Direct naar artikelinhoud

HET BLOEDGELD van BNP Paribas

De Belgisch-Franse bank BNP Paribas heeft jarenlang het Soedanees regime gesteund ten tijde van de genocide in Darfur. De schuldbekentenis zorgt ook bij de federale regering voor verontwaardiging. 'We kunnen het hier onmogelijk bij laten.'

"Ik ben zeer hard geschrokken. Dit is jarenlange bewuste financiële criminaliteit, ongehoord." Staatssecretaris voor Fraudebestrijding John Crombez (sp.a) reageert scherp op de illegale praktijken bij BNP Paribas.

Uit vrijgegeven documenten van het VS-ministerie van Justitie blijkt dat de Franse bankgroep, waarvan ons land referentieaandeelhouder is, een loopje heeft genomen met sancties tegen landen als Iran, Cuba en Soedan.

Niet alleen heeft de bank veel meer doorgesluisd naar die landen dan eerder aangenomen - 190 miljard in plaats van 30 miljard dollar -, de Fransen hebben bovendien het regime in Soedan actief gesteund, zelfs ten tijde van de genocide in Darfur. Tussen 2003 en 2008 kwamen daar 300.000 mensen om het leven.

De Belgische staat is vandaag de grootste aandeelhouder van een bank die bekent jarenlang bewust schriftvervalsing gepleegd te hebben", stelt econoom Ivan Van de Cloot in een opiniestuk in deze krant. Daarin roept hij de politiek op een duidelijk signaal te geven.

Monsterboete

Niet alleen is België sinds 2008 de grootste aandeelhouder, het rekent ook elk jaar op een stevig dividend om de begroting op orde te houden. Vorig jaar was dat 168 miljoen euro. "Maar dergelijke overwegingen zijn secundair nu duidelijk is hoe crimineel BNP Paribas zich heeft gedragen", zegt Crombez in een sneer naar minister van Financiën Koen Geens (CD&V). Geens liet begin deze week weten zich geen al te grote zorgen te maken over de gevolgen van de monsterboete van 8,9 miljard dollar (6,5 miljard euro) die BNP Paribas moet ophoesten. Crombez vindt dat de Belgische staat ofwel harder zijn eisen moet stellen als aandeelhouder, ofwel de participatie moet verkopen.

Op het kabinet van Geens is te horen dat de minister de nieuwe elementen in het dossier met veel zorg opvolgt. Eerstdaags is er contact met de Belgische vertegenwoordigers in de raad van bestuur van BNP, gevolgd door een ontmoeting met CEO Jean-Laurent Bonnafé eind juli.