Direct naar artikelinhoud

Afschaffing pensioenbonus treft jaarlijks 20.000 mensen

De afschaffing van de pensioenbonus voor oudere werknemers zal jaarlijks ruim 20.000 mensen treffen, zo berekende de radicaal-linkse PVDA. De kritiek komt niet alleen van links. Eerder uitte ook de gezaghebbende expertencommissie-Vandenbroucke haar reserves bij die regeringsmaatregel.

De pensioenbonus, die door de vorige regering al wat afgeroomd werd, geeft een extraatje aan wie ouder is dan 63 en doorwerkt tot 65 of langer. Een stevig extraatje zelfs, van 83 tot 187 euro bruto per maand bovenop het wettelijke pensioen. Op 1 januari 2013 genoten zo al 119.585 werknemers en zelfstandigen van de pensioenbonus. In de loop van de huidige regeerperiode, tot 2019, zouden nog eens 150.432 nieuwe gepensioneerden van de bonus kunnen genieten hebben.

Zouden, want de regering-Michel schaft de bonus af, althans voor wie er nog geen recht op heeft. Zo staat het in het federale regeerakkoord: "De pensioenbonus zal afgeschaft worden vanaf 1 januari 2015 voor zij die niet aan de voorwaarden voldoen om hem op te bouwen." Wie al bezig is met de opbouw van de bonus, behoudt zijn rechten; wie nieuw in het systeem komt, krijgt niks.

Wortel en stok

Waarom afschaffen? "Omdat de maatregel praktisch geen impact heeft", klinkt het bij minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR). "Het effect op de verlenging van de loopbaan is erg minimaal. Ook de Studiecommissie voor de Vergrijzing heeft al gesuggereerd om liever effectievere maatregelen te nemen die mensen langer aan het werk houden." Met andere woorden: als de wortel niet werkt, moet het met de stok.

Nog volgens de minister zou de impact van de bonus vanzelf verwateren. "De bonus begint te lopen een jaar na de leeftijdsgrens voor vervroegde uittreding. Door het verhogen van de leeftijd voor vervroegde uittreding (van 62) naar 63 zou de bonus dus nog maar een jaartje gelden." Concreet betekent dat dat het extraatje van 83 tot 187 euro bruto per maand gehalveerd wordt, omdat je de bonus maar één jaar in plaats van twee jaar opbouwt.

Dat de maatregel niet werkt, wordt door de PVDA betwist... op basis van cijfers van dezelfde 'neutrale' Studiecommissie voor de Vergrijzing, afdeling van de Hoge Raad voor Financiën. Hoeveel mensen precies door de besparing getroffen worden, valt moeilijk te becijferen, omdat nog een groep mensen blijft genieten van de uitdovende maatregel. PVDA-pensioenexpert Kim De Witte berekende wel dat het jaarlijks om zo'n 20 à 25.000 mensen moet gaan. In 2018 zouden, zo berekende de Studieommissie, 22.000 mensen met pensioen gaan met in het huidige stelsel recht op een pensioenbonus. In 2019 zijn dat er 23.000. De pensioenbonus afschaffen voor die doelgroep bespaart de regering zo'n 19 tot 20 miljoen per jaar.

De Witte verwijt de regering dat ze zo een grote groep gepensioneerden naar de armoedegrens drijft. "De halvering van de pensioenbonus, die de vorige regering besliste, doet het aantal gepensioneerden dat een beroep moet doen op de IGO, de inkomensgarantie voor ouderen met een pensioen onder de armoedegrens, stijgen met 6,9 procent tegen 2030 en 10,7 procent tegen 2060. De volledige afschaffing van de pensioenbonus riskeert dat percentage te verdubbelen."

Positief perspectief

Het is een van de redenen waarom niet alleen radicaal-links maar ook de expertencommissie voor de Pensioenhervorming in haar rapport overtuigd vasthield aan de pensioenbonus. "De Commissie wil aan de samenleving een positief perspectief geven, waarbij de gemiddelde hoogte van de pensioenen gehandhaafd kan worden door de loopbanen te verlengen. De mogelijke afschaffing van de pensioenbonus lijkt een ander signaal te geven", reageerde ze al bij de bekendmaking van het regeerakkoord.

Op de nieuwe discussie wil Vandenbroucke niet ingaan. Hij verwijst naar het rapport van zijn commissie, waarin het belang van het behoud van de pensioenbonus beklemtoond wordt. De experts vinden een positieve aansporing om langer te werken belangrijk. En zonder bonus, zo vreest de commissie, wordt het pensioenniveau van vele betrokkenen aanzienlijk verlaagd, wat vooral in de lagere categorieën een relatief grote impact op het inkomen heeft.