Direct naar artikelinhoud

Rauw, hees, maar niet oprecht

Na roddels over ruzies en nieuwe zangers is Bloc Party weer zijn oude zelf. Maar waar is de bezieling van weleer gebleven?

Voor hun vierde langspeler Four uitkwam, gingen er heel wat geruchten rond over Bloc Party. Dat ze ermee gingen kappen. Dat zanger Kele Okereke de andere leden betrapt had toen zij zonder hem de studio instapten. Bleek die hetze een misverstand - lees: goed gecalculeerde reclame - want afgelopen zomer stond de band er weer. In dezelfde bezetting en met een nieuwe plaat onder de arm.

Four plugde resoluut de gitaren in de versterkers en draaide de geluidsknoppen naar rechts. Daarbij ging niet enkel de dansbare elektronica van de vorige platen een beetje verloren, ook aan Okerekes teksten mankeerde wat. Niets van de openheid waarmee de zanger zijn lustvolle klaagzangen uitte, of de manier waarop hij grootstedelijke losbandigheid wist te vatten in terugkerende verhalen van betreurbare beslissingen. Het klonk ruw, maar niet oprecht. Een gevoel dat je nogmaals bekroop in de Lotto Arena dinsdagavond.

Voorzichtige pogo

Muzikaal viel er weinig op aan te merken. De nieuwe songs kregen een minder rommelige presentatie dan op plaat en toonden een zekere scherpte, die evenwel contrasteerde met het gebrek aan interactie tussen de vertolkers. Het viertal suggereerde afzonderlijk veel gevoel, maar slaagde er samen niet vaak genoeg in enige emotionele reactie te veroorzaken. Terwijl Okerekes zang vroeger ongeremd uit zijn ziel leek te komen, bevatte die nu weinig van de urgentie die hem zo typeerde in de beginjaren.

Het was wachten tot het bijtende 'Hunting for Witches' voor er een eerste keer weerwerk uit de zaal kwam. Een voorzichtige pogo vooraan in het midden die niet lang stand hield maar later aan uithoudingsvermogen zou winnen. Ook de frontman zelf leek gaandeweg te ontdooien. Okereke is duidelijk gegroeid dankzij zijn solo-uitstap, tussen de nummers in trachtte hij het publiek meermaals op zijn hand te krijgen met grapjes of fysieke provocatie.

Toch stuikte de set weer in door de dit keer gespeelde maniertjes van de zanger. Die schreeuwerige emotionele uitbarsting in 'Waiting for the 7.18' leek meer een geoefende truc waarvan hij weet dat die scoort dan een geloofwaardige ervaring. Met dubbele rechtse 'Song for Clay' plus 'Banquet' veerde de groep opnieuw recht. De overgang tussen die twee songs was venijnig, met wispelturige gitaarpartijen die je als gebalde vuisten om het hoofd mepten. 'One More Chance' helde dan weer over naar de meer elektronische kant van de groep en bleek een eerste hoogtepunt. Ook de aan Rihanna ontleende intro voor 'Flux', dat delen van haar 'We Found Love' voor het nummer plakte, was een schot in de roos.

In de tweede bis bracht de band een nieuwe song, 'Montreal', die op een toekomstige ep zal verschijnen. Hevig leunend op een spaarzame baslijn van Gordon Moakes had het moeite om meteen te overtuigen. Het woeste 'Helicopter' uit het debuut had daar geen last van. Als slot rolde Bloc Party nog eenmaal de rode loper uit voor een oud nummer, maar uiteindelijk konden Okereke en co niet verbergen dat de hele show gebaseerd was op een zorgvuldig gecreëerde vernislaag. Het zag er authentiek uit maar dat was het niet.

Bloc Party keert deze zomer terug voor Rock Werchter.