvoorbeeld. Als nummerplaat in Cars, als code op de camera van een duiker in Finding Nemo, als kamernummer in The Incredibles en zelfs in Romeinse tekens in Brave. Een inside joke die slechts mits enige voorkennis gesmaakt kan worden. Of zoals de Amerikaanse regisseur John Badham het ooit kort en duidelijk samenvatte: "It's fun for the people who know." A113 was het nummer van een klaslokaal in het California Institute of Arts, waarvan een pak studenten inmiddels als animatoren bij Pixar en Disney aan de slag zijn.

Psychotische crew

Stoppen Vlaamse regisseurs soms ook dergelijke grapjes in hun films? Reken maar! Jan Verheyen moet maar heel even nadenken en dan is er geen houden aan. "In Het vonnis wordt er op een bepaald moment gebladerd in een map met foto's van allerlei criminelen. Daar zitten verschillende foto's tussen van crewleden. Van zodra ze er een beetje onguur uitzagen, kwamen ze in aanmerking. In Alias staan er in het kantoor van Hilde Van Mieghem enkele monitors, waarmee ze de cellen van haar psychotische patiënten in het oog kan houden. Dat zijn ook mensen van de crew."

Inside jokes zijn alleen bestemd voor zéér aandachtige kijkers, weet Verheyen. Maar soms kan zoiets ook onderschat worden. In Zot van A gaat het personage van Michel van Dousselaere naar het kerkhof waar de urne van zijn moeder staat. Daar hoorde een foto bij. En daarvoor gebruikte Verheyen een foto van zijn eigen schoonmoeder. "Ik had het natuurlijk wel keurig gevraagd. Maar op de première waren er ook heel wat familieleden aanwezig, zodat een deel van de zaal op dat moment in lachen is uitgebarsten. En eigenlijk moest dat toch zo'n beetje een ontroerende scène zijn."

Cameo's zijn ook een bekende vorm van inside jokes. In Boys brengt Verheyen zichzelf in beeld als regisseur van een reclamespotje. "Ik moest alleen opspringen en 'Cut! Cut!' roepen. Maar ik deed dat heel erg slecht. Ik heb nog van alles geprobeerd om het in de montage weg te knippen, maar ik had dat shot nodig. Zoiets doe ik nooit meer."

Antwerp-zelfmoord

"Ik zal zelf nooit door het beeld lopen", bezweert Erik Van Looy. "De enige inside jokes die ik mezelf toesta, hebben te maken met voetbalclub Antwerp, waarvan ik, zoals algemeen geweten, een grote supporter ben. In Loft probeert iemand zelfmoord te plegen met pillen. Die zijn rood-wit, de kleuren van Antwerp. Tja, als supporter van die club heb je nu eenmaal soms zin om zelfmoord te plegen. (lacht)"

Ook Robbe De Hert is een grote fan van privégrapjes. In De Witte van Sichem kreeg het café in Diest, waar de Witte en zijn broer na hun bedevaart terecht komen, de naam In de Duifkes, naar een Antwerps etablissement waar de regisseur zelf graag vertoefde. In Trouble in Paradise wist De Hert zowel Adriaan van Dis als Sonja Barend voor een cameo te strikken en kreeg een gangster de naam Van Dessel. Dat was niet toevallig ook de naam van de man die lange tijd aan het hoofd stond van de dienst drama van de openbare omroep, met wie De Hert nogal vaak in de clinch lag. Vandaar.