Direct naar artikelinhoud

'Wij deurwaarders kunnen niet emotioneel zijn'

Crisistijden betekenen schulden. En waar schulden zijn, draven gerechtsdeurwaarders op. Enkele dagen in het spoor van die deurwaarder bewijzen dat de logica steek houdt. 'En toch willen ze twéé flatscreens, want de buren hebben dat ook.' Lotte Beckers

et is koud, grijs en het blijft maar regenen. Deurwaardersweer, zeggen ze in de beroepsgroep zelf. Gerechtsdeurwaarder Johan Genbrugge parkeert zijn wagen voor een pronte villa, omgeven door een hoge haag en een gietijzeren hek, ergens in een welvarende randgemeente van Antwerpen. Als niemand opendoet, wrikt slotenmaker Jan behendig de voordeur los. In de ruime hal floept het licht aan, aan het plafond hangt een enorme glazen luster.

"Tot over hun oren in de schulden", had Genbrugge onderweg al verteld. "Altijd grote bedragen. Deze keer gaat het om 65.000 euro, ze komen van 134.000. Maar in oktober zijn ze ineens gestopt met betalen. Die man is met ongure zaakjes bezig, maar leeft ook op te grote voet. Het is niet wat je verwacht, binnen."

De villa oogt vooral leeg en desolaat. De keuken en woonkamer zijn een rommeltje, maar in de andere kamers, en dat zijn er zeker een tiental, zijn meubelen plompverloren weggezet. Een leren leesstoel in een voorts lege kamer, ergens in een hoek een elektrische piano onder een laken, de slaapkamer met enkel een bed. Op de rekken van de talrijke ingebouwde kasten af en toe een eenzame vaas. Alleen de inloopkast is goed gevuld, met nette pakken, jurken en pumps. Op de eettafel staan nog de resten van het ontbijt, in beide badkamers liggen handdoeken en ondergoed op de grond. De living is bezaaid met kleurrijk speelgoed voor baby's.

Genbrugge haalt zijn typemachine en blauw carbonpapier boven, Jan en de politieagent, die hem altijd begeleidt, kammen de kamers uit, op zoek naar spullen die waardevol genoeg zijn om mee te nemen als de eigenaars niet snel met geld over de brug komen. De oogst is mager. Jan wijst naar de losse kabels die uit de slaapkamermuur komen. "De vorige keer hing hier nog een flatscreen."

"Een charlatan", weet de deurwaarder, terwijl hij een kopie van de lijst uit zijn typemachine draait en in een envelop achterlaat op de eettafel. Officieel bezit de eigenaar zelfs geen auto. Later zal Genbrugge vertellen dat hij soms in villa's komt met twee matrassen op de grond. "Die mensen betalen elke maand dik 3.000 euro huur. Leven boven je stand, dat houdt niemand vol."

Verborgen armoede

Het zijn drukke tijden voor deurwaarders. Als er één beroepsgroep is die elke dag de impact van de economische crisis ziet, dan wel zij die de schuld komen innen. "Het scharnierpunt was 2008, het jaar waarin de bankencrisis losbarstte", zegt Jan De Meuter, deurwaarder in Antwerpen en ondervoorzitter van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders.

Hij heeft wat cijfers bij elkaar gesprokkeld. Het arrondissement Antwerpen telde vorig jaar 857 uithuiszettingen, of 30 procent meer dan vijf jaar geleden. Het Antwerpse Centrum voor Algemeen Welzijnswerk kan de toevloed van dakloze gezinnen niet meer aan. Het aantal afbetalingen voor ziekenhuisrekeningen waarbij de deurwaarder uiteindelijk tot een regeling moet overgaan, is sinds dat crisisjaar gestegen met een kwart. Ondertussen loopt nog maar 60 procent van de afbetalingsplannen volgens schema, terwijl dat in 2008 nog driekwart was. Een vijfde van de dossiers wordt bijna meteen weer afgesloten omdat het toch geen zin heeft, het sop is de kool niet waard.

"Daling van de koopkracht," zegt De Meuter, "dat gaat niet over iemand die zijn BMW moet ruilen voor een Skoda, want dat zijn luxeproblemen. Daling van de koopkracht, dat is die groeiende groep mensen die geen ziekenhuisrekening meer kunnen betalen zonder een afbetalingsplan."

Sinds dat keerpunt in 2008 springen volgens De Meuter twee groepen in het oog: zij die zich niet bekend willen maken, en zij die nergens geholpen worden. Twee uitersten van hetzelfde fenomeen: verborgen armoede. "Niemand kiest ervoor om in armoede te leven. Maar de grootste klagers hebben niet het meeste nood aan hulp. Wie echt in de problemen zit, dat zijn de mensen die overal tussen vallen en nergens kunnen klagen. Vorige week nog vertelde een man in de lift me in gebrekkig Nederlands dat hij al zeven jaar wacht op papieren en nergens steun krijgt. Ik wil me niet bemoeien met het asielbeleid, maar zo'n man komt er bij het OCMW niet in en weet niet dat er zoiets bestaat als collectieve schuldbemiddeling. Voor hem zit er niets anders op dan in de illegaliteit te duiken. Dit zijn mensen voor wie er geen oplossing is. Of toch geen oplossing die wij kunnen aanbieden, want legaal gezien kunnen deze mensen nergens terecht. Het andere uiterste, dat zijn de tweeverdieners die door pech en omstandigheden terugvallen op een lager inkomen, en die de schijn blijven ophouden. Die mensen moeten over hun fierheid stappen, en hulp vragen."

Guido Dupont is kandidaat-deurwaarder in de Antwerpse omgeving. Als mensen de huur niet meer betalen of hun buren het leven onmogelijk maken, dan begeleidt hij de uithuiszetting. "Mensen die in schrijnende armoede leven, die kunnen amper schulden maken. Het gebeurt ook dat we hun spullen niet in beslag nemen, vaak is er ook niets om mee te nemen. Bij grote villa's is er vaak sprake van fraude, of iemand die om principiële redenen niet wil betalen. En bij de middenklasse begint het vaak met een partner die vertrekt, ziek wordt of zonder werk valt. Iedereen kan snel in de miserie zitten, en het is moeilijk om er weer uit te geraken."

Opvoedingsprobleem

De volgende ochtend, zeven uur. De zon schijnt flauw, langzaam ontwaakt de stad. Genbrugge belt aan bij een groezelig appartement, een slaperige jonge man in joggingbroek doet open. Hij is veroordeeld omdat hij een groot telecombedrijf nog 2.000 euro verschuldigd is, aldus het dossier. De man vertelt dat hij uit de dakloosheid komt, hij woont hier nog maar net met vrouw en kind. "En nu komen alle schuldeisers tegelijk. Ik werk aan een collectieve schuldenregeling." Genbrugge knikt en port de jongen aan om snel werk te maken van een afbetalingsplan. De typemachine registreert een oude kast en een waterkoker, meer valt er niet te rapen.

"Die jongen ken ik nog", vertelt Genbrugge als we drie minuten later weer buiten staan. "Je moet een paar dingen opschrijven, anders betaalt hij niet. Je moet wat druk zetten. Beslag leggen is sowieso een uitstekende manier om mensen te doen betalen. Als je plotseling met een politieagent in hun living staat om de meubelen op te schrijven, beseffen de mensen wel dat ze in actie moeten schieten."

Volgend adres is een man die in een vechtscheiding zit. Dat er ineens wildvreemden in zijn woonkamer staan om de meubelen te taxeren, lijkt weinig indruk te maken. Hoe hij zijn ex kan verplichten om mee te betalen, dat interesseert hem des te meer. Ook nummer drie, een onbetaalde ziekenhuisrekening, blijkt een vaste klant: een begrafenisondernemer met een trendy bril maar met gaten in de schoenen en een rafelig hemd. En zo gaat Genbrugge de hele dag van deur tot deur, twintig, soms wel dertig beslagen per dag. "Ik stel tegenwoordig vast dat het vaak in de familie zit", vertelt hij. "Vroeger kwam ik bij de ouders over de vloer, nu klop ik aan bij de kinderen. Het idee dat je pas betaalt als de deurwaarder is gekomen, dat zit daar toch ergens ingebakken."

De Meuter heeft ook die indruk: "Ik wil niet stigmatiseren, maar het heeft een stuk te maken met opvoeding. Steeds vaker zien we mensen met een iPhone en twee flatscreens, die evenwel niet in staat zijn om de huur te betalen. Willen of kunnen, dat laat ik in het midden. Dat noem ik geen armoede, dat is een opvoedingsprobleem. Maar wel eentje dat in armoede uitmondt."

Chris Bombay, gerechtsdeurwaarder in Dendermonde, verbaast zich erover dat vele mensen van niets weten. "Als wij verhuizen, dan sluiten we water en elektriciteit af. Maar er zijn ook mensen die gewoon vertrekken en uit de lucht vallen als je ze later de rekening onder de neus schuift. Of een bedrijfsleider die een dikke auto koopt omdat er veel geld binnenkomt, maar die het verschil tussen netto en bruto niet kent. Met contracten en belastingaangiften hetzelfde verhaal. Het zou goed zijn als we humaniorastudenten een basis financiële intelligentie zouden bijbrengen."

Verkeerde deur

Genbrugge belt aan bij een nieuwbouwhuis in gele baksteen in een rustige wijk. Hij bonkt luid op de deur, tikt op het raam. Op de vensterbank staan fleurige bloemen. Geen reactie, Jan haalt zijn boor boven. "Een zaakvoerder die de één of andere belasting niet heeft betaalt; 700, 800 euro, iets van die orde. We staan hier al voor de vijfde keer, nooit is er iemand thuis. We laten altijd een brief achter. Dat is toch raar, dat die mens niet gewoon betaalt?"

Jan vloekt dat hij de verkeerde deur heeft gekozen, de sleutel zit er binnen nog op. Genbrugge wijst ondertussen naar de buren. "Al gemerkt dat nooit iemand komt kijken wat er aan de hand is? Sociale controle? Nul. In de stad is het nog erger."

Binnen ontvouwt zich dezelfde routine. Genbrugge met zijn typemachine aan tafel, Jan en de politieagent die scannen: de modern ingerichte woonkamer, de kamer ernaast met naaimachine en lappen rode stof met stippen, de kast vol vrolijke familiefoto's, de designkeuken. "Driezit in roze skai," roepen ze, "witte kast met vier laden en twee deuren", "koelkast van Smeg". De lijst rolt uit de typemachine, wordt ondertekend en belandt in een dikke envelop op de eettafel. Een verrassing voor het gezin, vanavond. Nog geen tien minuten heeft het beslag geduurd. Binnen, buiten. Op de voordeur, met nieuw slot, kleeft een groene sticker: nieuwe sleutel af te halen bij lokale politie.

Lik op stuk

De Meuter kent maar al te goed het negatieve imago dat zijn sector met zich meetorst, en vindt die perceptie maar niks. "Omdat ze niet klopt. En zelfs al was het waar, dan is het feit dat wij moeten ingrijpen ook een teken dat de samenleving mensen door de mazen van het net laat glippen op het moment dat de moeilijkheden beginnen."

En daarom werkt De Meuter, samen met de Vlaamse regering, aan een plan waarbij huurders die twee maanden betalingsachterstand hebben meteen structureel worden bijgestaan. "Er zullen altijd collega's zijn met een andere visie, maar mijn ervaring leert me dat maar weinig gerechtsdeurwaarders geloven in een lik-op-stukbeleid waarbij je elke schuldenaar de arm omwringt, maar wel in een verhaal van rechten en plichten. Iemand die zijn ziekenhuisfactuur niet kan betalen, moeten we naar ondersteuning leiden. Wie wel kan betalen, moet dat ook doen, want ziekenhuizen hebben dat geld nodig. Het is aan ons om niet willen te onderscheiden van niet kunnen. Niet eenvoudig, in dit economisch klimaat."

Bombay: "Ik vind het heel vreemd hoe iedereen, bijvoorbeeld op feestjes, ons bekijkt vanuit het standpunt van de schuldenaar. Maar wat dan met dat ouder koppel dat een tweede appartementje gekocht heeft, op die huurgelden rekent om van te leven en met een huurder zit opgescheept die niet betaalt? Of een winkelier die geen geld krijgt voor zijn waren? Die mensen lijden ook schade. De maatschappij heeft naar mijn gevoel te veel begrip voor de schuldenaar. Bijna per definitie is dat een arm slachtoffer dat geen verantwoordelijkheden heeft en niets verkeerd doet. Die sukkelaars bestaan, dat is zeker, maar dat verhaal gaat niet op voor iedereen die met een deurwaarder in aanraking komt."

Zadelt een dossier - een huis zonder meubelen of een gezin zonder dak - de deurwaarders dan nooit op met een wrang gevoel? De heren schudden resoluut het hoofd. "Ik ga 's avonds slapen met een gerust gemoed", zegt De Meuter. "Wij zijn geen cowboys die zomaar overal binnenvallen", vult Bombay aan. "Het moment waarop je bij iemand het huis komt leeghalen, dat is het einde van de procedure. Dan kun je niet emotioneel zijn."

"Kijk, als het echt zover komt, dan is die zaak voor de rechtbank gekomen. De schuldenaar heeft dus de kans gehad om daar zijn verhaal te doen, maar is daar niet in gevolgd. Met dat vonnis gaan we naar die man toe, en we zeggen hem dat hij goed moet nadenken of hij in beroep wil gaan, en nog eens een maand later komen we met een bevel. Volgende stap, maanden later: het beslag. Heel confronterend, twee, drie mensen die plotseling in je huis staan om je meubelen op te schrijven. Daarna volgt nog eens de zogenaamde aanplakking, vroeger zelfs letterlijk op de voordeur. En we proberen de zaak in der minne te regelen. Nu, als een schuldenaar daar die hele tijd niet op reageert, of op geen enkel moment vraagt om een afbetalingsplan, dan voel ik me eerlijk gezegd niet meer schuldig als ik de meubelen kom halen. Dan denk ik vooral: 'Komáán man, je hebt je kans gehad.'"

De Meuter: "Wij maken de wetten niet, maar we kunnen er wel voor zorgen dat ze op een correcte, menselijke manier worden nageleefd. Een deurwaarder moet zichzelf wel in vraag blijven stellen, en moet proberen vergissingen recht te zetten. Als de procedure je dwingt tot stappen waarbij je je niet comfortabel voelt, dan moet je jezelf de vraag stellen of alles correct is verlopen, of je al het mogelijke gedaan hebt om een menselijke oplossing te vinden. De werkelijkheid is niet zwart-wit. Sommige mensen vertikken het om te betalen, bij anderen zie je zo'n opeenstapeling van problemen dat niet betalen vooral een noodkreet is. Het heeft dan ook geen zin je blind te staren op dat geldgebrek. Want wie zijn huur niet kan betalen, die heeft vaak ook problemen met zijn werk, met zijn relatie of met spijbelende kinderen. Voor zo'n gezin zouden hulpverleners één traject moeten uitstippelen, in plaats van tien mensen uit te sturen die elk bevoegd zijn voor een deelprobleem."

"Deurwaarders koesteren de ambitie niet om al die problemen op te lossen, maar ik vind wel dat we een belangrijke signaalfunctie hebben, net omdat wij soms nog de enigen zijn die bij die mensen over de vloer komen. Door aan te geven waar het fout loopt, kunnen we er mee voor zorgen dat bepaalde organisaties vlotter werken. En het minste wat we kunnen doen, is mensen doorverwijzen naar hulp. Soms is dat ook het frustrerende van de zaak: aan de ene kant ben ik bezig met het grotere verhaal, aan de andere kant komen mensen aan ons loket zeggen: 'Ik kan dat niet betalen.'"

Guido Dupont, die de uithuiszettingen doet, ziet het zo: "Ik doe mijn werk graag. Ik ben buiten, kom veel onder de mensen. Ik zie wel veel miserie, maar mijn zus is verpleegster, en ik denk dat zij nog meer ellende ziet. Je mag dat niet mee naar huis nemen. Akkoord, ik ben vaak de boeman. Maar de mensen weten meestal wel dat ze me kunnen verwachten. Ik pak de zaken ook graag rustig aan, discreet. Ik benader mensen zoals ik zou willen dat ze mij behandelen. Ik zal nu niet beweren dat die mensen met een goed gevoel vertrekken, maar ik maak het ook niet erger dan het al is."

Consumeren

"Mensen zeggen altijd dat je armoede kunt vermijden, of er weer uit kunt raken door tewerkstelling. Maar die mensen waarover we het eerder hadden, die groep die zo veel koopt, dat zijn vaak mensen met twee banen", vertelt De Meuter nog. "En niet per se om hun nutsvoorzieningen en basiskosten te betalen, maar om hun algemene consumptie te betalen, kortetermijnimpulsen. Dat is bizar, een nieuw fenomeen ook."

Vinden we het dan zoveel belangrijker om met een dure gsm te bellen, of de laatste PlayStation te kopen? Bombay knikt. "Televisies van twee meter breed, en in de slaapkamer nog één: dan denk ik: 'Ik heb dat niet, mijn secretaresse heeft dat niet, waarom heb jij dat dan wel?' Mensen vinden dat belangrijk voor de buren. Ze zien al die reclame op televisie, en hebben niet de weerstand om te zeggen: 'Ik kan dat niet betalen, ik blijf daar af.' Nee, de perceptie is dat iedereen zo'n gigantische televisie heeft, en dus moeten zij dat ook hebben. Je zou kunnen zeggen dat veel voortvloeit uit, alweer, de opvoeding. Sommige mensen worden door de televisie opgevoed."

De Meuter: "Ik herinner me nog goed dat ik als klein manneke een voetbal van het wereldkampioenschap van 1974 in Duitsland kreeg. Die voetbal, die kostte toen ontzettend veel. Wat kost zoiets nu nog? Vroeger gingen mensen naar de dichtstbijzijnde meubelwinkel en kochten daar een zetel voor het leven. Nu gaan we naar goedkope ketens, en volgend jaar kopen ze een nieuwe. Alles is veel goedkoper geworden, maar we consumeren ook veel sneller. Soms gewoon om er bij te horen."

De Meuter haalt er zijn cijfers nog eens bij: "Het aantal collectieve schuldenregelingen stijgt maand na maand. Al een dik jaar bestaat er een centraal bestand met daarin alle beslagen en schulden dat mensen van justitie, een notaris of advocaat maar toch vooral deurwaarders, kunnen nakijken. Die databank heeft inmiddels al 5 miljoen opzoekingen geregistreerd. Vijf miljoen! Dat is indrukwekkend, he."

Alsof we collectief zwaar in de schulden zitten? De Meuter: "Niet-behéérsbare schulden. Maar tot een gerechtelijke verkoop komt het uiteindelijk bijna nooit." Bombay: "Heel Europa heeft een schuldenprobleem. De hele wereld eigenlijk. En op ons kantoor sijpelt dat door, tot die ene mens."