Direct naar artikelinhoud

De gewoonheid der dingen

In 'Heylen en de herkomst', vanaf maandag op VIER, reist Martin Heylen (58) naar het land van herkomst van bekende mensen. Zwervend door het Meetjesland, zijn land van herkomst, zegt hij: 'Zigzag langs de grens, dat komt dicht bij de essentie van mijn leven.'

Langzaam zwemt de hoen naar de horizon. Kleine barstjes in het water verraden een subtiele pootbeweging. Zittend in het riet kijkt Martin Heylen naar de hoen. "Toen ik alleen ging wonen in Eeklo, ik was tweeëntwintig, heb ik het begin van tuberculose opgelopen. Zes maanden bleef ik aan mijn bed gekluisterd en toen heb ik beseft dat alles wat er nog bij kwam extra was. Sindsdien sta ik elke ochtend met plezier op, want het is nooit meer uit mijn gedachten geweest. Ik ben mezelf heel bewust van het geluk van het leven."

Het heeft vijf uur geduurd eer dit verhaal hier is aanbeland. In de Kerkenhofstede, aan het fietsknooppunt nummer 40, aan de zoom van het Leopoldkanaal. In die tijd heeft Martin Heylen, op 18 januari 1956 geboren in Oosteeklo, zijn levensverhaal verteld. Hij doet dat zeer gedetailleerd, allesbehalve chronologisch en in keurig Nederlands. Tenzij oude bekenden hem aanspreken, dan gebruikt hij de taal van hier. "Die verhoudt zich tot het Nederlands zoals het Swahili zich tot het Nederlands verhoudt. Geen enkel woord is hetzelfde."

Het begon al mooi, die ochtend, op het kerkplein van Oosteeklo. Er is een haan die kraait. Iemand die begraven wordt. Een gastenboek in de Heilig Kruis en Onze-Lieve-Vrouwkerk, met een zin die prikkelt: "Het deed me deugd hier tot rust te komen."

Martin Heylen zit in café Den Eikel en drinkt koffie. Een deca van de machine. "In Oosteeklo is weinig te zien, daar moeten we eerlijk in zijn. En de meeste mooie dingen zijn intussen verdwenen. De parochiezaal, het gemeentehuis, café 't Achterkwartier. De prettige chaos gaat eruit, terwijl ik daar net zoveel van hou. Maar ik ben nog steeds heel trots op dit dorp. Omdat het een eigenheid heeft, een identiteit, een mentaliteit. Er is altijd heel veel samenhorigheid geweest en ook de taal en de humor zijn anders dan in andere dorpen. Die eigenheid draag ik nog steeds mee."

Licht in Oostende

Heden woont Heylen in Oostende. De lokroep van het water werd te groot, zegt hij. De romantiek van de zee, de grens. Bovendien zat hij vast, voelde hij zich wegzinken. En dus was een kleine migratie nodig.

Over zijn kleine migratie. "Drie jaar heeft het geduurd voor ik me van Oosteeklo heb kunnen losmaken. Het is niet te geloven hoe diep je verankerd kunt zitten in je afkomst. Maar het is nodig geweest, het verleden werd te veel een dood gewicht dat ik overal meetorste. Al mijn vrienden gingen met pensioen en ondertussen ken ik meer mensen op het kerkhof dan op straat. In Oostende stappen mijn vrouw en ik veel lichter door het leven, in twee betekenissen. Het licht in Oostende is helemaal anders dan het licht hier of in Gent. Minder donker, vooral in de winter. En omdat ik het aangedurfd heb om mij te ontwortelen leef ik ook lichtvoetiger. Ik heb boeken weggegooid, ik durf het eindelijk zeggen, foto's, spullen, souvenirs. De hele wereld afgereisd, van overal dingen mee naar huis gebracht, maar het verliest zijn betekenis. Op het moment dat ik van het containerpark wegreed voelde ik tegelijk diepe droefheid en een enorme opluchting."

Over de grens, hier vlakbij. "Niets zo leuk als een grens waar je kunt oversteken en weer terugkeren. Zigzag langs de grens, dat komt dicht bij de essentie van mijn leven. De grens aftasten, genieten van de oversteek en de terugkomst. Ja, dat moet het zijn. Ik word er zelfs ontroerd van terwijl ik het zeg."

Over het water. "Het water heeft mij altijd sterk aangetrokken. En hou ouder ik word, hoe erger het is. Daarom hou ik ook zo van Oostende. Het is een terminus en dat brengt in mij een gemoedstoestand naar boven die veel beter is om creatief te zijn. De drukte is weg."

Wanneer Heylen die woorden uitspreekt is het decor van dit verhaal al meermaals gewijzigd. Langs de Stroomstraat is het naar de Hazelarenhoek gegaan, van daaruit naar café De Kring in het centrum van Boekhoute, maar bovenal is het verhaal van mens naar mens gesproken, Heylens melk en honing. Aan elke plek hangt een ziel, zegt hij in de auto, maar het zijn vooral de mensen die blijven boeien.

Er is gestopt bij oud-gebuur Julien, ver in de tachtig, en zijn hond Tarzan. "Awel, awel, awel. Wat krijgen we nu?" Bij het huis waar Heylen tot voor kort woonde, onvermijdelijk haast. "Wat ik nu voel? Het kriebelt in mijn borst. Een vreemd gevoel dat ik niet kan duiden. Misschien is het aantrekkingskracht, misschien is het afstoting. Misschien heeft het er zelfs niets mee te maken. Zoals je een oude vriend of vriendin ziet en je voelt ineens van alles opkomen, dat is het. Denk ik."

Ook gestopt bij boezemvriend Luk, wonend in een huis met een mooie want wilde tuin.

- 'Zeg het een keer, Luk, waarom zijn wij zo goed gemaatst?'

- 'Ja Martin, de deugnieterij zeker? En omdat we dezelfde microbe te pakken hebben: bij de mensen zijn, amuseren, entertainen. Daardoor hebben we indertijd toch ook de vzw Niet Te Veel Mayonaise opgericht, voor de rebelse dorpsfeesten?'

- 'Opstandig cabaret, dat vonden wij geweldig. Zoals de anarchisten in Zuid-Amerika, in het verzet tegen Pinochet, wel, in die stijl waren wij hier ook bezig.'

- 'Weet je nog, met dat lege mayonaisepotje dat we in alle brievenbussen gingen steken? Paniek dat er toen is uitgebroken.'

- 'En die keer dat we een lege leeuwenkooi op het dorpsplein wilden zetten. Met het poortje op een kier, meer niet. Misschien goed dat we dat uiteindelijk niet gedaan hebben.'

Wroeten in de modder

Tijdsprong naar café De Kring in Boekhoute. Heylen bestelt wannekes en zekerds, twee zeevruchten die hij in geen jaren heeft gegeten. "In mijn jeugd ging ik die altijd rapen. Samen met mijn vader in de Westerschelde. De hele dag stonden we gebukt, wroetend in de modder."

Het geluid van botsende biljartballen. Spaarkas De Terugkerende Koolkappers. De Maagd Maria die alles overschouwt.

Heylen: "In deze omgeving ben ik opgegroeid. Mijn moeder heeft lange tijd een volkscafé opengehouden in Oosteeklo. Café De Sportwereld en later café De Muze. Dan zat ik in de keuken, waar zij eten kookte, te luisteren naar de verhalen van figuren die almaar zatter en zatter werden en uiteindelijk in slaap vielen in onze zetel. Grote verhalen over mensen uit de fabriek. Altijd maar verhalen, verhalen, verhalen. Daarom heb ik hier altijd zo graag gewoond, het bulkt hier van de verhalen. Er was niet zoveel te doen hier, dus iedereen vertelde maar. En ik ondertussen een hele dag biljarten tegen mezelf. Of vogelpikken.

"Ach jong, ik zou een verhaal à la De helaasheid der dingen kunnen schrijven. Minder marginaal maar minstens zo kleurrijk. En zo heb ik ook al mijn mensenkennis opgedaan. Van veel mensen vergeet ik de namen, of hun geschiedenis, maar het gevoel vergeet ik nooit. Bij sommigen weet ik, zelfs als ik ze jaren niet heb gezien, 'wegwezen, Martin, zo rap mogelijk', bij anderen is het 'allee, voor twee minuten' of 'kom hier dat ik je vastpak'. Mijn geheugen werkt veel beter op gevoel dan op namen of feiten."

Ieder mens is vele levens, een ladenkast van verhalen. Ook Martin Heylen. Heel vroeg is hij de zoon van 'die cafébazin en die camionchauffeur'. Een socialistische camionchauffeur dan nog. "Mijn vader werd daarvoor met stenen bekogeld door de kinderen van de zondagsschool. Wij waren dus niet bepaald de elite van het dorp. 'Jij bent niet van onze soort', ik heb het ook moeten horen. Als je dat hebt meegemaakt, is het echt niet moeilijk om de juiste vragen te stellen wanneer Meyrem Almaci vertelt over hoe zij als kind werd gediscrimineerd."

Op zijn zestiende wisselt Heylen school voor fabriek in. Textiel, daarna hout. "Maar na een paar jaar wou ik uit de fabriek raken. Ik zag twee wegen om dat te bereiken, de muziek en de taal. Ik heb het eerst via saxofoon geprobeerd, maar nadat ik met een stuk in mijn kraag eens hard om mijn gezicht was geknald en al mijn voortanden had gebroken, heb ik die droom vlug opgeborgen."

Na een korte passage bij Meetjesland Expres, waar hij voor het eerst met fotograaf Patrick De Spiegelaere samenwerkt, komt Heylen bij De Morgen terecht. "De redactie was toen nog in de Bagattenstraat in het centrum van Gent. Ik bleef vaak hangen in café 't Keetje en ik sprak veel met de mensen uit de stad. Daar is een soort gespletenheid in mij ontstaan die ik de rest van mijn leven zal meedragen. Als ik in het dorp kom, krijg ik altijd een gevoel van warmte maar op het einde van de dag rij ik fluitend naar de stad."

Ook na De Morgen blijft Heylen dappere keuzes maken. Hij kiest voor een freelancebaan bij Humo. Voor radio, jeugddroom Jan Wauters achterna. Voor televisie, intussen zeventien jaar geleden. Gaandeweg is Heylen een handelsnaam geworden. Als reporter in Man bijt hond, in de series Terug naar Siberië en God en klein Pierke, nu weer in Heylen en de herkomst, waarvoor hij met bekende mensen als Barbara Sarafian, Meyrem Almaci, Jani Kazaltzis en Elodie Ouedraogo naar hun land van herkomst is gereisd, altijd is in het portret de ziel van de meester zichtbaar. "Dat is voor mij het hoogst haalbare. Dat ik dingen maak die duidelijk van mij zijn. Hoger kan ik niet komen. En je kunt de mensen maar ontroeren als je zo dicht mogelijk bij jezelf blijft. Daarom ook dat ik elke dag probeer te streven naar gewoonheid. Ik vind mezelf eigenlijk wel speciaal maar ik probeer zo gewoon mogelijk te doen. Speciaal doen kost toch alleen maar energie. En geld."

Haast in één adem zegt hij: "Maar ik wil niet blijven stilstaan, ik wil blijven evolueren. Je moet dat altijd behouden, denk ik, het gevoel dat er ergens een nieuwe bestemming ligt te wachten. Vernieuwen brengt altijd zuurstof in je leven. En status is altijd gevaarlijk. De vraag 'Blijf ik hier zitten of maak ik tabula rasa en zet ik een nieuwe stap?', waarschijnlijk is dat de definitie van een midlifecrisis. Alleen heb ik die al mijn hele leven."

Misschien gaat dit verhaal daar wel over. Over rusteloosheid en migratie. Over de eeuwige drang om jezelf, en je leven, nooit in slaap te laten wiegen. "Dat heb ik van mijn vader, die wou ook altijd met zijn camion de baan op."

Koeien smokkelen

Van café De Kring gaat het naar de polders, naar de hoen en knooppunt nummer 40. "In deze streek heeft mijn vader tijdens de oorlog gesmokkeld. Boter, koeien soms. Maar kijk vooral goed naar de lucht. Zoals hier zie je die nergens anders. Uren heb ik hier in het gras gelegen en naar de lucht gekeken." Nu de horizon nadert, zachtjes en helder, kan de toekomst besproken worden. Langs twee verhaallijnen die veelzeggend zijn, Twitter en wellness.

Eerst Twitter. "Sociale media, ik zou er mijn neus voor kunnen ophalen. Maar ik vind het enorm boeiend en dus wil ik er alles over weten. Alleen gaat het zo veel om output en zo weinig om input. Het luisteren is verdwenen. Het telt niet op, het blijft tegen elkaar aanbotsen. Daarom heb ik besloten om deze week een tweet te lanceren: 'maar hoe is het eigenlijk met u?'"

Dan wellness. "Uiteraard denk ik wel eens over wat er na tv kan komen. Writer in residence? Jawel, mijnheer. Naar een vreemde plek gaan en er iets over schrijven, ik doe niets liever. Of consulting, jonge mensen coachen. En ik verlang ook naar een postcarrière als verslaggever van wellness- en luxebehandelingen. Ik behoor bijna tot de doelgroep en ik ben zeker dat ik dat goed zou kunnen beschrijven."

Nog een laatste dialoog. Gehoord in een tuin met zicht op de grens, een tuin met een verhaal.

- 'Ja, ja Martin. In februari is 't gedaan. Dan ga ik op pensioen. Het werd tijd. Alhoewel, zo'n werk gelijk gij zou ik ook nog willen doen. Geef toe, ge zijt gij toch al op veel schone plekken geweest hé.'

- 'Dat is waar. En ik ben er blij mee ook. Nu heb ik weer op een mooie plek gezeten. Mykonos. Speciale cafés ginder. Ge zult wel zien.'

- 'En wanneer zenden ze dat uit?'

- 'Alle maandagen. Op VIER, dus met reclame ertussen. Ge zijt gewaarschuwd.'

- 'Geen probleem. Dan spoelen we 't wel door. Dat gaat ook.'

Heylen en de herkomst, vanaf maandag om 21.05 uur op VIER. Aflevering 1: met Elodie Ouedraogo naar Burkina Faso. Het gelijknamige boek verschijnt eind april. In de tuin van boezemvriend Luk vindt op 21 juni het internationale accordeonfestival 'Den Gladdigen Durpel' plaats. www.de-accordeon.be