Direct naar artikelinhoud

Hotel op mensenmaat

Is het een hotel? Is het een sociale werkplaats? Allebei is het. In het Brugse hotel 't Roodhof word je als gast bediend door mensen uit de psychiatrie, de gevangenis, of mensen met een handicap. Met de ruisende populieren van het Ommeland als achtergrondmuziek. Sofie Mulders

"Hoe ik hier ben aanbeland? Ik ben lang ziek geweest, heb veel tijd in het ziekenhuis doorgebracht, en had geen geld meer. Om mijn leven opnieuw op de rails te krijgen, moest ik weer aan het werk. Maar het ritme van het gewone arbeidscircuit kon ik nog niet aan. Hier kon ik in mijn eigen tempo alles weer beginnen opbouwen."

Monique (52) werkt al elf jaar in Hotel 't Roodhof. Ze is hier een van de anciens. En dat zie je. Staat ze om vier uur 's middags spaghettisaus te maken in de keuken, dan staat ze twee uur later in een chique blouse op te dienen in de zaal. "Ah ja, in de horeca moet je flexibel zijn. Vlak voor ik hier aankwam, had ik geen kracht meer. Ik kon nog geen drie borden vasthouden, dat was gewoon te zwaar. Ik ben zo ziek geweest dat ik bijna dood was. Ik heb zelfs weer moeten leren stappen en leren spreken. Maar ik heb het overleefd. Hier heb ik van God een tweede kans gekregen."

Moeilijke ouders, moeilijke jeugd, moeilijk huwelijk: het leven van Monique liep niet altijd over rozen. Maar de hardste jaren zijn voorbij. En haar mond houden, dat doet ze niet meer. "Vroeger durfde ik nooit iets te zeggen. Daarom ben ik ook zo ver gesukkeld. Nu is dat anders. (schatert) Nu kan ik niet meer zwijgen. Als er iets op mijn maag ligt, dan moet dat eruit."

Monique staat op, en begint de glazen af te ruimen. Het terras valt stilaan samen met de avond. Je hoort hier vogels fluiten. Af en toe kruipt gedempt gelach uit een van de hotelkamers naar buiten. Twee Tsjechische koppels dronken hier zonet nog een glas. Het is de vijfde keer dat ze in Brugge zijn, maar in 't Roodhof verbleven ze nog nooit. In het centrum van de stad zat alles vol, en hier is het een pak rustiger, vertellen ze in hun beste Engels. "Very satisfied, very nice."

Couleur locale vergezelt ook het ontbijtbuffet een ochtend later. De zon spuit mistig licht tussen de populieren in de verte. Antonio (54), een politiek vluchteling uit Angola, brengt croissants en versgebakken brood. Vandaag doet hij de zaal, soms staat hij in de keuken. Chauffeur en conciërge is hij ook. Daarnaast is het zijn taak om de Afrikaanse ploeg te ondersteunen. "Ik werk hier al tien jaar. En ik wil hier blijven tot mijn pensioen. Zeker weten. Ik begrijp nu ook veel meer dan toen ik hier aankwam. Toen sprak ik zelfs geen Nederlands. Maar ik ben geen groentje meer."

7,8 op tien

De mensen die hier binnenkomen, hebben weinig zelfvertrouwen, legt Paul Vaernewyck (59) uit, coördinator bij 't Roodhof. Ze zijn vermoeid, hun hoofd is vol. "In ons restaurant en hotel werken 30 tot 35 mensen. Langdurig werklozen, mensen met een fysieke of mentale handicap, asielzoekers, mensen die in de psychiatrie of in de gevangenis verblijven. Wij leren hen opnieuw structuur aan: op tijd komen, zichzelf verzorgen, afspraken naleven. De balie, de zaal, de keuken, alles drijft op hen. Er zijn wel een vijftal begeleiders, maar we willen dat zij dit zelf kunnen dragen. In plaats van te focussen op wat ze niet kunnen, zoals dat op de meeste werkplaatsen gebeurt, focussen wij op wat ze wél kunnen."

De bedoeling is dat elke werknemer van 't Roodhof uiteindelijk kan overstappen naar het gewone arbeidscircuit. Soms lukt dat niet, soms wel. "Een jaar geleden hadden we twee kamermeisjes, die nu allebei in een viersterrenhotel werken. Wij zijn hier bezig met de toekomst, niet met het verleden van de mensen. Werk is van vitaal belang. Wie niet werkt, telt niet mee in een maatschappij."

Of zoals kamermeisje An (39) het zegt, die hier nog maar een week aan de slag is: "Vroeger, toen ik jong was, had ik vaak geen goesting om te gaan werken. Nu ben ik blij dat ik mág gaan werken. Met ouder worden begin je te beseffen dat je moet werken om iets te kunnen bereiken. Voor jezelf, voor je lief, voor je kinderen. Werk hebben betekent ook dat je vakantiegeld krijgt, een eindejaarspremie, en stempelgeld als je je job verliest."

Collega Valerie (40) werkt afwisselend hier en in een beschutte werkplaats. "Er is toch veel verschil tussen de twee. In een beschutte werkplaats ligt het tempo nog veel trager. Hier zit je ook meer tussen gewone mensen. En de kans dat je doorstroomt is hier ook veel groter."

Maar Paul Vaernewyck is eerlijk. Wat hij betekent voor de mensen, dat motiveert hem. Maar wat het hotel betekent voor de klanten, dat maakt hem trots. De maatschappelijke rol van het hotel? Geen link daarnaar op booking.com. Wel op de website. "We stoppen het niet weg, maar we afficheren er ook niet mee. Deze zaak moet draaien. Klanten komen niet naar hier omdat ze een goed doel zoeken, ze komen naar hier omdat ze op vakantie zijn en een goed hotel willen." Op Booking krijgt 't Roodhof een gemiddelde score van 7,8 op tien. "Niet slecht. We zijn daar blij mee, maar het kan nog beter."

Reizen naar India

"Dit hotel is gevestigd in een voormalige melkboerderij uit 1888. 't Roodhof is een kleinschalig hotel met gratis wifi, gratis parkeergelegenheid en veel ruimte. Op minder dan 20 minuten rijafstand ligt Brugge, met het bekende belfort en het Gruuthusemuseum", lees je op Booking. Het is te zien aan de toeristen. Zes jonge Italianen zoeken na een zichtbaar vermoeide dag hun heil in de bar met Belgisch bier. Een groep senioren uit de Kempen, die in de streek een fietstocht maken, kiezen voor belegen kaas en dito grapjes aan het ontbijt. Een koppeltje uit Portugal zoekt op de kaart van Brugge naar historische hotspots die ze nog niet hebben bezocht.

Paul Vaernewyck en de nieuwe chef-kok Luc De Zayer lieten een nieuwe wind waaien door het hotel, zegt Monique. "Nu werken we tenminste ook aan de kaart. Vroeger moesten we fietsers en wandelaars weigeren als ze op het terras iets wilden komen drinken, omdat we gewoon geen tijd hadden om hen te bedienen. Maar hoe kun je nu geld verdienen als je mensen wegstuurt? Nu werkt dat hier tenminste zoals een hotel moet werken. En de cijfers gaan naar boven. Ik volg dat mee op, ja. Ik wil dat weten."

Chef-kok Luc (46) werkte zelf meer dan twintig jaar in de horeca. In toprestaurants, met toppersoneel. Maar vorig jaar draaide hij de knop om. "Het gaat allang moeilijk in de sector. Het is vechten om je hoofd boven water te houden. Na enkele reizen naar India besloot ik om ermee te stoppen, en mijn tijd en energie in dit project te steken. Eerlijk waar: ik heb nog nooit zoveel voldoening van mijn werk gevoeld. Er komen hier mensen binnen die nog geen aardappel kunnen schillen, maar ze kunnen hier alles leren. Ik zie die mensen zo hard groeien. Ongelooflijk. Niet iedereen bereikt een even groot niveau natuurlijk, maar er is zeker talent aanwezig."

Frans in Kortrijk

Maar zoals elk verhaal heeft ook dat van 't Roodhof soms een weerhaak. Solo (50), die oorspronkelijk uit Angola komt en al vier jaar in dit hotel werkt, lacht een beetje lijdzaam als hij de vraag hoort of hij dit werk graag doet. "Heb ik een keuze? Ik ken niet genoeg Nederlands voor een gewone job. Gelukkig praten sommigen hier Frans. Ik heb wel enkele jaren een cursus Nederlands gevolgd, maar het Nederlands op school is niet hetzelfde als het Vlaams dat ik op straat hoor. Moeilijk om te begrijpen, dat Vlaamse dialect. Ik woon nu in Kortrijk. Daar spreken ze veel meer Frans op straat."

Vanuit de VDAB of het OCMW krijgt het hotel elke maand nieuwe werknemers toegestuurd. "En elk nieuw personeelslid doet de vloer weer even schudden", zegt Paul Vaernewyck. "Soms zijn er ook culturele verschillen die tot moeilijkheden leiden. Enkele maanden geleden hadden we een man die weigerde de taken uit te voeren die door zijn overste werden opgelegd. Hij was streng islamitisch, zijn overste was een vrouw. Of neem de combinatie van Afrikanen en West-Vlamingen in de keuken, dat geeft ook geregeld vuurwerk. De eersten zijn te rustig, de anderen te nerveus."

Natuurlijk schiet ze niet met iedereen even goed op, zegt Monique. "Soms zijn er echt ambetanteriken bij. Of mensen die niet willen werken. Maar je bent hier niet om ziek te zijn. Ziek zijn doe je in een ziekenhuis, niet in een hotel. Dat moet hier draaien."

Draaien doet het ondertussen, maar Monique denkt nu al verder. "Wat ik nog wil? Leren, leren, leren. Van chef-kok Luc bijvoorbeeld. Hij kan dat, ons iets leren. Dan kan ik binnenkort helemaal op mijn eigen benen staan en mijn plan trekken."