Delphine Boël krijgt Albert II niet te zien in rechtbank

Op dinsdag 21 februari zal de rechtbank in Brussel de zaak van Delphine Boël tegen koning Albert ten gronde behandelen. Boël wil dat de rechtbank Albert erkent als haar biologische vader. De zaak loopt al sinds 2013, en zal nu dus eindelijk afgerond kunnen worden. De advocaten van Delphine hebben altijd al gezegd dat ze voldoende elementen hebben om de rechtbank te overtuigen dat de koning de vader is van hun cliënt. En aangezien Albert niet onschendbaar is, kan hij perfect gevraagd worden om een DNA-staal te voorzien.

Maar hoezeer Delphine ook hoopte Albert over drie weken in de ogen te kunnen kijken, die confrontatie zal niet plaatsvinden. Het voormalige staatshoofd zal zeker niet opdagen. Dat bevestigt zijn advocaat Alain Berenboom. "Koning Albert zal er niet zijn. Ik weet niet vanwaar het idee zou komen dat hij toch aanwezig zou zijn: hij is tot nu nog nooit naar een zitting gekomen. Dat is niet abnormaal. In procedures waarin ouderschap vastgesteld moet worden, is de aanwezigheid van de partijen niet verplicht. Slechts heel zelden wonen de betrokkenen de procedure bij. Meestal worden ze vertegenwoordigd door hun advocaten. Ik zie geen reden waarom de koning zich anders zou gedragen dan een gewone burger", aldus advocaat Berenboom.

Snel vonnis

Enkele maanden geleden liet Delphine nog verstaan dat ze erop rekende dat Albert persoonlijk aanwezig zou zijn. "Dat is toch niet abnormaal. Dan kan hij zelf iets zeggen als hij dat wenst", zo zei de kunstenares op het moment dat de datum voor de rechtszaak werd vastgelegd. "Delphine en haar moeder zullen zeker komen", zegt haar advocaat Alain De Jonge. "Ze hoopte inderdaad dat Albert zou komen, maar ik had haar al niet te veel hoop gegeven."

Bewijst de koning zichzelf geen slechte dienst door niet naar de zitting te komen? "Ik weet niet hoe de rechtbank zal reageren als hij niet zal komen. In de oproep voor de zitting staat in het vet gedrukt dat de partijen in persoon moeten aanwezig zijn", zegt De Jonge.

De zitting op 21 februari zal achter gesloten deuren plaatsvinden. Nog binnen de maand zal een vonnis volgen. In eerste instantie zal de rechtbank zich uitspreken in de zaak tussen Delphine en Jacques Boël. Eerst moet immers de ontkenning van het vaderschap vastgesteld worden. Daarvoor hebben beide partijen al een DNA-staal afgestaan, waaruit blijkt dat Jacques Boël niet de biologische vader is van Delphine. Beiden vragen dan ook de ontkenning. "Als de vordering tot ontkenning van vaderschap wordt ingewilligd, dient de rechtbank zich daarna uit te spreken over de tweede vordering tot vaststelling van vaderschap tegen koning Albert. De rechtbank kan daarover onmiddellijk uitspraak doen, of ze kan bevelen dat de ontkenning van vaderschap eerst wordt overgeschreven in de registers van de burgerlijke stand. De rechtbank van eerste aanleg van Waals-Brabant heeft in een andere zaak al eens uitspraak gedaan over de twee vorderingen in één vonnis", besluit meester De Jonge.

DNA-onderzoek

Nog een andere mogelijkheid is dat de rechtbank zich niet uitspreekt over het vaderschap van Albert, maar eerst een DNA-onderzoek beveelt. Die kans is klein, want de advocaten van Delphine beweren dat ze voldoende andere elementen hebben - zijn brieven, zijn cadeaus, zijn aanwezigheid in Delphines leven - om de rechtbank te overtuigen dat de koning de vader is van hun cliënte.