Direct naar artikelinhoud

Kernenergie heeft nog toekomst in Mol

Nucleaire technologie die ingezet wordt voor toepassingen in hernieuwbare energie: het klinkt wat vreemd. Maar bij het Studiecentrum voor Kernenergie in Mol lopen de opdrachten voor de bestraling van silicium, dat gebruikt wordt in elektronica van onder meer windturbines en hybride voertuigen, vlot binnen. 'Kernenergie heeft zeker nog een mooie toekomst in ons land', zegt topman Eric van Walle.

Over een goede tien jaar zal in België geen nucleaire energie meer worden opgewekt. Het plan voor de uitstap uit de kernenergie voorziet dat uiterlijk in 2025 de laatste kerncentrales in Doel en Tihange de deuren sluiten. Toch betekent dat niet het einde van het kernenergieverhaal in ons land.

Het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) in Mol is niet van plan het licht uit te doen. Integendeel. De pionier op het vlak van nucleaire technologie ziet zichzelf nog decennia voortwerken en is van plan om zijn commerciële troeven ten volle uit te spelen om zijn toekomst veilig te stellen.

Het SCK heeft ter zake al een stevige reputatie opgebouwd op het vlak van de productie van radio-isotopen, die in de geneeskunde worden gebruikt. Een kwart van de wereldproductie van radio-isotopen wordt in Mol geproduceerd.

Uitbreiden

Maar het SCK bewandelt ook andere paden. Eén ervan is de bestraling - of doperen - van silicium. Met die techniek wordt silicium geschikt gemaakt als halfgeleider voor hoogenergetische toepassingen, bijvoorbeeld om stroom van windmolens en zonnepanelen op het elektriciteitsnet te plaatsen.

Ook in hybridewagens is het materiaal terug te vinden. "Elke Toyota Prius zou een sticker op de achterruit moeten hebben met de boodschap 'SCK inside'. Die wagen bevat tal van componenten voor elektronica die hier behandeld zijn geweest", zegt Eric van Walle, de topman van het centrum.

Het SCK heeft zich de voorbije jaren opgewerkt tot een van de belangrijkste spelers. "We zijn in 1992 in deze business gestart. We waren een van de eerste om te erkennen dat dit een belangrijke markt is. We verwachten dat ze in de toekomst verder zal aantrekken", zegt Van Walle.

Wereldwijd wordt ongeveer 150 ton silicium bestraald in nucleaire installaties. Het SCK heeft nu een kwart van die markt in handen, maar mikt op 50 procent. Dat is geen blufpoker, zo wordt in Mol beklemtoond. "Er zijn maar vier à vijf nucleaire onderzoeksreactoren ter wereld die kennis in huis hebben om silicium te bestralen. De kwaliteit die we hier produceren, is uniek. De industrie, vooral vanuit China, komt zelf bij ons aankloppen."

Om zijn ambitie waar te maken, zal het SCK zijn productiecapaciteit gevoelig moeten uitbreiden. Het is al voorzien om een extra installatie aan te sluiten op de onderzoeksreactor BR2, die gebruikt wordt voor de bestraling van silicium. Het is ook de bedoeling om de reactor veel intensiever te gebruiken.

Het SCK wil ook zijn oudste reactor, de BR1, in de strijd werpen voor het bestralen van silicium. Van Walle: "Vandaag wordt die reactor iedere ochtend opgestart en 's avonds weer stilgelegd. We kunnen die installatie eventueel 24 uur per dag laten draaien."

Vanuit milieuhoek is er kritiek op de grotere betrokkenheid van de nucleaire industrie in de siliciumbusiness. Silicium gebruiksklaar maken als elektronische component kan ook met andere technieken. Waarom er dan nucleaire technologie voor gebruiken? "Onze werkwijze levert een veel beter resultaat op. De nucleaire technologie is absoluut noodzakelijk om elektronische componenten te bouwen voor hernieuwbare energie. Het is toch niet omdat wij nucleair onderzoek doen dat we tegen hernieuwbare energie zijn", reageert Van Walle.

Dat er mogelijk veiligheidsrisico's verbonden zijn aan de activiteit omdat oude onderzoeksreactoren 'overuren' gaan draaien, wijst de kernfysicus resoluut van de hand. "De BR2 is vijftig jaar. Je zou kunnen zeggen dat hij stokoud is. Maar hij is de voorbije decennia telkens vernieuwd. De BR2 ziet eruit als nieuw. Het enige originele stuk in de installatie is het reactorvat."

Dat vat is van een heel ander type dan de vaten van de kernreactoren van Doel en Tihange, die momenteel stilliggen vanwege de vele scheurtjes die in de reactorwand werden vastgesteld. "Het vat is van aluminium en is in niets te vergelijken met de vaten in andere kernreactoren, en het beantwoordt aan alle veiligheidsvoorschriften", zegt de topman.

Experts opleiden

Over de nog oudere BR1, een grafietreactor die dateert van 1956, willen ze in Mol evenmin een kwaad woord horen. België kreeg de BR1 cadeau van de Verenigde Staten voor het leveren van het uranium voor de atoombom die Hiroshima trof. "Het is fascinerend om te zien dat zo'n oude machine vandaag nog altijd van topkwaliteit is. De veiligheid van deze installatie staat buiten kijf", is in Mol te horen.

Volgens Van Walle mag het hele nucleaire verhaal in België zeker niet stoppen nu ons land beslist heeft om zijn kerncentrales te sluiten. "Het is niet omdat België uit de kernenergie stapt, dat het SCK zijn activiteiten moet stoppen. Na de phase-out is er nog gedurende een honderdtal jaren werk. De nucleaire installaties moeten op een veilige manier worden ontmanteld. En er moet verder worden nagedacht over de afvalproblematiek. Hoe reduceer je bijvoorbeeld de radioactiviteit van het afval? Daar heb je meer mensen voor nodig dan alleen een geoloog die weet hoe hij nucleair afval in de grond moet stoppen."

"De kennis die in Mol aanwezig is, is ook belangrijk voor de onafhankelijkheid van ons land. De kerncentrales zijn weliswaar in handen van de Fransen, de Belgen moeten wel de controle over de nucleaire sector behouden. We moeten de experts kunnen opleiden die die controle kunnen uitoefenen, anders voelen we ons niet veilig. Ook dat is een opdracht van het SCK", zegt de topman.

Om die activiteiten te kunnen voortzetten, heeft het SCK geld nodig. Het centrum krijgt jaarlijks miljoenen subsidies van de overheid, maar moet ongeveer de helft van zijn werkingsmiddelen zelf opbrengen. De commerciële activiteiten, zoals de productie van radio-isotopen en silicium, zijn dan ook broodnodig om de balans in evenwicht te houden.

In de komende jaren zijn extra centen meer dan welkom. Eerst om de verlenging van de levensduur van de BR2 te verzekeren. Het centrum spreekt met het FANC, de toezichthouder in de nucleaire sector, over de investeringen in de BR2 die nodig zijn om een nieuwe licentie voor de periode 2016-2026 in de wacht te slepen.

Vervolgens om te investeren in de Myrrha, de opvolger van de BR2, die het SCK in 2023 in dienst wil nemen. Het centrum wil die installatie gebruiken om kernafval te 'verbranden', om op die manier de radioactiviteit van het afval fors te reduceren. Het project is uiterst omstreden door zijn hoge kostprijs - het SCK schat het prijskaartje op 960 miljoen euro - en vooral omdat de Myrrha onderzoek kan doen voor een nieuwe generatie van kerncentrales.

"Als je hier de Myrrha bouwt, is dat een enorme troef voor Mol. Dan zullen de onderzoekers hier ook blijven werken", zegt Van Walle. "Werkgelegenheid is een zeer gevoelig thema in de streek. Rechtstreeks zijn hier 700 mensen aan de slag. Indirect geven het SCK en de nucleaire instellingen in de omgeving werk aan 3.000 mensen. De Myrrha kan daar nog eens 2.000 banen aan toevoegen."

De rekening

Van Walle heeft het duidelijk niet begrepen op de kernuitstap. "Ik kan de gevolgen van die beslissing niet goed inschatten. We moeten zeker aan de slag met hernieuwbare energie. Maar daar hangt een kostprijs aan vast. Wie goed zijn boterham verdient, zal zijn energierekening nog kunnen betalen. Maar ik vrees dat wie aan de onderkant van de samenleving leeft zijn factuur niet meer zal kunnen betalen."

Op de vraag of de kerncentrales in Doel en Tihange die vorig jaar gesloten werden vanwege scheurtjes in de reactorwand de energieproductie kunnen heropstarten, houdt hij zich op de vlakte. "We wachten op de resultaten van het onderzoek van het FANC. Als het oordeelt dat de kerncentrales niet veilig zijn, dan gaan ze dicht." Maar, zo voegt hij eraan toe, "het is niet omdat er scheurtjes in de wand van een kerncentrale zijn dat er ook automatisch breuken zullen ontstaan. Elk vliegtuig heeft 100.000 scheurtjes, veel meer dan die kerncentrales in Doel en Tihange. Er bestaat een klein risico, één kans op één miljoen, dat zo'n vliegtuig neerstort. Als je met een wagen rijdt, dan is de kans groter dan één op één miljoen dat je tegen een boom knalt."