Direct naar artikelinhoud

Servië duwt poorten van Europa open

Vandaag valt de echte beslissing, maar gisteren al, tijdens een samenkomst van de EU-ministers van Buitenlandse Zaken, was duidelijk dat Servië hoogstwaarschijnlijk de status van kandidaat-EU-lidstaat krijgt.

Het optimisme was gisteren groot in Brussel. Na een bijeenkomst van de EU-ministers van Buitenlandse Zaken zei de Franse buitenlandminister Alain Juppé dat alle bezwaren van de baan waren. En ook de Belgische minister Didier Reynders zei: "Ik hoop dat Servië de status van kandidaat-lid krijgt." Duitsland had zich bij monde van minister Guido Westerwelle positief getoond tegenover een Servisch lidmaatschap.

Vandaag geven de ministers een officieel advies, dat dus naar alle waarschijnlijkheid positief zal zijn. Later deze week, tijdens de EU-top, valt dan een formele beslissing in de zaak.

Servië startte in 2005 met de onderhandelingen voor een EU-lidmaatschap. Maar de gesprekken verliepen traag, vooral omdat Belgrado niet bijzonder veel moeite deed om samen te werken met het Joegoslavië-Tribunaal in Den Haag. Pas vorig jaar kwam er echt vaart in het dossier, nadat in april Ratko Mladic, de oorlogsmisdadiger die al jaren werd gezocht, kon worden aangehouden. Dat was een eis geweest van Nederland. Generaal Mladic was verantwoordelijk voor het bloedbad van Srebrenica, in 1995.

Spanningen

Niets leek een status als kandidaat-lid daarna nog tegen te houden. Maar eind vorig jaar bleek dat de EU-landen nog met een pak reserves stonden tegenover Belgrado. Servië, dat op een positieve beslissing had gehoopt tijdens de EU-top van begin december, kreeg het deksel op de neus. Reden waren de spanningen tussen Serviërs en Kosovaren, die ijveren voor een wereldwijde erkenning van hun onafhankelijkheid.

In 1999 vochten Belgrado en Pristina nog een bloedig conflict uit. In 2008 verklaarde Kosovo zich onafhankelijk nadat het bijna tien jaar lang als autonome Servische provincie was bestuurd door de Verenigde Naties. Zo'n negentig landen erkenden de onafhankelijkheid van Kosovo, maar Servië en ook Rusland, China en Spanje beschouwen de regio nog steeds als een afvallige Servische provincie.

Die kwestie werd vorige week, op het laatste moment dus, opgelost door een akkoord tussen Servië en Kosovo. Servië erkent daarin nog steeds niet de onafhankelijkheid van de voormalige provincie Kosovo, maar kwam wel overeen dat Pristina mee mag doen tijdens overleg van Balkanlanden. Ook is er een overeenkomst bereikt over de bewaking van de grens tussen Servië en Kosovo.

Pas voorwaarts

Belgrado en Pristina raakten het er ook over eens dat Kosovo die naam mag gebruiken in het diplomatieke verkeer, mits er een asterisk aan wordt toegevoegd. Het diplomatiek gebruik van de naam Kosovo stuitte vele Serviërs tegen de borst omdat ze daarin de erkenning zagen van een land. De asterisk, die op naambordjes bij Kosovo zal worden gezet, verwijst zowel naar een resolutie van de VN-Veiligheidsraad, waarin niets wordt gezegd over de Kosovaarse onafhankelijkheid, als naar een arrest van het Internationaal Hof van Justitie, dat de onafhankelijkheid wel wettelijk noemde.

De Europese Commissie verwelkomde het akkoord van vorige week als een flinke pas voorwaarts voor Servië, Kosovo, de EU en de hele regio. En Oostenrijk, Italië en Frankrijk hebben al samen een verklaring uitgegeven waarin staat dat Servië aan alle voorwaarden heeft voldaan.

De status van kandidaat-lid kan al over enkele jaren leiden tot een volwaardig lidmaatschap. Maar zover is het nog lang niet. Onder meer Roemenië ligt in het dossier dwars omdat het van de Serviërs garanties wil over de rechten van de Roemeense minderheid. En ook Litouwen heeft bezwaren, onder andere omwille van de competitie tussen de twee landen voor het voorzitterschap van de Algemene Vergadering van de VN. Daarnaast heeft Litouwen ook vragen bij de warme relaties die Belgrado onderhoudt met Moskou.

Servië houdt in mei parlementsverkiezingen. Voor de centrumlinkse coalitie die aan de macht is, is een toekomstig EU-lidmaatschap van groot belang. Maar in Servië zelf is de bevolking niet echt enthousiast over een mogelijk lidmaatschap. Slechts 51 procent steunt een toetreding, zo blijkt uit een peiling in december vorig jaar.