Direct naar artikelinhoud

Theater van de hebzucht

Alles zal worden onthuld, o lezer. Het is gewoon een kwestie van tijd. Sommige onthullingen zijn zo heftig dat ze andere onthullingen vijfentwintigduizend miljard keer naar de achtergrond duwen. Ik heb het uiteraard over de som waarvan we vorige week te weten zijn gekomen dat ze door rijken geparkeerd werd in diverse belastingparadijzen. De kans is groot dat je in de kroeg niet moet afkomen met deze onthulling. 'Naïef kieken', krijg je daar allicht te horen, 'dat wist iedereen toch al? Maar er is een verschil tussen weten en weten. En dit weten is er een van zwart op wit, gestaafd door talloze onderzoeksjournalisten uit alle hoeken van het Westen en dat is toch nog iets anders. Dat behoort vanaf nu een onontkoombaar feit te zijn in plaats van ietwat jaloerse klap aan de tapkast.

Een paar dingen vallen op. Zulke lucratieve procedures zijn net ietsje complexer dan het invullen van een nu nog meer complex geworden belastingbrief. Voor het laatste heb je vrijwel zeker een boekhouder nodig en voor het eerste een legertje accountants, advocaten en ander dienstbaar tuig dat als een Pretoriaanse garde je rijkdom aan het zicht van de staat onttrekt. Wat ook verwondering wekt is dat sommige van deze sociale profiteurs beweren dat het wettelijk is, niets aan de hand zelfs: allemaal binnen de krijtlijnen van een maatpak. Maar wat die vijfentwintigduizend miljard ons vooral toeschreeuwen is dit: 'There is no such thing as society'. U weet dat deze gevleugelde woorden ooit het keelgat van de net overleden Margaret Thatcher hebben verlaten en daarmee is haar erfenis zo veel miljard keer duidelijk gemaakt, als na een voorstelling van het Theater van de Hebzucht dat na afloop een hoop armoede, sociale uitsluiting, vrijwel permanente financiële crisis en een daaropvolgende besparingswoede laat zien in plaats van de glamour van het egoïsme op het podium.

De woorden van de IJzeren Madam hebben rondgewaard als een virus, vrijwel iedereen geraakte er door besmet, ook de partijen die groot zijn geworden omdat ze vroeger opkwamen voor de zwakkeren. Ze golden als een herontdekte natuurwet, want ja, het is toch zo, dat iedereen eerst aan zichzelf denkt? De Markt dient te primeren! De Rijken zullen ervoor zorgen dat iedereen vooruit geraakt! Niet dus. Het kransje ultrarijken blijkt een bende gangsters die laten zien wat het betekent wanneer het belang van een gemeenschap wordt weggegomd: ze plegen gelegaliseerde diefstal, en horen thuis achter tralies, na het betalen van een forse dwangsom.

Deze onthulling plaatst de overheid in een lastig parket. Hoe ga je bijvoorbeeld in tijden van onrustwekkende werkloosheid verkopen dat de VDAB vanwege besparingen tientallen werkwinkels moet sluiten, dat de armen moeten worden gecontroleerd op sociale fraude en dat we vooral allemaal de broeksriem moeten aanhalen vanwege een crisis die nota bene door collectieve hebzucht is veroorzaakt en intussen de grootste diefstal uit de naoorlogse geschiedenis ongemoeid laten? En hoe kun je als overheid blijven beweren dat er zoiets bestaat als een gemeenschap? We hebben al twee generaties politici meegemaakt die deze diefstal mee mogelijk hebben gemaakt. Ik weet dat we in een kortetermijnsamenleving dwalen waar er wordt verwacht dat mensen onverschillig blijven bij de grootste leugen. Maar soms gaan onthullingen zo diep dat zelfs vijfentwintigduizend miljard excuses niets wegmasseren. Soms moet er gewoon iets gebeuren dat weer vertrouwen schenkt. Soms moet je de ballen hebben om te zeggen dat diefstal niet loont omdat 'society' wel degelijk bestaat. Soms moet je rampzalige flauwekul begraven met het mens dat diezelfde flauwekul op de wereld heeft losgelaten.