Direct naar artikelinhoud

'Vettaks is wel een nuttige en sociale maatregel'

Een taks op ongezonde voedingswaar, kortweg de vettaks. In Hongarije bestaat die al, in Denemarken sinds kort ook en tot gisterenmiddag zag ook sp.a-senator Marleen Temmerman er geen graten in. Temmerman is ondertussen al teruggefloten door haar voorzitter Tobback. Maar floot die niet iets te vroeg?

Eerst kort de feiten. Obesitas is in de hele westerse wereld een ernstig, misschien wel onderschat probleem. Terwijl in de VS ongeveer een derde van de bevolking zwaarlijvig is (BMI hoger dan 30), blijft het probleem in ons land 'beperkt' tot ongeveer 13 procent. Obesitas is door de wereldgezondheidsorganisatie erkend als een chronische ziekte. In de jongste decennia is zwaarlijvigheid uitgegroeid tot een haast even grote killer als tabak of alcohol.

De roep om een 'vettaks' is alleen al daarom minder absurd dan hij in sommige oren mag klinken. Want als we geen problemen (meer) maken over een taks op tabak en alcohol, waarom zouden we dat dan wel doen over een taks op voedingswaar die zwaarlijvigheid veroorzaakt?

Over het onderwerp 'obesitasheffingen' maakte het Itinera-instituut twee jaar geleden al een studie. Daarin wordt een lans gebroken voor - bijvoorbeeld - een heffing op zoete frisdranken. Dergelijke heffingen zouden volgens Itinera "de prijskloof tussen gezonde en ongezonde calorieën" kleiner kunnen maken. Achterliggende idee is dat de consument daardoor makkelijker de weg zou vinden naar de gezondere, minder suiker- of vetrijke alternatieven. De overheid zou de nog overgebleven opbrengsten van de taks dan kunnen investeren in preventie.

Socialistisch kun je het idee slechts bezwaarlijk noemen. Want het zijn natuurlijk niet in de eerste plaats de grote inkomens die zich voeden met goedkope chips, kroketjes en lookworsten. Bovendien zul je met een taks die voor alle consumenten even hoog is, een regressieve belasting dus, de rijken automatisch minder treffen dan de armen.

Illusie

Ook Brieuc Van Damme van Itinera erkent dat je met een taks op consumptie de zwakkere schouders relatief harder treft. "Maar in ons voorstel krijgen de zwakkeren onrechtstreeks ook iets terug van de overheid", zegt Van Damme. "Een vettaks is een extra inkomst voor de overheid. Dat extra geld moet dan besteed worden aan preventie van obesitas op die plaatsen waar dat het meest nodig is: in kansarme wijken bijvoorbeeld."

Volgens Van Damme is er trouwens nog een tweede mogelijkheid om het effect van deze onrechtvaardige want regressieve belasting te compenseren. "Je kunt het compenseren door de lasten op arbeid van de lagere inkomens te verminderen. Op die manier houden ze netto meer over."

Volgens Van Damme zouden de overheid met de inkomsten van een taks op ongezonde voedingswaar best wel iets kunnen aanvangen. Itinera citeert een studie waaruit blijkt dat de Belg gemiddeld 120 liter frisdrank per jaar drinkt - weinig naties doen overigens 'beter'. Van Damme berekende dat een taks van 3 cent per liter de staatskas 36 miljoen zou opleveren. "Dat is 15 procent van het totale budget voor gezondheidspreventie", zegt hij.

Wat opvalt is dat niemand, ook de sp.a niet, gewag maakt van een vettaks die, in plaats van de consument, de producent extra zou belasten. Dat is opmerkelijk, want zijn het niet in de eerste plaats de producenten die deze 'vette' producten bedenken en verkopen, met andere woorden, er rijker van worden? Zou het met andere woorden niet veel logischer zijn dat hun geld naar de staatskas vloeit, ter preventie én prijsdalingen van de gezonde alternatieven?

"Dat kan ook", zegt Van Damme. "Maar het is niet zo simpel als u het voorstelt. Het is een illusie te denken dat die producent als gevolg van zo'n taks gezonder voedsel zal produceren. Uiteindelijk zal de producent die extra kosten altijd doorrekenen aan de consument."

Misschien wel het meest intelligente systeem om het obesitasprobleem aan te pakken, werd volgens Van Damme bedacht in Frankrijk. "Het idee was om de producenten van frisdrank te belasten vanaf een zekere hoeveelheid calorieën. Eerder dan de producent aan te zetten tot het verhogen van de prijs, moedig je hen op die manier aan om gezondere frisdranken op de markt te brengen. Helaas is dat voorstel nooit door het parlement geraakt."