Direct naar artikelinhoud

Dadendrang Juncker doet lidstaten huiveren

Meer macht voor de Europese Commissie en meer Europa. In zijn 'Europese Troonrede' nam Commissievoorzitter Juncker afstand van de trend naar meer macht voor de lidstaten en minder Brussel. Wat beweegt Juncker, die hoe dan ook niet terugkeert, en welk probleem ziet hij?

In zijn State of the European Union, de jaarlijkse rede van de voorzitter van de Europese Commissie, maakte Jean-Claude Juncker zijn ideeën voor de EU glashelder. Hij wil in de eerste plaats af van de monetaire tweedeling in Europa door alle EU-landen de euro te laten invoeren. Van de huidige 28 lidstaten hebben 19 dat al gedaan, zoals het Europees Verdrag ook voorschrijft. Als Londen in 2019 is uitgezwaaid, zit 85 procent van het Europese bruto product in de eurozone.

Het euroblok zou geleid moeten worden, zo stelt Juncker, door een Europese minister van de Economische en Financiële Zaken die tegelijk Europees Commissaris is. De eurogroepvoorzitter (die de lidstaten zelf kiezen) wordt dus ingeruild voor iemand met een dubbele pet, net zoals de huidige EU-buitenlandchef. De eurominister krijgt een aparte begroting om de landen te ondersteunen bij pijnlijke hervormingen en zware crises.

De lidstaten huiveren bij deze dadendrang van Juncker. Ja, de eurozone moet anders, het noodfonds mag een Europees Monetair Fonds worden en Berlijn en Parijs staan niet afkerig van een Europees minister van Financiën. Maar het enthousiasme neemt af bij de vraag of die superminister lid moet zijn van de Commissie.

Dwang bij het invoeren van de euro stuit helemaal op verzet. Polen, Hongarije, Tsjechië en Zweden gruwen van zo'n soevereiniteitsoverdracht. De boosheid over de Brusselse asielquota, waarbij de Oost-Europese landen werden overstemd, zijn een teken aan de wand.

Bankenunie

Met de euro schuift Juncker alle landen onder de bankenunie. Alle grotere banken moeten zich dan onderwerpen aan het toezicht van de ECB en betalen mee aan het faillissementsfonds voor de afwikkeling van wrakke banken. Nederland, Duitsland, Oostenrijk en Finland eisen dat eerst de lijken uit de kluizen van de zwakke banken worden geschud.

Juncker acht het de hoogste tijd dat alle EU-landen lid worden van de Schengenzone, de club van landen waartussen geen paspoortcontrole meer bestaat. Roemenië en Bulgarije voldoen volgens Juncker aan de criteria, de rest moet snel volgen (Cyprus, Kroatië) of zijn bezwaren opgeven (Ierland). Een grotere Schengenzone versterkt volgens Juncker de controle aan de buitengrenzen.

De voorzitter wil het moratorium op uitbreiding van de EU, door hemzelf in 2014 ingesteld, opheffen. Omwille van de rust aan de oostelijke grenzen, moeten de gesprekken met Montenegro (gestart in 2012) en Servië (2014) nieuw leven worden ingeblazen. De EU-landen zullen de onderhandelingen nauwgezet volgen. Nogal wat hoofdsteden geloven dat de EU bij eerdere uitbreidingen een oogje toekneep en corruptie en misdaad importeerde.

Opvallend is Junckers oproep voor één EU-president. Die zou zowel voorzitter van de Commissie als van de EU-toppen met de regeringsleiders zijn. "Europa is beter te begrijpen met één kapitein op het schip." De regeringsleiders zijn echter gehecht aan hun vaste voorzitter, momenteel Donald Tusk.