Direct naar artikelinhoud

Fietsen tegen de stroom in

Zijn grootvader maakte nog fietsen voor Eddy Merckx, Eddy Planckaert en Claude Criquelion. Kleinzoon Diel Vaneenooghe wil nu terug met die traditie aanknopen. Samen met enkele vennoten, waaronder reclamemaker Christophe Ghewy, richtte hij het fietsenmerk Jaegher op. Fietsen uit staal, made in Ruiselede.

Hij staat ergens hoog op een kast, de oranje Eddy Merckx-fiets die nog gemaakt werd in het atelier van de Vaneenooghes in het West-Vlaamse Ruiselede. De fiets waarmee de kannibaal vele successen haalde en die jarenlang een verkoopsucces was voor de fietsenmaker. Samen met de foto van Eddy Merckx op bezoek in het atelier, verscholen achter een hoekje, is het een van de weinige getuigenissen van een nochtans roemrijk verleden. Want niet alleen Merckx reed met een fiets uit Ruiselede, in het atelier maakten ze ook de fietsen voor onder anderen Sean Kelly, Walter en Eddy Planckaert, Claude Criquelion en de betreurde Rudy Dhaenens.

Maar met de jaren raakte de koersfiets alsmaar meer op het tweede plan in het lasatelier van vader en zoon Vaneenooghe. Koersfietsen ruilden staal voor aluminium, en later carbon. De lassers bekwaamden zich vooral in klein laswerk zoals verlichting. Alleen de postfietsen die er ook gemaakt worden, doen nog wat denken aan vroeger.

Tot nu, want met de Jaegher-fietsen knoopt kleinzoon Diel terug aan met het verleden en wil hij opnieuw topfietsen maken. Al kwam dat idee niet van hemzelf, maar van fotograaf Kurt Stallaert: "Ik rij regelmatig mee met een peloton langs de Schelde. Eén iemand reed daar met een stalen fiets, en die trok onmiddellijk mijn aandacht. In tijden waar het evident is om een fiets uit carbon te kopen, had ik meteen respect voor die man. En ik vond zijn fiets gewoon ook schoner. Toen ik over de verschillen tussen staal en carbon begon te lezen, is stilletjesaan het idee gerijpt om zelf zoiets te maken."

En dus begon Stallaert rond te horen. Bij zijn vriend Christophe Ghewy, de reclamemaker die vorig jaar samen met Gwenn Nevelsteen het reclamebureau Bowling oprichtte en in het verleden al de kledingmerken Le fabuleux marcel de Bruxelles en Année érotique lanceerde.

"Voor mij was het logisch om er met Christophe over te spreken omdat hij met design en vormgeving bezig is. Technisch hadden we ook iemand nodig om erover te kunnen spreken, iemand met een ingenieursachtergrond, en zo kwamen we bij Steven (Ledoux, die fotograaf en technisch begeleider van wielerploegen is, JDB) terecht."

Het team kreeg vorm, maar de cirkel was nog niet helemaal rond. Dat was pas het geval toen Diel Vaneenooghe erbij kwam. "We moesten nog iemand hebben die de kaders kon maken", zegt Stallaert. Alleen stond Diel niet te springen om meteen mee in het avontuur te stappen. "Ik krijg constant e-mails van mensen die denken het warm water uitgevonden te hebben. Er zijn er hier ook al geweest die totaal geen kennis hadden van de fiets en dachten iets uitgevonden te hebben. Kurt heb ik een paar keer gezien om over het project te praten. Uiteindelijk ben ik er in mee gestapt omdat ik hierin geloof."

Het lijkt een gok, want met Jaegher - "de naam geeft dat jagen op een fiets aan, het opgejaagd zijn en zorgen dat je niet gepakt wordt", dixit Ghewy - zet het viertal op het eerste gezicht een stap terug.

Waar gepassioneerde fietsliefhebbers nu bijna altijd een fietskader uit carbon kopen, kiezen ze met Jaegher resoluut voor staal. Al kan je het staal van nu niet meer vergelijken met het staal waaruit de fiets van Merckx gemaakt was. "Die materialen zijn enorm geëvolueerd", geeft Cristophe Ghewy aan. "Dit is een nieuwe generatie staal die veel lichter en comfortabeler is."

Carbon vs. staal

Lichter: voor veel amateurfietsers een essentieel woord. Want laat twee fietsers elkaars nieuwe koersfiets keuren, en de kans is erg groot dat ze die even gaan optillen. Hoe lichter, hoe beter, is het devies. Een stalen kader lijkt op voorhand al verloren als je het afzet tegen carbon. Maar dat valt best mee, zegt Diel Vaneenooghe. "Ons kader weegt 300 à 400 gram meer. Al de rest van de fiets - wielen, stuur, versnellingen - is hetzelfde." "Die discussie is een beetje een marketingkwestie geworden", vult Steven Ledoux aan. "Cijfertjes vergelijken is handig, maar hoe een fiets reageert als je rijdt, dat kan je niet op papier zetten."

Dat ze met Jaegher opnieuw voor staal kiezen, heeft weinig met nostalgie te maken. Het viertal wil ook niet inspelen op de retrotrend die je bijvoorbeeld ziet met de 'fixies', de vaak oude fietsen die herbouwd zijn, maar dan zonder versnellingen en remmen.

"Dat wilden we net niet", legt Kurt Stallaert uit. "Ik wou een hedendaagse fiets met goed materiaal waarmee ik op niveau kan fietsen. Ik wil niet opnieuw schakelen zoals vroeger. Het is perfect mogelijk om met die versnellingshendeltjes op het kader te werken, maar dat doen we niet. Jaegher draait rond mooi design en kwaliteit. De kaders hebben een klassieke vorm, maar klassieke zetels maken ze ook nog altijd. Het is niet omdat iets een klassieke uitstraling heeft dat het retro is."

"Het enige retro aan Jaegher is de ervaring", vult Christophe Ghewy aan. "Die ervaring die bij Diel zit, bij zijn ouders en grootouders. Je ziet in de Verenigde Staten bijvoorbeeld ook mensen die met stalen fietsen beginnen, maar zij hebben deze ervaring niet."

Maar waarom dan terugkeren naar staal? Voor de rij-ervaring, luidt het unisono. "Veel mensen die eerst op een stalen fiets hebben gereden en later op aluminium en carbon zijn overgeschakeld, willen nu weer terugkeren naar staal, gewoon omdat het aangenamer rijden is", zegt Christophe Ghewy. "Het gevoel tussen beide soorten kaders is helemaal anders", legt Steven Ledoux uit. "Carbon is plastic en geeft een vrij doods gevoel als je er mee rijdt. Staal is heel levendig en reageert heel direct."

"Verschillende mensen hebben me al gezegd dat hun beste kader ooit een stalen kader was", geeft Kurt Stallaert aan. "Ik voel dus wel dat de goesting er is om terug te keren naar degelijk materiaal." Een goesting die je zelfs bij profrenners merkt, zegt Diel Vaneenooghe.

"Veel renners hebben me al gezegd dat ze voor een wedstrijd als Parijs- Roubaix voor staal zouden kiezen, maar ze zijn gebonden aan hun sponsor. Ik mag zelfs geen foto van hen maken als ze hier in het atelier rondlopen. Dat kunnen ze niet maken." Naast het mikken op de rij-ervaring, speelt Jaegher ook in op de trend waarbij consumenten alsmaar meer voor lokale producten kiezen. Een keuze die meer belang hecht aan duurzaamheid en kwaliteit dan aan de prijs.

"Onze kaders zijn volledig recycleerbaar", zegt Kurt Stallaert. "Carbonkaders die stuk zijn, gooien ze op een hoop. Men blijft maar produceren en die hopen worden groter en groter. Bovendien krijgen die fietsen ieder jaar ook kleine aanpassingen en nieuwe kleurtjes om de consumptie op te drijven. We zijn klein en ons design zit goed. Als je volgend jaar met een Jaegher rijdt, rij je met dezelfde Jaegher die je op dat moment zou kopen. Het ontwerp is veel tijdlozer. We moeten af van het idee dat je om de twee jaar een nieuwe fiets moet kopen. Niet iedereen vindt dat waardig produceren belangrijk, maar het wint wel terrein. Kijk maar naar de biovoeding."

Bovendien weet je ook dat elk kader ambachtswerk is. Carbonkaders worden vandaag bijna allemaal in dezelfde Zuid-Koreaanse fabriek gemaakt, ongeacht het merk dat er later op geplakt wordt. Een Jaegher-kader wordt in Ruiselede gelast, perfect op maat van de koper.

Een tijdrovende klus waar ze al snel een dag zoet mee zijn. Zelfs het lakken gebeurt even verderop in de West-Vlaamse gemeente, bij David Meirhaeghe, broer van ex-mountainbiker Filip. De handenarbeid en dure materialen zorgen voor een stevig prijskaartje: het goedkoopste kader kost 1.575 euro, het duurste net geen 2.500 euro, en dan moet je de fiets nog afmonteren.

"Maar als je een goede Cannondale of Specialized koopt, wat geen maatwerk is, zit je in dezelfde prijsklasse", nuanceert Ghewy.

Mentaliteitsverandering

De mannen achter Jaegher beseffen dat ze niet meteen een massaproduct zullen maken, maar ze zijn ervan overtuigd dat Jaegher en het verhaal erachter kan aanslaan. "Ik denk dat de mensen eerst ons verhaal moeten leren kennen om in te zien dat we met iets mooi bezig zijn", zegt Kurt Stallaert. "Dat het niet iets puur commercieel is, dat we geen hippe gasten zijn die inderhaast iets lanceren. Het is uiteraard niet de bedoeling dat we met verlies gaan draaien, maar het is niet zoals die grote merken die zo veel mogelijk willen verkopen. Als we de eerste jaren een honderdtal kaders verkopen, zullen we al tevreden zijn. Commercieel succes was niet onze eerste opzet. Alles wat ik tot nu toe gedaan heb, is gegroeid uit passie. Dat geeft je veel meer voldoening. "

"We zullen een beetje voor een mentaliteitsverandering moeten zorgen", beseft Christophe Ghewy. "Zoals mensen van staal naar aluminium en carbon zijn overgestapt, moeten ze nu terugkeren naar staal. Ik denk dat die switch er gaat komen: er is opnieuw meer respect voor mensen die dingen met hun handen maken, of dat nu hemden, handtassen of fietsen zijn. Daar zit toekomst in. Mensen willen dingen waar een passie en een ziel in zit. Dat zal je nooit hebben met een carbon fiets." Klopt, zegt Stallaert.

"Weten dat Diel mijn kader gelast heeft, maakt het des te plezanter om er mee te fietsen."

www.jaegher.com