Direct naar artikelinhoud

'Het is nooit te laat voor een gelukkige jeugd'

De naam van de Deense succesauteur Peter Høeg zal altijd verbonden blijven met die ene grote bestseller Smilla's gevoel voor sneeuw. Nu schreef hij een boek voor 'de hele familie', over kinderen op zoek naar de zin van het leven.

De kinderen van de olifantenhoeders, zo heet het nieuwe boek van Peter Høeg. Geen verhaal over Indische avonturen. De titel heeft betrekking op een oud Indisch spreekwoord, dat Høeg als motto gebruikt. 'Wil je bevriend worden met een olifantenhoeder? Ga dan na of je ruimte hebt voor een olifant.' De betekenis ervan zal pas later duidelijk worden.

"Ik heb een deur gevonden die uit de gevangenis voert. Hij komt uit op de vrijheid. Ik schrijf dit om jou de deur te laten zien", zo zegt de jonge verteller in het boek. Peter is een veertienjarig voetbaltalent. Hij groeit met zijn twee jaar oudere zus Tilte en grote broer Hans op bij zijn ouders in de pastorie van het eiland Finø. "Het zogeheten Deense Gran Canaria." "Omgeven door een vader en moeder, een oudere broer en zus, grootouders, een overgrootmoeder en een hond, die allemaal lijken op een reclame voor iets wat duur is maar goed voor de hele familie." Hij lijdt onder de druk van het geloof. Zijn vader is een protestantse pastor en zijn moeder organiste in de kerk. Het geloof weegt zwaar op de kinderen. "Mijn verhaal heeft iets te maken met het duistere van die gevangenis." Die gevangenis zijn de denkbeelden van zijn ouders. Religieuze denkbeelden.

Als de ouders tijdens een buitenlandse reis plots verdwijnen, besluiten Peter, Tilte en hun hond Basker op avontuur te vertrekken. Ze worden een soort detectives. Ze komen een misdaadorganisatie op het spoor en vragen zich meer en meer af of hun ouders misschien ook wel deel uitmaken van die criminele organisatie. Het boek is een mix van fabel, realisme en fantasy. Peter Høeg noemt het het meest lichtvoetige boek dat hij ooit geschreven heeft. Høeg: "Religie is ondanks wat Kierkegaard zei, een thema dat met humor behandeld kan worden."

"De kinderen zijn als autodidactische mystieke leraars. Zij hebben ontdekt dat het mogelijk is in een beperkte wereld te leven, maar dat er altijd een deur is om op een andere manier contact te vinden met elkaar. En die deur, die een vluchtweg uit de gevangenis is, is tegelijkertijd een deur naar de diepere aspecten van je eigen hart", zegt hij.

Hij zit in de sofa in het kantoor van zijn Deense uitgeverij in Kopenhagen. Er staan vers fruit en chocolade klaar. Als hij vertelt, gaat hij in kleermakerszit op de sofa zitten. Hij is een man die mediteert, al jarenlang. "Dit boek komt in tegenstelling tot mijn andere boeken, niet uit mijn diepste innerlijke", zegt hij. "Dit is het eerste boek dat ik door toedoen van een buitenstaander schreef. Het idee ontstond toen mijn Duitse uitgever me contacteerde. Ik ben veel aan hem verschuldigd. Hij heeft als eerste in me geloofd toen ik nog een onbekend schrijver was. Ik ben er hem nog altijd dankbaar voor. Hij had Enzensberger overtuigd om een kinderboek te schrijven over wiskunde. Nu vroeg hij mij een kinderboek over spiritualiteit te schrijven. Normaal zou ik zoiets onmiddellijk wegwuiven. Deze keer niet."

U staat in Denemarken toch bekend voor uw zin voor spiritualiteit.

"In Denemarken ben ik actief in een vereniging die zich toelegt op het verbeteren van de leefsituatie van kinderen. Ik maak deel uit van een denktank die met de Deense regering en de universiteiten een training ontwikkelt voor de zelfontplooiing van kinderen zodat ze het contact met zichzelf niet verliezen. We zoeken naar mogelijkheden om kinderen te gronden in een wereld die hen weghaalt van henzelf, hun diepe ik, in een wereld van internet en mobiele telefoons..."

En wat deed u met het voorstel?

"Ik ga dagelijks van mijn huis naar mijn werkhuis. Daar heb ik een bed. Ik zit op het bed - dat is de manier waarop ik plannen maak - met gesloten ogen en begin dan in mijn hoofd te schrijven. Niet op papier. Zo zat ik toen veertien dagen lang op dat bed, te onderzoeken hoe ik een kinderboek over spiritualiteit zou schrijven.

"Ik voelde: ik kan het niet. Ik heb er het talent niet voor. Ik kan mezelf niet uitdrukken voor een publiek van vijfjarigen. Ik ben beperkt. Maar in dat proces begon ik de stem van een veertienjarige jongen te horen. Een veertienjarige jongen die zich wilde losmaken van de invloed van zijn ouders. Ik voelde de stem van de jongen, de stem van het meisje Tilte, een soort Pippi Langkous en ik voelde hun vreemde relatie ten opzichte van hun ouders.

"En het is ook zo, dat geef ik toe, dat ik de christelijk protestantse Deense staatskerk een beetje wilde provoceren. Dat was het begin. Ik kreeg zin in het boek."

Het vertelperspectief is dat van een veertienjarige jongen, voor wat soort lezer is dit boek bedoeld?

"Ik had voor het eerst in mijn leven een droom over mijn lezers: zij zaten samen en iemand las het boek luidop voor. Ik visualiseer mijn lezers anders nooit. Bij dit boek wel. Ik schreef dit boek met het beeld van een familie van drie generaties in mijn achterhoofd: de kinderen, de ouders en de grootouders. In het Westen is onze cultuurbeleving generationeel verdeeld. Er is een cultuur voor jonge mensen, er is een cultuur voor adolescenten, er is een cultuur voor volwassenen en sinds kort is er nog een aparte cultuur voor senioren.

"Ik heb in Afrika, in Cuba en in Brazilië geleefd. Wat me in die culturen zo aantrok, was de intergenerationele cultuurbeleving. Het zijn culturen die zelfs hun cultuurproducten kunnen delen.

"Ik heb een familieboek willen schrijven, een boek dat een familie kan samenbrengen rond de ervaring van een verhaal. Want dat is wat een verhaal vermag: het is een manier om te communiceren met elkaar. Als de een iets voorleest, luistert de ander. De twee zijn verenigd in de energie van het verhaal. Zoiets creëren, was mijn ambitie. Ik hoop dat ik daarin geslaagd ben."

'Het is nooit te laat voor een gelukkige jeugd', zegt het meisje Tilte in uw boek. Volgens Tilte bestaan er geen proble- men, alleen interessante uitdagingen. En zo beginnen de kinderen hun queeste naar een gelukkige jeugd. Ze willen loskomen van hun ouders. Herinnert u zich de eerste keer dat u medelijden met uw vader voelde?'

"Ja."

Wanneer?

"Mijn ouders scheidden toen ik twaalf was. In een echtscheiding wordt de vader een buitenstaander. Moeder en kind blijven altijd een familie. Ik weet dat, omdat ik dat in mijn eigen echtscheiding zelf heb ervaren. Het is een statistisch gegeven dat echtscheidingen moeilijker zijn voor mannen dan voor vrouwen. Misschien is het omdat vrouwen de kwaliteit van een thuis in zichzelf dragen. Mannen moeten die kwaliteit van buitenaf aangereikt krijgen.

"In zo'n situatie voelde ik dus voor het eerst medelijden met mijn vader.

"Ik weet niet of die wil van de kinderen in mijn boek om van de ouders los te komen, gebaseerd is op mijn persoonlijk verhaal. Maar het is een zeer belangrijk moment in je ontwikkeling wanneer je je ouders niet meer als goden ziet maar als menselijke wezens met fouten en tekortkomingen. En het eerste medelijden dat je voelt met je vader is in dat proces een noodzakelijke schok. Ik herinner me dat moment zelfs heel concreet."

Welk beeld?

"Het appartement waarin we toen leefden. Ik zag mijn vader in de sofa zitten en ik voelde voor het eerst, op een heel directe manier zijn zwakheid."

Waarom maakte u van de kinderen mentale buitenstaanders? De ouders leven in een 'oude' religieuze wereld.

"Dat is het probleem hier in Denemarken. De protestantse kerk is nog altijd de grootste, officiële godsdienst. Vele mensen geloven dat God toekijkt op hun leven. Ik wilde aantonen dat volwassenen vaak niet in staat zijn hun verantwoordelijkheid op te nemen. Wij gronden als volwassenen de kinderen niet, we geven hen geen wortels in de realiteit. Wij beladen de kinderen met geloofssystemen. Het kapitalisme is daarbij evengoed een geloofssysteem. We vervreemden kinderen zelfs van de werkelijkheid. We laten hen geloven dat als ze maar hard werken op school, ze later een gelukkig en succesvol leven zullen leiden. Wij leggen altijd de nadruk op prestatie of geloof. Ik groeide zelf op met het gevoel dat de diepe vragen die ik had, niet eens door volwassenen werden gesteld. Wij beantwoorden niet op een relevante manier aan de vragen van kinderen. We willen niet echt met hen in contact komen, dat aspect wilde ik tonen. Sommige mensen hebben een diepe hindernis in zich die zwaar is als een olifant en het is moeilijk om zulke mensen lief te hebben."

De angst om hun naïviteit te verliezen, ook dat leren de kinderen kennen. En dat er een manier is om alle grond onder hun voeten te doen wegzakken. Wat betekent opgroeien voor uw personages?

"De oude manieren waarop volwassenen zich ten opzichte van kinderen verhouden, bestaat niet meer en zal ook niet meer bestaan. Er zijn heel weinig rolmodellen. In het opvoedingsmodel waarin ik ben grootgebracht, waren er wetten en je moest die wetten gehoorzamen. Als je dat niet deed, werd je gestraft. Die wetten zijn niet sterk genoeg meer. Ze bestaan zelfs niet meer. Er is meer vrijheid en de keerzijde van vrijheid is chaos. De belangrijkste zaak die we aan kinderen kunnen geven is de mogelijkheid om op zichzelf terug te vallen, zelfvertrouwen."

Kan een ouder een gevangenis zijn voor zijn of haar kinderen?

"Ja, heb ze lief en laat ze met rust. Dat is een belangrijke boodschap. Wees er voor hen, maar probeer hen niet te dwingen."

Uw boek gaat ook over tolerantie.

"Dit is het boek waarin ik voor het eerst liefde voel voor alle personages. In al mijn andere boeken is er iets wat het slechte of het donkere of het walgelijke vertegenwoordigt. In dit boek niet. Dat heeft volgens mij te maken met humor. Ik ben nog nooit zo humoristisch geweest in een boek als nu. Humor is tolerantie. In religieuze, politieke of militaire dictatoriale samenlevingen gaat humor als eerste verloren. Ook in je persoonlijke leven is het een gevaarlijk teken als je geen grapjes meer kan maken in je gezin, in je relatie of in je familie."

Het boek herinnert me soms aan Enid Blyton, de reeks van De Vijf.

"Ja! Ja! En in De Vijf is er ook een hond. Ik had er zelf niet aan gedacht, het was mijn levenspartner die me erop wees. In dit boek klinken de stemmen door van alle boeken die ik ooit heb gelezen. Die stem hoor je niet als je schrijft. Ook Kuifje zit er in. Kuifje was heel belangrijk voor me toen ik opgroeide. Ik ben er nog altijd van overtuigd dat het heel belangrijke literatuur is. Hergé ontwikkelde nieuwe vertelperspectieven."

Waarom was Kuifje zo belangrijk voor uw manier van vertellen?

"Door de verteltechniek en het gebruik van verschillende culturen in het verhaal. Met Kuifje kwam er een grote wending in de beschouwing van het narratieve in de literatuur. Het had een wereldwijde invloed op schrijvers.

"Ik ben trouwens altijd trouw gebleven aan mijn culturele ervaringen uit mijn kindertijd: Tarzan en Donald Duck en Kuifje waren diepe, culturele ervaringen. Later werden mijn ervaringen met Bach en met Shakespeare andere diepe, culturele ervaringen, maar niet fijner of beter dan de ervaringen met Kuifje. Ik denk dat vele volwassenen niet oprecht tegenover hun kindertijd staan.

"Zij snijden het contact met hun innerlijke kind af en ze ontkennen de culturele ervaringen die ze als kind hadden. Dan kan je heel vervelende, saaie literatuur krijgen. Kunst wordt bloedeloos als je vergeet dat je ooit een kind was. Ik heb vaak het gevoel dat ik een kind ben dat erin geslaagd is om betaald te worden om te spelen."

Na Smilla's gevoel voor sneeuw zegden vele critici: Peter Høeg is de enige mannelijke schrijver die zo goed in de psychologie van een vrouwelijk personage kan komen. Die vrouwen van u zijn wel 'loners'. Is het kind in uw nieuwe roman ook eenzaam?

"Hij is de hele tijd in beweging in een groep. Hij zoekt de hele tijd contact met mensen rondom hem.

"En hij is verliefd op een meisje. Ook dat is een soort eenzaamheid."

Waarom schreef u een roman over dit onderwerp? U had uw ongenoegen ook kunnen vertalen in een pamflet?

"Ik schrijf graag romans omdat ik daarin de verschillende gezichtspunten kan onderzoeken. Ik ben niet gedwongen een stelling in te nemen."

Hoe raakte u geïnteresseerd in het spirituele?

"Op mijn twintigste begon ik interesse te krijgen voor meditatie. Creëren is voor mij nauw verbonden met mediteren. Meditatie is een vorm van contact. Je kan niet dieper in contact zijn met een ander mens dan je in contact bent met jezelf. Als je andere mensen op een diepe manier wil liefhebben of intens wil leren kennen, moet je eerst diep in jezelf afdalen en alle obstakels verwijderen die het hart belemmeren. Waar wij als mens gebrek aan hebben, wat wij missen is de goodwill om het standpunt van andere mensen te begrijpen en de wil om onze weelde te delen."

Hoe ziet uw gewone werkdag eruit? U zei dat uw dagritme bestaat uit meditatie en schrijven. Een schrijver als Murakami begint iedere dag om 4 uur 's ochtends. In het spirituele geloof is 4 uur het moment dat de nacht overgaat in de dag, en dat er een speciaal soort energie is. Leeft u op dat ritme mee of hoe doet u dat?

"Iedere dag heb ik een vast werkritme. Ik sta op om zeven uur. Ik heb kinderen. Ze zijn nu eenentwintig, zeventien en drie jaar oud. Ik help de jongste bij het ontbijt. Ik wil hen graag 's morgens zien voor ze naar school gaan.

"Om negen uur ga ik mediteren, tot tien uur. Dan wandel ik terug naar huis en neem mijn ontbijt. Dan schrijf ik anderhalf uur, dan mediteer ik voor een uur, dan schrijf ik anderhalf uur en dan mediteer ik opnieuw. En dan wandel ik een uur of twee. Dan is mijn concentratie op.

"Dus is de rest van mijn dag een beetje losser, met de familie samen zijn, wat mediteren en wat werken in de tuin. Veel routine.

"Ieder jaar mag ik me terugtrekken op een rustige plek in het noordelijke deel van Denemarken, die compleet geïsoleerd is. Daar kan ik de hele dag werken."

En hoe lang doet u dat? Een maand, een jaar?

"Ik schreef het grootste deel van dit boek tijdens twee retraites, een van drie maanden, een van viereneenhalve maand. En volgende maand begin ik aan een nieuwe retraite die negen maanden zal duren."

Waarom hebt u als schrijver dat isolement nodig?

"Voor mij heeft schrijven altijd te maken met diepe concentratie. Het is een vorm van communicatie voor mij. Ik moet een laboratoriumsituatie creëren waar ik dieper in mezelf kan gaan, dieper relaxen,... daarom moet ik die situatie van artificiële rust creëren. Op een plek waar ik geen telefoon heb, geen brieven, geen kranten, geen televisie,... Waar ik volledig alleen ben."

Maar als vader, met een baby is dat vrij moeilijk...

"De baby moet er soms zijn natuurlijk. Je kunt niet relaxen als je je familie hebt achtergelaten. Omdat mijn zoontje nog maar drie is zullen mijn levenspartner en hij me ieder weekend bezoeken. Als ik daar zes maanden ben geweest, zal zij er in retraite gaan. Ze zal dezelfde training doen als ik. Dan neem ik de zorg voor mijn zoon over en krijgt zij alle rust die zij nodig heeft. Dat is hoe wij leven en het evenwicht zoeken."

Zij is je tweede vrouw?

"Ik ben gescheiden van mijn eerste vrouw rond mijn veertigste. Het was een pijnlijke scheiding. Daarna bleef ik zeven jaar alleen omdat ik weg wilde met mijn gevoelens.

"Ik vind het heel erg dat ik niet in staat was om een familie samen te houden tot de kinderen opgegroeid waren. Het zal een soort pijn zijn die ik de rest van mijn leven zal meedragen, maar we zijn geen meesters over onze levens. Het was het noodlot.

"Daarom voel ik me niet schuldig. De vrouw met wie ik nu leef en van wie ik erg veel hou, is veertien jaar jonger dan ik. Zij had geen kinderen, maar ik maakte haar meteen duidelijk: ik kan het nog een keer doen. Natuurlijk komen daar problemen bij kijken. Omdat zij nu volop openbloeit en ik in een fase zit waarin ik me terugtrek uit de wereld. Dus met die liefde, daar hebben we heel wat werk mee. Mensen leven met de valse gedachte dat een schrijver een wijze zou zijn.

Peter Høeg
De kinderen van de olifantenhoeders
Meulenhoff, 368 p., 19,95 euro.