Direct naar artikelinhoud

De oude man en de zee

Robert Redford is er inmiddels 76, maar hij kan het nog steeds, in zijn eentje een film dragen. Dat moet ook wel, want in All Is Lost, die hier in Cannes buiten competitie wordt voorgesteld, speelt hij het enige personage. En bij gebrek aan tegenspelers is de film dus ook zo goed als woordloos.

Een nog net drijvende container in de oceaan. Off-screen horen we de rustige, sonore stem van een man (Robert Redford) die een soort testament uitspreekt. Zo begint All Is Lost, de tweede speelfilm van scenarist-regisseur J.C. Chandor, die in 2011 ijzersterk debuteerde met de financiële thriller Margin Call, waarvoor hij toen onder meer een Oscarnominatie voor het beste scenario kreeg. Voor zijn tweede langspeler besloot hij het helemaal anders aan te pakken. Eén personage en één locatie: de onmetelijke oceaan. En geen dialogen, tenzij men enkele vruchteloze SOS-berichten en later het luidkeels naar de hemel geschreeuwde 'Fuck!' toch als dusdanig wil interpreteren.

Na de proloog zien we de oude man wakker schrikken in zijn zeilboot. Er stroomt water naar binnen. Van een of ander vrachtschip is een container overboord gevallen en die heeft nu een gat geslagen in het zeiljacht. De rest van de film concentreert zich integraal op zijn overlevingsstrijd. En er is ook nog eens storm op komst.

Stilte en rust

Acteur-regisseur Robert Redford heeft altijd al de reputatie gehad niet erg stipt te zijn. En dus begon ook de persconferentie met zo'n dikke tien minuten vertraging. Maar dat werd de levende legende niet kwalijk genomen, te meer omdat hij, in tegenstelling tot zijn personage in All Is Lost, wel een en ander wilde vertellen. "Natuurlijk was het uitdaging om helemaal alleen voor de camera te staan. En dan ook nog eens zonder de steun van woorden. Maar ik geloof wel in de waarde van stilte en rust in een film, in het echte leven ook trouwens. Het kwam er hier op aan volledig op te gaan in de rol, mezelf te verliezen in het personage en eerlijk zijn met mezelf. Er was immers niets anders om op te leunen."

"Het was een zware draaiperiode, maar ik heb geprobeerd om zoveel mogelijk zelf te doen. Dat maakte het voor de regisseur makkelijker en tegelijk was dat ook goed voor mijn eigen ego. Ik heb als acteur altijd mijn eigen stunts willen doen. Toen ik jong was, was ik een atleet en heb ik ook veel gesurfd. Maar hier waren er toch dagen dat ik mij afvroeg waarom ik in 's hemelsnaam deze rol aanvaard had!"

Regisseur J.C. Chandor zei dat hij de rol speciaal voor Redford geschreven had, "tenzij die het aanbod niet zou aanvaard hebben". Van zijn kant merkte de ster, eveneens met lichte ironie, op dat hij nu al zo'n dertig jaar, via het Sundance Institute en het bijhorende festival, jonge filmmakers steunt en promoot, maar dat ze hem nadien nooit vragen om in hun films te acteren. Nu dus wel.

Gevraagd naar het geheim van zijn lange carrière als acteur en regisseur zei Redford nog: "Ik heb binnen Hollywood gewerkt, maar ik heb daar niet gewoond. Ik ben in Utah in de bergen gaan wonen en heb daar mijn eigen huis gebouwd. Op die manier heb ik afstand kunnen bewaren tussen mijn leven en mijn werk. Als ik dat niet had gedaan, dan zou ik hier waarschijnlijk vandaag niet gezeten hebben."

De Eeuwige Stad

In de nieuwe en opnieuw fascinerende film La grande bellezza van de Italiaanse regisseur Paolo Sorrentino, die hier enkele jaren geleden al hoge ogen gooide met zijn politieke satire Il divo, lopen er dan weer heel veel personages rond, maar ook hier werd gekozen voor één locatie, namelijk Rome. Societyjournalist Jep Gambardella, vertolkt door Sorrentino's fetisjacteur Toni Servillo, neemt ons op sleeptouw langsheen mondaine feesten, artistieke happenings, selecte recepties, exclusieve diners en de monumentale architectuur van de Eeuwige Stad. Het is onmogelijk om bij La grande bellezza niet aan La dolce vita en Roma van Fellini te denken, maar het is zeker geen remake of hommage geworden. Dit is pure, visueel even verzorgde als opwindende Sorrentino, die op zijn beurt en op zijn manier de artistieke incrowd, de aristocratie, de clerus, de pedante intelligentsia en de leeghoofdige nachtbrakers onder zijn ironische vergrootglas legt. Een plaats in het palmares voor zoveel Romeinse bellezza? Graag!