Direct naar artikelinhoud

Sfeer en solidariteit op Couleur Café

Het was dit weekend niet alleen in Werchter feest. Een veelbelovende affiche, boeiende randactiviteiten en de gemoedelijke sfeer maakten van Couleur Café een succes.

Voor de drieëntwintigste editie van Couleur Café had de organisatie een aantal nieuwigheden in petto. Door werken op de Brusselse Thurn & Taxis-site moest het festivalterrein een stuk opschuiven. Meteen de ideale gelegenheid om een vijfde podium op het terrein neer te poten. En dus stonden vrijdag, zaterdag en zondag in totaal meer dan zestig artiesten op de affiche. Traditionele wereldmuziek, maar ook hiphop, dancehall en elektro. Een divers aanbod dat een al even divers publiek aantrok: hippe jongedames, bonkige hiphoppers en jonge ouders met kroost, allemaal krioelden ze door elkaar. De organisatie voegt sinds een aantal jaar minstens enkele grote namen aan de line-up toe in de hoop een groter publiek aan te spreken. Dit jaar prijkten bijvoorbeeld Erykah Badu, Public Enemy en Sean Paul bovenaan de affiche. Maar voor veel van de bezoekers is dat niet de voornaamste reden om naar het festival af te zakken. "Ik woon zelf in Brussel en voor mij is dit toch vooral een gezellig feestje in mijn achtertuin", vertelt Emilie (23) die op zaterdag samen met zowat 27.000 anderen naar Thurn & Taxis afzakte. "Voor de grote namen ga ik naar Dour. Ik kom toch vooral naar hier voor de sfeer."

Sfeer die er bijvoorbeeld in Le palais du bien manger in overvloed was. De eetkraampjes, waar je traditioneel gerechten uit alle hoeken van de wereld kan proeven, waren deze keer ondergebracht in één van de grote loodsen op het terrein. De geuren van exotisch eten, de warmte en de stoffige mensenmassa toverden de oude industriële hallen om tot een onwaarschijnlijk drukke kasba. In de Solidarity Village werden de festivalgangers warm gemaakt voor duurzaam energiegebruik en het verminderen van hun CO2-uitstoot en in de Dance Club konden ze terecht voor een workshop dansen in een poging zich alsnog klaar te stomen voor wat komen zou. De Franse Admiral T bijvoorbeeld die op zaterdag als opener van het hoofdpodium meteen een forse geut reggae-dancehall over het publiek kieperde. Zijn halsbrekende streetdance-act werd gelukkig door niemand gekopieerd maar zorgde er wel voor dat de sfeer onmiddelijk goed zat. Admiral T was lang niet de enige die iedereen aan het dansen kreeg. Jali, een Brusselaar met Rwandese roots, liet de vrouwelijke helft van het publiek vol overgave meezingen met 'Un jour ou l'autre'.

Verlepte Sean Paul

In de Univers, de grootste tent van het festivalterrein, zorgde ook Chinese Man met een originele mix van hiphop en dubstep met jazz- en bigbandinvloeden voor een hoogtepunt. In afwachting van de laatste acts van de avond werd er op de gevels van de oude loods een indrukwekkende videoperformance getoond en werd een aanzienlijke hoeveelheid vuurwerk de lucht in geknald.

Helaas werd die uitstekende zaterdag in extremis gekaapt door een onwaarschijnlijk incompetente Sean Paul op het hoofdpodium. De man blonk vooral uit in het tot in den treure herhalen van zijn eigen naam en was na het eerste nummer al buiten adem. Voor de verdere duur van het optreden hield hij zich vooral bezig met het in stand houden van de karikatuur die hij geworden is. Een aanzienlijk deel van het publiek koos nog tijdens zijn set - terecht - het hazenpad. Het was aan Stephen Marley om op zondagavond als top of the bill beter te doen.