Direct naar artikelinhoud

Belgische industrie hoopt op 3 à 6 miljard euro aan orders

De Belgische industrie volgt de aankoop van de nieuwe gevechtsvliegtuigen met argusogen. Sectorfederatie Agoria hoopt dat Belgische luchtvaartbedrijven voor 3 à 6 miljard euro kunnen deelnemen aan de productie van de opvolger van de F-16.

Een echte coproductie zoals bij de F-16 is niet mogelijk, maar toch zijn er samenwerkingsmogelijkheden die de luchtvaartindustrie in België een serieuze duw in de rug kunnen geven, meent Agoria. Daarom zijn er sinds begin dit jaar ontmoetingen tussen vertegenwoordigers van de luchtvaartindustrie en buitenlandse vliegtuigconstructeurs.

In de schoot van Agoria voerden Belgische bedrijven ook een lobbycampagne gericht op de politieke wereld. Daarvoor werd de werkgroep BDSI/Aeronautical Working Group (AWG) opgericht.

"Er zijn verschillende ontmoetingen geweest, op verschillende niveaus en tussen verschillende betrokkenen", zegt Roland Teheux van Agoria. "Maar we hebben geen voorkeur voor een leverancier. We hebben daar ook geen standpunt over in te nemen. Het is de bedoeling dat de verschillende leveranciers een zo aantrekkelijk mogelijke offerte maken. De Belgische overheid vraagt niet naar economische compensaties, want dat mag niet van de Europese Unie. Maar het is duidelijk dat een offerte aantrekkelijker is naarmate er ook een deelname voorzien is voor de Belgische industrie, direct of indirect."

Volgens Teheux zijn er met de verschillende leveranciers even veel contacten geweest en is Lockheed Martin, dat zijn Europees hoofdkwartier in Brussel heeft, daarin niet bevoordeeld. In Nederland zouden er klachten zijn dat Lockheed Martin zijn afspraken over die deelname niet nakomt. Maar Luc Van de Wynckel, de Belgische woordvoerder van het bedrijf, klasseert dat als loze geruchten.