Direct naar artikelinhoud

Zo eigenzinnig dat het vervelend wordt

Johan Simons' regie van deze Tsjechov-klassieker kleurt zo sterk buiten de lijntjes dat zijn eigenzinnige interpretatie de essentie van het stuk verdringt.

De geruïneerde weduwe Ranevskaja en haar entourage keren uit Parijs terug naar de idyllische datsja waar een prachtige kersentuin deel van uitmaakt. Enkel de verkoop van het landgoed kan de geruïneerde familie (voorlopig) uit de armoede redden. De perceptie van de aanhangers van de oude wereldorde staat haaks op de werkelijkheid. De waan van de willozen, uitvreters en klaplopers moet het afleggen tegen een realiteit die voortaan door pragmatici en zakenmensen gedicteerd wordt, niet door vergane glorie en nostalgisch geneuzel.

Gedurfde collage

Voor regisseur Johan Simons is Tsjechov naar eigen zeggen een late ontdekking. Meer dan een vluchtige ontmoeting en een draaideurmoment is het niet geworden.

Toegegeven, Tsjechov is een platgetreden pad. De Rus wordt vaak tot vervelens toe in dezelfde lauwe saus omgeroerd en als vaste ingrediënten worden ingekookt: apathische, gekwelde, eenzame personages, onbeantwoorde liefde, gebroken dromen. Dat Simons geen boodschap heeft aan een kleffe brij en smaakversterkers wil toevoegen, is lovenswaardig. Alleen blijft het erg onduidelijk waar hij met zijn interpretatie heen wil.

In De kersentuin ontbreken climax en intrige, het is bedoeld als melancholisch en intimistisch sfeerstuk dat focust op de zielenroerselen van de personages. Simons gooit dat gegeven radicaal overboord.

Karikaturaal

Als belangrijkste tegenzet voor het psychologiseren serveert hij een gedurfde collage van kartonnen figuurtjes die in een krap karikaturaal jasje worden gestoken. Door de overacting zijn de personages niet meer herkenbaar als mensen van vlees en bloed en verliest de overspannen voorstelling haar geloofwaardigheid. Tekstueel krachtige passages (zoals Petja's tirade tegen de oude kaste), worden uitgehold of gaan verloren.

Wat de toegevoegde waarde is om de acteurs nog verder in te snoeren door ze op een smalle richel op een kluitje op een passerelle te laten spelen, blijft onduidelijk. Het decor is overigens een zielloos samenraapsel van overschotten uit een schrijnwerkerij.

Het genietbaarst is de vertolking van Benny Claessens als de eeuwige student Petja.