Direct naar artikelinhoud

Nyrstar zinkt dan toch niet

Nyrstar was een jaar geleden een zwalpend schip. Voormalig Arcelortopman Roland Junck (foto) kwam en gooide resoluut het roer om. Sinds kort behoort de zinksmelter weer tot de levenden.

Op korte termijn heeft Roland Junck nog horden te lopen. De markt is nog flink onderhevig aan schommelingen. Maar op de middellange en lange termijn ziet het er voor de grootste zinkproducent ter wereld best positief uit. De zinkprijs is sinds eind vorig jaar met 90 procent gestegen. De onderhandelde verwerkingslonen, goed voor bijna 40 procent van de inkomsten, liggen hoger. De kosten zijn verlaagd. De halfjaarresultaten zijn merkelijk beter dan verwacht. De nettokaspositie is comfortabel en sinds kort is Nyrstar opnieuw aan de slag als opkoper van zinkmijnen. Junck nam met die verticale integratie een bocht van 180 graden. Nyrstar, zelf voor een deel afkomstig van een mijngroep, zou bij zijn oprichting eind 2007 nochtans een zuivere zinksmelter blijven, zonder mijnen. Nu wil Nyrstar binnen drie tot vijf jaar zichzelf voor 100 procent van zinkerts kunnen voorzien.

Juiste strategie

Dat lijkt een juiste strategie. Nu wordt Nyrstar betaald voor wat het raffineert. Maar die ‘lonen’ worden elk jaar onderhandeld op basis van de zinkprijs op de grondstoffenmarkten. Die prijs wordt bepaald door vraag en aanbod. Daar heeft Nyrstar geen controle over. Nu het zelf mijnen heeft, verandert die situatie. Junck blijft ook kosten besparen, dit en volgend jaar 75 miljoen euro. Zo onderhandelt Balen over een nieuw elektriciteitscontract. Balen wordt mondjesmaat opgestart. De overgang naar 100 procent hangt af “van de evolutie van de markt”. Met Balen heeft Nyrstar al zijn zinksmelterijen opnieuw aan het werk. Het nabijgelegen Budel werkt, net als het Amerikaanse Clarksville, sinds juli op volle capaciteit.