Direct naar artikelinhoud

'Mijn palmares is compleet'

Dat Sven Nys het vaak moeilijk had met winnen op grote dagen, geeft hij toe. Zaterdag was het eindelijk prijs. Voortaan prijken twee wereldtitels op zijn palmares. 'Dit is een hele opluchting.'

Toch eens zot gedaan zaterdagnacht? Je hebt bloeddoorlopen ogen.

"Dat is van het slijk, hé. Ik heb chauffeur gespeeld. (lacht) En ze allemaal naar huis gereden. We zijn naar de Foam Party getrokken, waar Jeremy Powers dj speelde, ergens downtown Louisville. Het was echt goed. Ik ben er in een propvolle zaal als een koning onthaald. Via een rode loper, letterlijk. Anders dan bij ons in Vlaanderen, waar je vrijwel meteen wordt opgeslorpt door de massa. Gedronken heb ik niet, op dat ene glas champagne op de bondsreceptie na. Om half drie lag ik in bed."

Heb je de hele tijd je trui gedragen?

"Neen, die heb ik bij bondsdirecteur Jos Smets in bewaring gegeven. Ik zal de regenboogtrui nog genoeg dragen. Op training, in koers..."

Even terug naar zaterdag. Tactisch reed je de perfecte race.

"Het was simpel: wachten tot het tweede deel van de koers. Een fase waarin ik al het hele seizoen de sterkste ben. Ik heb geen moment gepanikeerd toen Mourey weg was. Ik wist dat hij over zijn toeren zou gaan. Omdat het niet iedereen gegeven is om in een WK van start tot finish op kop te rijden. En omdat hij heel veel fouten maakt. Ik moest rustig blijven en zelf geen fouten maken. Halfweg reed ik lek.

"Maar dat was 200 meter voor de materiaalpost. Als het er 20 meter na was geweest, had ik kunnen inpakken. Met nog twee, drie ronden te gaan wist ik: ik word wereldkampioen. Het was een zege op ervaring, niet enkel op kracht."

En dat terwijl je er 12 maanden geleden, na een tegenvallend WK in Koksijde, totaal geen zin meer in had.

"Dat gevoel was niet gespeeld. Het doet wat met een mens, hoor. Het kost me een paar jaar van mijn leven. Zaterdag, anderhalf uur voor de race, was het plots weer zover. Rotnerveus. Nu weet ik waarom ik het doe, natuurlijk. Op dat moment was ik alleen in de mobilhome. Ik heb me op mijn bed gelegd en heb mijn ogen even kunnen sluiten. Tot mijn eigen stomme verbazing. Waar en wanneer kan ik dat in Vlaanderen?"

Heeft de rust van deze week bijgedragen tot jouw succes?

"Enorm. Voor de start van het WK had ik al een mentaal overwicht. 'Sven, ik heb je nog nooit zo kalm gezien', merkte Wellens nog op. Er heerste een goeie, open sfeer tussen mij, Bart, Aernouts en Peeters. Samen hebben we veel plezier gemaakt en goed gelachen. Ook van de bond kreeg ik veel respect en appreciatie. Daar voelde ik me comfortabel bij. Ik heb die positieve sfeer nodig om goed te kunnen presteren."

Waarom was het zo lang wachten op die tweede wereldtitel?

"Omdat ik de voorbije tien jaar té vaak te maken kreeg met razendsnelle, weinig technische WK-parcours. Dat maakte het voor mij heel moeilijk om te winnen. Louisville lag me. Een lastige 'Europese' omloop, waar het aankwam op een combinatie van snelheid, kracht, techniek en mentale weerbaarheid. Iets voor een complete crosser als ik. De weersomstandigheden zaten ook mee. Alles klopte."

Zat je ermee dat je tot zaterdag nog maar één keer wereldkampioen was geworden?

"Neen. Totaal niet. Voor mezelf was een tweede wereldtitel geen absolute noodzaak meer. Eén regenboogtrui is toch geen schande? Ik was al lang tevreden met wat ik heb gepresteerd."

Maar in die andere 13 edities bleef je toch telkens ontgoocheld achter?

"Uiteraard. Omdat ik telkens van start ging als grote favoriet. Als het dan niet lukt, ben je daar een week slecht van. Winnen op grote dagen, daar was ik niet altijd goed in. Alle druk, in één dag samengebald, zo goed mogelijk verwerken en scoren, zoals op de Spelen of een WK: het lukte me zelden.

"Ook al werd ik acht keer Belgisch kampioen en haalde ik zeven keer het WK-podium. Ik was de wereldkampioen van een heel seizoen, niet van één uur. Maar nu is mijn palmares compleet, mijn carrière af. Noem het een opluchting, een ontlading."

Wat rest je dit en volgend seizoen nog?

"De Superprestige is een laatste doel, die probeer ik nog te winnen. Daarom wordt het belangrijk om komende week, tussen alle vieringen door, wat rust te vinden. Ik mag niet te overmoedig worden, want er valt opnieuw een jetlag te verteren. Mezelf blijven motiveren kost me niks. Fysiek word ik een dagje ouder, mentaal ben ik nog fris. Tot de laatste snik zal ik me blijven concentreren op mijn job."