Direct naar artikelinhoud

Parijs zegt adieu tegen vuile en luide auto's

De gemeente Parijs heeft bekendgemaakt vanaf 2030 alle benzineauto's te gaan weren. Eerder werd al bekend dat diesels vanaf 2024 niet meer welkom zijn. Wordt de Franse hoofdstad echt stil en schoon?

Parijs is een vuile stad, door de auto's, de vrachtwagens en vooral de stinkende dieselbussen die vastlopen in een 19de-eeuws stratenplan, dat op koetsen en paard en wagen is berekend. Op piekdagen, zoals in december 2013, is de fijnstofconcentratie te vergelijken met die in een kamer van 20 vierkante meter waarin acht mensen zitten te roken, becijferde een onderzoeker van het Centre National de la Recherche Scientifique.

Maar in 2030 moet Parijs een schone en stille stad zijn. Vanaf dat jaar mogen er geen benzine-auto's meer rijden, maakte de gemeente bekend. De diesels worden al in 2024 geweerd, voor de Olympische Spelen. In het Parijs zonder fossiele brandstoffen staan misschien nog files, maar dan van geluid- en stankloos stilstaande elektrische auto's. De rust zal hooguit verstoord worden door een ongeduldig claxonnerende automobilist. Overigens hoopt Parijs dat in 2030 veel meer mensen gebruik zullen maken van het openbaar vervoer, dankzij het project Grand Paris, dat de metroverbinding tussen de Franse hoofdstad en haar voorsteden sterk moet verbeteren.

De gemeente Parijs loopt met haar plannen vooruit op de Franse regering, die onlangs aankondigde dat benzine- en dieselauto's in 2040 zullen worden verboden. Ook andere landen hebben het einde van de fossiele brandstoffen aangekondigd: Noorwegen in 2025, India in 2030, Groot-Brittannië in 2040.

In Parijs werd het verbod op de benzinemotor uitgevaardigd door het comité dat een klimaatplan voor de hoofdstad ontwikkelt. Net als Berlijn wil de stad in 2050 klimaatneutraal zijn.

Meer files

Het gemeentebestuur van Parijs, een coalitie van socialisten, groenen en radicaal-links onder leiding van burgemeester Anne Hidalgo, voert al jaren strijd tegen de auto, vanwege het klimaat en de enorme vervuiling in de stad. In dat kader werd onlangs een deel van de rechteroever van de Seine afgesloten. Daardoor namen de files toe, maar dat was precies de bedoeling. Als het verkeer vastloopt, zullen automobilisten vanzelf het openbaar vervoer of de fiets pakken, zo is de gedachte.

De Parijzenaars zelf hebben niet zo'n moeite met dit anti-autobeleid. Zestig procent van de twee miljoen stadsbewoners heeft geen auto, een cijfer dat elk jaar omhoog gaat. Maar veel verkeer komt uit de voorsteden, waar negen miljoen mensen wonen die vaak gehecht zijn aan hun auto. De polemiek heeft het karakter van een klassenstrijd gekregen. Enerzijds de fietsers uit Parijs, rijk, hoog opgeleid en alternatief. Anderzijds de bescheiden banlieusards, werklui die niet zonder hun busje kunnen of kantoormensen die nu nog langer doen over hun dagelijkse reis naar hun werk in de hoofdstad.

"Zijn onze werklui soms te ordinair, dat ze niet meer welkom zijn in Parijs?", zei de burgemeester van de voorstad Saint-Maur-des-Fossés. In het voorjaar stuurden 168 merendeels rechtse burgemeesters van voorsteden een open brief aan Hidalgo: "De toename van de files betekent een verslechtering van het dagelijks leven voor tienduizenden inwoners van Ile-de-France die slechts vragen hun beroep uit te oefenen, vaak op een uur reizen van huis."

Luchtkwaliteit beroerd

Onlangs maakte Airparif, het agentschap dat de luchtkwaliteit in Parijs bewaakt, de balans op van de omstreden gedeeltelijke sluiting van de rechteroever van de Seine. Langs de Seine was de kwaliteit verbeterd, maar langs de sluiproutes verslechterd, was de voorspelbare conclusie. Die veranderingen werden alleen langs de grote verkeersaders geconstateerd. In de rest van de stad was de luchtkwaliteit even beroerd als voorheen.

Uiteindelijk zal de redding moeten komen van de elektrische auto. Maar is het realistisch te verwachten dat in 2030 of 2040 iedereen op stroom zal rijden? De Franse auto-industrie toonde zich optimistisch. "We besteden al een derde van ons onderzoekbudget aan elektrische en hybride auto's", zei François Roudier van het Comité van Franse Autoconstructeurs. Hij vroeg wel om staatssteun, in de vorm van subsidies, waardoor elektrische auto's goedkoper worden voor de consument.

Rest de vraag hoe geloofwaardig politici zijn die beleid voor 2030 of 2040 aankondigen. Als benzine en diesel werkelijk moeten worden uitgebannen, zijn er in 2040 in heel Frankrijk 7 miljoen oplaadpalen nodig. Zeven jaar geleden formuleerde de toenmalige regering een doelstelling van 75.000 palen in 2017. Deze zomer waren er precies 15.000 geïnstalleerd.