Direct naar artikelinhoud

Conceptuele kunst met streepje humor

De Godfather van de conceptuele kunst is 82, maar pensioen? Neen. John Baldessari beïnvloedde een hele generatie kunstenaars, van Mike Kelley tot Cindy Sherman. Nu toont hij vijftien nieuwe doeken in de Brusselse galerie Greta Meert.

"I will not make any more boring art." In 1971 noteert Baldessari deze zin op een blad tot het helemaal volgeschreven staat met het sterke statement. Een jaar eerder had hij alle schilderijen die hij tussen 1953 en 1966 maakte verbrand. Tijd voor iets nieuws.

Nadat hij zijn vroegere oeuvre dood had verklaard, werd fotografie zijn medium, het nieuwe werk in kunstgaleries binnenwerken zijn missie. "Vroeger hing fotografie in aparte ruimtes, een getto", zegt Baldessari. "Dat is het verschrikkelijkste wat je kunt doen: kunst categoriseren. Gelukkig zijn galeries nu redelijk democratisch."

De fotografie die hij gebruikte, waren gevonden beelden. Hij schuimde de straten van Los Angeles af en zocht oude kranten, filmstills en reclamefoto's in vuilnisbakken. Die combineerde hij met tekst, waardoor er een nieuwe betekenis ontstond. Hetzelfde doet hij nu in de nieuwe werken die in Brussel te zien zijn: het zijn zwart-witfilmbeelden waarop hij een detail in kleur geschilderd heeft, met daarbij een fragment uit een filmscenario.

Indiaan valt van paard

We herkennen stukken uit de scenario's van Being John Malkovich en Eternal Sunshine of the Spotless Mind. De stills komen uit oudere films. "Die zijn veel goedkoper. Maar de belangrijkste reden waarom ik ervan hou is dat deze beelden al zo vaak gebruikt zijn dat de betekenis afgevlakt is. Zo kan ik er een nieuwe inhoud aan geven."

Film is een grote inspiratiebron. Hij heeft een gigantisch archief filmstills, gesorteerd op onderwerp: "man rijdt op paard, Indiaan rijdt op paard, man wordt neergeschoten met een pijl, Indiaan valt van paard". Niet toevallig vindt hij dat de belangrijkste kunstenaar uit de sixties niet Andy Warhol of Jasper Johns is, maar regisseur Jean-Luc Godard. "Ik hou van films. Nog steeds bekijk ik alles dat interessant genoeg is om niet te fastforwarden. Soms zie ik zelfs twee of drie films na elkaar op één avond."

Fotografie opwaarderen tot kunst is niet de enige verdienste van de boomlange Amerikaan met witte baard. Hij bracht ook humor in de conceptuele kunst. Zo maakte hij de video John Baldessari sings Sol LeWitt waarin hij LeWitts uitspraken over conceptuele kunst zingt. Als een luchtige hommage aan de kunstenaar wiens muurtekeningen nog steeds bewondering oogsten over de hele wereld.

Humor zit ook in fotoreeksen als The Artist Hitting Various Objects With a Golf Club. Daarop is te zien hoe de kunstenaar uiteenlopende objecten wegslaat met een golfclub. Ook andere reeksen tonen exact wat de titel zegt: Throwing Three Balls in the Air to Get A Straight Line of Throwing Four Balls in the Air to Get A Square, telkens de beste van 36 pogingen, het aantal foto's op een rolletje film.

Het bekendst zijn vermoedelijk de stippen die hij over gezichten schildert, een ontdekking die hij toevallig deed toen hij wat met prijsstickers zat te spelen. Sindsdien zijn de hoofden van mensen op zijn werk vaak bedekt met kleurige bollen.

Baldessari's werk mag dan speels en licht ogen, er zit wel degelijk betekenis in. "Het is een contradictio in terminis, maar ik streef ernaar iets te maken dat eruitziet alsof iedereen het zou kunnen, maar waar veel meer achter zit. Mijn grote helden, zoals Matisse of de dichter William Carlos Williams slagen daarin; eenvoud en complexiteit combineren."

Baldessari's humor en lichtheid steekt schril af bij het veel strakkere werk van een conceptuele kunstenaar als Joseph Kosuth. De twee heren illustreren de tegenstelling tussen East en West Coast, het aanzienlijke verschil tussen de kunstscene in LA en die in New York: "LA is geen Europese stad, zoals New York dat wel is", zegt Baldessari.

"New York is een mekka van cultuur, maar wat fijn is aan LA: nobody cares. Niemand maakt zich er zorgen over hoe een werk gepositioneerd is in de kunstgeschiedenis. In LA leven we niet met kunst. We zijn niét in Italië en lopen niét elke dag langs Michelangelo's David. Wij wandelen langs een hamburgerkeet. (lacht) Daarom nemen we meer risico's.

"Ik herinner me de eerste keer dat ik naar Londen ging, er was een kunstcriticus die zei: (spreekt met uptight Brits accent) 'Well, one couldn't very well do that, could one?' Ik zeg: 'Why the fuck not?'"