Direct naar artikelinhoud

'Zo wordt de wereld draaglijk voor mij, en andersom'

In haar blog beschrijft Yasmin Dierickx wat er in haar hoofd gebeurt terwijl ze door de stad wandelt. De jonge vrouw met autisme vertelt wat al die indrukken met haar doen. Verhelderend voor leken, hoopgevend voor wie met autisme geconfronteerd wordt. 'Ik hoop dat jonge kinderen hiermee sneller geholpen kunnen worden.'

Op pagina 2 van deze krant leest u een licht ingekorte versie van de blog van Yasmin Dierickx. 'Heb je er eigenlijk nog veel last van?' is de titel.Eigenlijk is het eenvoudig. Yasmin, een jonge vrouw van 24 die aan de universiteit van Antwerpen een master Nederlands afwerkt, beschrijft hoe ze van haar kot naar het huis van haar vriend wandelt. Twee kilometer door Antwerpen. Via de Franklin Rooseveltplaats en het Centraal Station. Gewoon twee kilometer door de stad.

Gewoon? Niet voor Yasmin. Vijf jaar terug werd, na wat ze zelf als een moeilijke kindertijd beschrijft, eindelijk een diagnose gesteld. "Ik heb autisme", schrijft ze. "Autisme dat niet op autisme lijkt." Officiële diagnose is dat Yasmin een pervasieve ontwikkelingsstoornis heeft, ook wel MCDD genoemd: 'multiple complex developmental disorder'. Volgens haar psychiater heeft ze "geen filter" en krijgt ze alles "los binnen". En dat blijkt. Twee mensen die ruzie maken, blijven hangen. Een Audi TT die passeert? "Onze vroegere buren hadden er ook zo eentje", schrijft ze. Een puber met een zak chips: "Zout, van Lidl, Crusti Croc." Iets verder reikt iemand haar een flyer aan. "Door mijn hoofd flitsen acht willekeurige plaatsen in Antwerpen waar ik eerder aangesproken werd door mensen van hetzelfde bedrijf."

Volgens professor Herbert Roeyers, specialist autisme van de UGent, heel herkenbaar. "Onze hersenen zijn zo georganiseerd dat we details vergeten. Bij haar gebeurt dat niet. Ze krijgt voortdurend prikkels die wij ook krijgen, maar die we vergeten omdat we ze irrelevant vinden. Yasmin onthoudt dat allemaal én koppelt dat daarbij nog aan zaken uit het verleden. Zoals die Audi en die zak chips. Al die informatie opslaan, maakt van zo'n wandeling mentaal een zeer vermoeiende activiteit."

Dat is zo, vertelt Yasmin, die graag schrijft en met dit blogbericht die ogenschijnlijk banale wandeling verwerkte. "Sinds ik het zelf weet, maak ik niet echt een geheim van het feit dat ik autisme heb", zegt ze. "Maar het is niet iets dat je bij een eerste kennismaking deelt. Wat ik heb, is ook niet zichtbaar. Ik ben geen kernautist en het lukt me te functioneren op sociaal gebied. Dat heeft ervoor gezorgd dat de diagnose zo laat kwam."

Generatieconflict

Haar mama, Pascale Monnaie, voelde wel al heel vroeg dat er 'iets mis was met Yasmin'. Uitzinnige woedeaanvallen waren niet normaal voor zo'n kind. "De kinderarts adviseerde ons ook om dit niet te laten passeren", zegt ze. "Maar we hebben zoveel stadia doorlopen. En hoewel ikzelf al heel snel dacht aan een autismespectrumstoornis, deden psychologen het vaak af als een generatieconflict."

Yasmin beseft dat. Weet dat ze het haar ouders als kind vaak moeilijk maakte. "Vaak kregen zij dan te horen dat er allicht iets aan hun manier van opvoeden scheelde", zegt ze nu. "Als toen de juiste diagnose was gesteld, had dat iedereen veel miserie bespaard. Toen ik op mijn negentiende opgenomen werd, moest ik nog zélf smeken me na zes weken daar te houden." Ook dat klinkt professor Roeyers niet helemaal vreemd in de oren.

"Als kleuter had men de diagnose kunnen stellen. Maar nadien ontwikkelde ze vaardigheden om situaties die moeilijk waren uit de weg te gaan. Autisme komt bij meisjes ook minder voor. En nog minder bij begaafde meisjes. Dat is een reden waarom het misschien niet op tijd gezien wordt."

Wie Yasmins tekst leest, wordt mee moe. Zo druk, zoveel indrukken: als ze bij haar vriend aankomt, is rust nodig. En een migrainemiddel: "Zo wordt de wereld draaglijk voor mij en ik draaglijk voor de wereld", schrijft ze. Misschien geldt dat ook voor haar tekst. Die voor leken een wereld opent en dus begrip genereert. Wat de wereld wederzijds draaglijk maakt. "Zelfs voor oma en opa, die het weten, is het niet altijd makkelijk om Yasmin te begrijpen", zegt haar mama. "En ook wij moeten dagelijks rekening houden met haar. Maar hoe ze het verwoord heeft, dat kan inderdaad veel blikken openen."

Dat hoopt Yasmin zélf. "Voor mij is het te laat. Of beter: ik kan niet meer geholpen worden als kind. Maar ik kreeg al twee reacties van ouders van jonge kinderen. 'Jij verwoordt het hoe mijn zoontje van vijf het nog niet kan verwoorden.' Als dat begrip helpt, is dit voor mij geslaagd." En het is een antwoord op die zo vaak gestelde vraag: 'Heb je er eigenlijk nog veel last van?' Ja dus.