Spanje vraagt 40 miljoen voor banken

De Spaanse financiële sector heeft beslissende dagen voor de boeg. Morgen doet de vicevoorzitter van de Europese Commissie, de Spanjaard Joaquín Almunia, uit de doeken welke plannen Brussel met de Spaanse autoriteiten heeft uitgewerkt voor de noodlijdende Spaanse banken.

De krant El País wist in Spaanse regeringskringen en bij Europese bronnen al wat informatie los te weken. Volgens het dagblad gaat de conservatieve regering van premier Mariano Rajoy Europa uiteindelijk om een reddingsboei smeken van 40 tot 42,5 miljard euro. Het bedrag ligt hoger dan verwacht. Tot nu toe circuleerden immers cijfers van 35 tot 37 miljard euro voor de sanering van de Spaanse financiële instellingen.

"De vier genationaliseerde banken kunnen rekenen op 37 miljard euro", bevestigde de Spaanse minister van Economie, Luis de Guindos, gisteren. De cajas in kwestie zijn Bankia, Novagalicia, CatalunyaCaixa en Banco de Valencia. In de zogenaamde bad bank, die de naam Sareb meekrijgt, wordt volgens El País 2,5 miljard gepompt. Met de resterende 2 tot 3 miljard euro wil de Spaanse overheid instellingen helpen die niet genationaliseerd zijn, maar wel snakken naar vers kapitaal en dat niet op eigen kracht kunnen ophalen omdat ze hun filialen niet aan redelijke prijzen verkocht krijgen.

Aan de Europese steun hangen vanzelfsprekend voorwaarden. Voor de genationaliseerde Spaanse banken zouden de criteria al duidelijk omlijnd zijn.

Bankia zou haar personeelsbestand met bijna 6.000 mensen moeten inkrimpen. Novagalicia zou ruim 2.000 werknemers de laan moeten uitsturen en bij CatalunyaCaixa zouden 1.000 banen op het spel staan.

Sinds de wereldwijde financiële en economische crisis in 2008 in volle hevigheid losbarstte, gingen bij de Spaanse cajas al 22.000 jobs verloren. Vandaag zijn nog zowat 110.000 mensen actief bij die instellingen. Na de nakende saneringsronde zullen dat er nog ongeveer 100.000 zijn.