Direct naar artikelinhoud

China blijft pal staan achter oorlogsmisdadiger al-Bashir

De Soedanese president en genocideverdachte al-Bashir is op bezoek in China en kreeg van president Hu Jintao te horen dat Peking hem zal steunen 'wat er ook moge gebeuren'. China probeert zo de grote oliebelangen in Soedan veilig te stellen die door de afscheiding van het Zuiden in gevaar komen.

China en Soedan kunnen elkaar niet missen. Jaarlijks levert Soedan 12,6 miljoen ton olie aan China. Het regime van al-Bashir is daarmee de zesde belangrijkste brandstofleverancier voor Peking. In ruil krijgt Khartoum onder andere wapens die gebruikt worden in het bloedige conflict van Darfur.

Maar de wederzijdse belangen van Peking en Khartoum komen in gevaar omdat het christelijke Zuid-Soedan op 9 juli zijn onafhankelijkheid zal uitroepen. Dat betekent dat al-Bashir maar liefst drie kwart van zijn olieproductie uit handen moet geven. China wil zo weinig mogelijk nadeel ondervinden van deze evolutie en probeert ook contacten met de leiders in het Zuiden te leggen. Cruciaal voor Peking is dat er geen nieuwe oorlog komt tussen Noord en Zuid, want dat zou sowieso de oliebelangen ondermijnen.

Al-Bashir wil zijn band met Peking veilig stellen en probeert tijden zijn bezoek zoveel mogelijk geruststellende signalen te geven. "President Hu Jintao is een vriend en een broeder (...) We hopen dat we de stabiliteit tussen Noord-en Zuid-Soedan kunnen veilig stellen." De Soedanese buitenlandminister Ali Karti zegt dat al-Bashir naar China is gekomen om garanties te geven dat "de sterke banden en zakenrelaties" niet in gevaar zijn. "We zijn hier om aan onze vrienden garanties te geven dat onze engagementen, overeenkomsten en investeringen gerespecteerd zullen worden. Het is niet omdat het land aanzienlijke veranderingen ondergaat dat Soedan zijn houding ten aanzien van China zal veranderen."

Ook tijdens een bezoek aan China's machtige nationale oliemaatschappij CNPC beloofde al-Bashir continuïteit: "CNPC heeft ons geholpen bij de ontginning van onze olie. CNPC bracht ons niet enkel olie, maar ook vrede."

President Hu Jintao lijkt tevreden met de Soedanese demarche en zegt dat zijn land het regime van al-Bashir zal blijven steunen. "China onderhoudt vriendschappelijke relaties met Soedan en dat zal niet veranderen, wat er internationaal of in Soedan zelf moge gebeuren." Maar tegelijk maakt Hu er geen geheim van dat hij ook in het toekomstige Zuid-Soedan wil investeren. Zijn plannen terzake blijven geheim. Feit is wel dat de relaties tussen Peking en het christelijke Zuiden niet optimaal zijn. De zuidelijke leiders beschouwen China als een trouwe partner van het vijandige Noorden en hebben bovendien goede politieke contacten met de Verenigde Staten en andere westerse landen. Grote vraag is hoe Peking zal reageren indien de nieuwe regering in het Zuiden partij kiest voor het westen en zijn olievelden in de eerste plaats openstelt voor Amerikaanse en Europese maatschappijen.

'Belediging voor de slachtoffers'

Opvallend aan het bezoek van al-Bashir aan China is dat president Hu Jintao hem blijft steunen in zijn verzet tegen het Internationaal Strafhof in Den Haag (ICC). Het Strafhof verdenkt de Soedanese president van oorlogsmisdaden, misdaden tegen de mensheid en genocide in Darfur. China, dat het ICC niet erkend heeft, vindt de aantijgingen onterecht. Buitenlandminister Karti: "Van alle Chinese leiders waarmee we spraken, kregen we garanties dat ze ons verzet tegen het Strafhof blijven steunen. Niet dat dit echt nieuw is voor Soedan, maar op een moment dat je een vriend als China goed kunt gebruiken, is het een geruststelling dat China zich luid en duidelijk over deze kwestie uitspreekt."

De Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch omschrijft al-Bashirs reis naar China als een "belediging voor de slachtoffers van de verschrikkelijke misdaden die in Darfur werden gepleegd." Amnesty International zei dat als China al-Bashir niet arresteert het land steeds meer het imago zal krijgen van een "veilige schuilplaats voor genocide-verdachten."

Het is niet de eerste maal dat al-Bashir ongestoord naar het buitenland kan reizen. De jongste jaren bracht hij ook al bezoeken aan Eritrea, Egypte, Libië en Qatar. Zelfs Kenia, dat het Internationaal Strafhof erkent, weigerde de Soedanese president tijdens een doortocht te arresteren.