Direct naar artikelinhoud

Het spook van mechanische doping

Dat zowat het hele peloton zich dopeert. En dat er renners met een motor in de fiets rijden. Vooral die laatste uitspraak van ex-renner Danilo di Luca zorgt voor ophef. Omdat men 'mechanische doping' erger vindt dan 'gewone doping'. Maar zou het kunnen? Wel, ja.

Niet dat de discussie nieuw is: toen Fabian Cancellara tijdens de Ronde van Vlaanderen van 2010 op de Muur wegreed van Tom Boonen, en een week later nog eens in Parijs-Roubaix, werd het al gezegd. Cancellara had een motortje in de fiets. Zei ex-renner Davide Cassani en zei ook die andere ex-renner Jacky Durand. Tot vandaag wordt Cancellara er mee achtervolgd. Nadien won hij nog wedstrijden op indrukwekkende wijze, maar altijd is het ontkend. En onbewezen.

Bijna vier jaar later zegt Danilo di Luca, in december door het Italiaans Olympisch Comité levenslang geschorst na een zoveelste positieve dopingcontrole, dat er dus inderdaad gefietst wordt met kleine motortjes. En amper 14 dagen geleden toonde Bureau Sport, een programma op de Nederlandse VARA, een filmpje waarin ex-renner Michael Boogerd samen met een verslaggever een koersfiets met een in het frame ingebouwde motor uittest. Resultaat: 150 watt extra én een verslaggever die Boogerd ter plaatse laat op de Muur van Geraardsbergen.

Het is Pascal Van de Sande, van fietsenwinkel Extrabike in het Nederlandse Vught, die in het filmpje voor de techniek zorgt. Aan de telefoon kijkt hij een dag na de uitspraken van Di Luca niet op van wat de Italiaanse dopingzondaar zegt. "De techniek is er", zegt hij. "We kunnen een batterijtje in het frame van de fiets monteren en die kracht wordt rechtstreeks overgebracht op de trapas." Van de Sande noemt het 'relatief eenvoudig'. Het is onder meer gebaseerd op technieken die uit de modelbouw komen en hij monteert zelf regelmatig zo'n motortje in racefietsen. "Niet bij professionals", verduidelijkt hij. "Wel in racefietsen van wielertoeristen met hartproblemen bijvoorbeeld die toch graag een eindje willen meefietsen."

Volgens Van de Sande liggen de voordelen voor de hand: met een batterij die veertig minuten ondersteuning geeft en 800 gram weegt, krijg je 150 watt extra. "Op het vlakke ga je daarmee tot 15 km per uur sneller en bij het klimmen kun je makkelijk in het zadel blijven, zonder verzuring." Zegt Boogerd: "Hoe lekker moet dat zijn, 150 watt." En Van de Sande nog: "Als ongetrainde renner kun je daarmee wegrijden van een getrainde." Kostprijs: 2.500 euro. "Voor de niet fluisterstille welteverstaan. Wil je een batterij die geen lawaai maakt, dan moet je het dubbele rekenen."

5.000 euro

Dat is 5.000 euro en dat is veel. "Maar voor fietsconstructeurs die miljoenen uitgeven aan onderzoek en nieuwe technieken, is dat toch niks? En wat kost gewone doping met bloedtransfusies en dokters? Duizenden euro's. Als ik zou moeten kiezen, koos ik in ieder geval voor deze 'mechanische doping'."

Het filmpje, gisteren voorgelegd aan een Belgische wielerliefhebber en techniekspecialist (die liever anoniem blijft) werkt in ieder geval overtuigend. "Toen ik Cancellara zag wegrijden in de Ronde van Vlaanderen, Boonen losrijdend vanuit het zadel, dacht ik dat Boonen zou stoppen met fietsen. Dit filmpje slaat me met verstomming."

Klopt dus wat Di Luca beweert? Dat is niet gezegd. Na de beschuldigingen aan het adres van Cancellara begon de Internationale Wielerunie wél met gerichte technische controles van fietsen. De Belg Jean Wauthier is technisch adviseur van de UCI en bij die controles betrokken. "Het is mogelijk", zegt hij. "Maar het is onwaarschijnlijk dàt het gebeurt."

En hij legt uit. "Technisch kan het. En de constructeurs werken voortdurend aan vernieuwingen. Dus zullen ze dat ook hier wel doen. Voor de UCI is dit een prioriteit. We controleren, want die mechanische doping wordt net zo belangrijk als de medische doping. Probleem is dat de scanning met röntgenstralen moet gebeuren. Zoals in het ziekenhuis dus. Dat betekent dat je specialisten nodig hebt en dat je, als je elke keer alle fietsen van alle renners in competitie wil controleren, voor een onmogelijke opdracht staat. Een hele dure ook." Nu gebeurt het via steekproeven, en tot vandaag is er nooit één motor teruggevonden in een racefiets.

Waarmee Wauthier bij het 'onwaarschijnlijke' komt. "Natuurlijk is Di Luca kwaad en misschien zegt hij het daarom. Maar ik acht het onwaarschijnlijk in carbonfietsen, waarbij àlles in het teken staat van de lichtheid. Ook de renners zelf rekenen elk grammetje. Dus ik denk niet dat ze hun fiets met een motortje zullen verzwaren. Al zou het wel kunnen in zware wedstrijden zoals de Ronde en Parijs-Roubaix, waar het gewicht van de fiets niet zo belangrijk is als in een bergrit. Maar nogmaals: in carbon lijkt het me nu onmogelijk."

Waarbij die 'nu' van belang is.