Smallere bomen voor minder verkeersdoden
In de toekomst zal Wegen en Verkeer enkel nog bomen met een diameter van 10 centimeter aanplanten langs gewestwegen. Dat moet de overlevingskansen bij ongevallen verhogen.
De Vlaamse regering wil wegen "vergevingsgezinder" maken. Zo wil ze het aantal verkeersslachtoffers verlagen door zo veel mogelijk fatale obstakels langs de wegen te verwijderen. En daar vallen ook de brede bomen onder. Dat blijkt uit een antwoord op de parlementaire vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Lorin Parys (N-VA). Botsingen met volgroeide bomen lopen immers vaak slecht af. Daarom wil de regering vanaf nu enkel nog traaggroeiende bomen met een maximale diameter van 10 centimeter langs Vlaamse gewestwegen plaatsen.
'Potentieel gevaarlijk'
"Bomen met een diameter kleiner dan 10 centimeter worden door de regering niet gezien als obstakel. Bredere bomen worden daarentegen wel beschouwd als potentieel gevaarlijk", zegt Vlaams minister van Mobiliteit, Ben Weyts (N-VA). Daarom kiest de regering ervoor om het gevaar die de bomen veroorzaken, tot het minimum te beperken.
In de toekomst zullen dus enkel nog 'smalle' bomen worden geplant. Die zullen jaarlijks door het hakhoutbeheer worden onderhouden. Daarbij zullen de boompjes tot iets boven de grond worden gesnoeid, waarna de boom weer kan groeien, zegt Veva Daniëls van het Agentschap Wegen en Verkeer. De huidige bomen zullen blijven staan, maar worden wel aan een jaarlijkse snoeibeurt onderworpen zodat het gevaar beperkt blijft.
"Het is niet haalbaar en wellicht ook niet wenselijk om alle bestaande bomen langs de gewestwegen te verwijderen. Bomen hebben immers een belangrijke functie. Zo filteren ze CO₂ uit de lucht, waardoor ze de klimaatverandering tegengaan", verklaart Weyts.