Direct naar artikelinhoud

'Politiek is meer dan kunnen winnen ten koste van anderen'

Politiek gaat volgens Yasmine Kherbache (sp.a) niet om afdwingen of opleggen, maar om overtuigen. Na jaren achter de schermen is de Antwerpse oppositieleidster klaar voor een rol op het voorplan. 'Ik doe mijn job als kabinetschef van premier Di Rupo heel graag, maar zal er niet met heimwee op terugkijken als het voorbij is.' Steven Samyn en Ann Van den Broek

In Antwerpen is ze als sp.a-fractieleidster de leading lady van de oppositie. In Brussel als kabinetschef de leading lady in de Wetstraat 16. De 40-jarige socialiste van Belgisch-Algerijnse origine is niet de vrouw die met de ultieme, vlijmscherpe quote de voorpagina's van de kranten haalt. "Of ik een politieke pitbull ben? Dat weet ik niet. Moet dat? Ik heb mijn stijl. Ik hou van een sereen debat. Maar je kunt op een serene manier heel duidelijk zijn", zegt Yasmine Kherbache.

"Neem de hele discussie over extra geld om scholen te bouwen. Burgemeester Bart De Wever viel daarover Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (sp.a) aan. De waarheid is dat Smet systematisch vecht voor meer middelen in het onderwijs. En N-VA systematisch nee zegt. Als begrotingsminister Philippe Muyters (N-VA) zich voluntaristischer had opgesteld, dan was er meer geld geweest voor scholen. Punt. Natuurlijk ligt het geld niet voor het oprapen. Maar dat is net politiek: het maken van keuzes."

De sp.a had in de Vlaamse regering ook wat harder kunnen vechten voor meer middelen.

Yasmine Kherbache: "Smet heeft een eenmalig budget van 30 miljoen euro uit de brand gesleept. Had hij meer gewild? Ja, maar hij heeft zich loyaal opgesteld in de regering. De reactie van N-VA was deloyaal."

Is N-VA een deloyale partner?

"Op dat punt toch. Kijk, ik hou niet van veralgemeningen. Ik heb als kabinetschef van sp.a-ministers Frank Vandenbroucke en Ingrid Lieten samengewerkt met N-VA in de Vlaamse regering."

Het is bijna een soort theater. In het publieke debat staan N-VA en sp.a bijna constant lijnrecht tegenover elkaar. In Antwerpen ook. Maar in de Vlaamse regering besturen

jullie al bijna tien jaar dag in, dag uit samen.

(fel) "Ik ben het niet die het vijandbeeld hanteert. Het gepolemiseer, het gepolariseer, de aanvallen: dat komt niet van mij. Ik probeer rustig mijn argumenten naar voor te brengen."

Op de eerste gemeenteraadszitting zijn de zaken wel

meteen geëscaleerd.

"Toen de burgemeester mij op een zeer agressieve manier begon te verwijten zaken naar de pers te lekken. Ik vond dat zeer onterecht, want het klopte niet. Ik heb gewoon gerepliceerd dat het hem zou sieren als hij zich zou excuseren. Maar dat ik zelfs zonder excuses vragen zou blijven stellen en constructief oppositie voeren."

Was u echt boos?

"Ja. Het is nochtans moeilijk om mij boos te krijgen. Ik ben relatief rustig, al kan ik wel heel lang op dezelfde nagel blijven kloppen. De enige die er tijdens de eerste gemeenteraad bovenuit stak was OCMW-voorzitter Liesbeth Homans. Omdat ze ook een inhoudelijk debat wilde voeren. De andere schepenen namen de aanvallende stijl van de burgemeester over. Daar raak je volgens mij niet echt ver mee. Je bestuurt een stad of een land niet met polemiek. Dat doe je door in dialoog te gaan. Ik zal in elk geval niet degene zijn die de polemiek zal voeden. Dat wil ik echt niet."

In de heisa over het verbod op regenboog-T-shirts

reageerde u met een voorstel om uniformen in te voeren. Redelijk van de pot gerukt, niet?

"Dat is de karikatuur die ervan wordt gemaakt. Ik wil eerst zeggen dat er geen enkele politieke mede- of tegenstander is geweest die Bart De Wever ervan verdenkt homofoob te zijn. Hij heeft wel een kanjer van een vooroordeel uitgesproken. Homoseksualiteit is geen overtuiging, dat ben je. Wat ik geprobeerd heb, is de stap te zetten naar de manier waarop we met kledij omgaan in de stadsdiensten. Als de hele rel één zaak duidelijk heeft gemaakt, dan is het wel dat de huidige situatie tot absurde regelneverij leidt."

Het is wel het vorige bestuur dat de kledijcode en de

neutraliteit heeft ingevoerd.

"Het is een zwaktebod van het huidige college dat ze constant naar het vorige bestuur verwijst en zich daarachter verschuilt. Ze zijn voorstander van enorme verandering. Maar als je iets zegt, krijg je als antwoord: onder Patrick Janssens was dat ook zo. Dan heb ik wel het gevoel: dat is geen antwoord op mijn vraag. Wat gaan jullie doen om dingen te verbeteren? Dat is de essentie, al de rest is bijzaak. Dat zijn kleine tactische spelletjes.

"Nu, voor de verkiezingen heb ik verschillende keren gezegd dat de manier waarop de dresscode in 2006 is ingevoerd niet de beste was en dat zo'n code niet de manier is om met diversiteit om te gaan. Het is belangrijker wat je in je hoofd hebt, dan op je hoofd."

Als het niet belangrijk is wat je op je hoofd hebt, waarom kan een agent die sikh is in Antwerpen dan geen tulband dragen? In Londen kan dat wel.

"Wij gaan op een verkrampte manier met diversiteit om. Het gaat niet over een T-shirt. Het gaat over diversiteit en neutraliteit. De burgemeester zegt: ik trek het beleid van het vorige bestuur gewoon door. Dan antwoord ik: dat was regelneverij en een verkrampte manier om met diversiteit om te gaan. Want het signaal dat wij geven is dat iemand met een hoofddoek per definitie onze fundamentele rechten en vrijheden niet kan respecteren of toch minstens die indruk wekt. Dat zegt veel over de manier waarop wij denken over moslims.

"Voor mij moet niemand een uniform dragen. Niemand. Als men voor bepaalde functies aan het onthaal de kledij relevant vindt, dan moeten er misschien afspraken worden gemaakt over wat wel wordt gedragen, in plaats van wat niet wordt gedragen. Dat kan even goed gaan over een sjaaltje of een jasje om het imago en de waarden waar de stad voor staat in de verf te zetten. Voor mijn part doen ze daarbij een hoofddoek aan of dragen ze een anti-hiv-pin. Geen probleem. Als je maar iedereen op een correcte en gelijke manier behandelt en de grondrechten respecteert. Het is belangrijk dat je in een stad leert omgaan met diversiteit. Ik wil daarover het debat voeren in plaats van de verschillen zo veel mogelijk weg te moffelen.

"Kijk, ik kom goed overeen met Louis Tobback (sp.a). Hij zegt de zaken cru en ongezouten, maar ik heb hem nog nooit weten weglopen als het debat losbarst of horen jammeren als er reactie komt. De Wever doet dat wel. Op die manier wordt het debat altijd verlegd. Ik vind het jammer dat het deze week niet over de kern van de zaak is gegaan, over neutraliteit en diversiteit. Hebt u daar iets over gehoord? Nee, het ging over voor of tegen De Wever."

Hebt u nooit problemen met het feit dat u twee petjes draagt? In Antwerpen is Annemie Turtelboom (Open Vld) uw tegenstander, in de federale regering moeten jullie samenwerken.

"Wij maken dat onderscheid tussen de verschillende niveaus wel. Op federaal niveau ben ik ook niet de politicus, maar de vrouw achter de schermen. Ik hoop dat we op een respectvolle manier met elkaar in debat kunnen gaan. Misschien moet ik dat meer duidelijk maken, dat van mening verschillen niet betekent dat je een persoonlijk probleem met elkaar hebt. Omgekeerd hoop ik ook dat het niet is omdat ik kritisch ben, dat men mij persoonlijk moet aanvallen."

Wat doet u het liefst, voor of achter de schermen werken?

"Ik vind het wel leuk om mijn eigen mening te kunnen geven. Achter de schermen deed ik dat ook wel tijdens onderhandelingen, maar ik hou wel van het debat op de voorgrond. Uitleggen wat de inzet van een discussie is, dat vind ik fundamenteel."

Politiek is toch voor een groot stuk macht? Je kunt zaken realiseren omdat je de meeste stemmen haalt, omdat je de baas bent.

"Dat is een heel enge visie. Politiek is geen kwestie van afdwingen of opleggen. Politiek is kunnen omgaan met macht. Met macht komt verantwoordelijkheid. In ons systeem zit je in coalities en daar zijn er per definitie verschillende meningen. Het is een kwestie van overtuigen, van samen oplossingen vinden. Als je alleen maar denkt in termen van kunnen winnen ten koste van anderen, waar eindigt dat?"

Is dat niet een naïef beeld van de politiek?

"Helemaal niet."

Uw mandaat als kabinetschef loopt af in 2014. Betekent dat het einde van uw rol achter de schermen?

"Ik kan nu nog niets zeggen over de vraag op welke lijst of plaats ik dan zal staan, maar ik kan wel kwijt dat ik gebeten ben door de politiek. Ik doe mijn job als kabinetschef heel graag, maar zal er niet met heimwee op terugkijken als het voorbij is."

De enige keer dat we u commentaar hoorden geven op Di Rupo was na de kersttoespraak van de koning. Toen zei u dat de premier beter de verwijzing naar de jaren dertig had geschrapt.

"Het is niet mijn taak als kabinetschef om politieke uitspraken te doen. Tijdens een twee uur durend interview kreeg ik die vraag en ik heb de gewoonte zo goed mogelijk te antwoorden op vragen. Ik heb heel genuanceerd geprobeerd om de polemiek te relativeren. Ik vond dat er nogal veel fuss rond was. Maar ik sta wel achter de kern van de boodschap in die toespraak. Namelijk, dat je er niet omheen kunt dat de crisis druk zet op de samenleving. Op zo'n moment is het goed om te investeren in het verenigen van mensen, in de samenhang van je gemeenschap."

Was uw komst in de Wetstraat 16 bedoeld als signaal voor de Vlamingen dat er iemand Di Rupo zou zeggen wat er leeft in Vlaanderen?

"Het is de eerste keer dat een premier een kabinetschef heeft van een andere taalrol. Dat is alvast een manier om met diversiteit in ons land om te gaan. Ik vond het wel een goed signaal. Diversiteit rond de tafel is verrijkend."

Di Rupo slaat in Vlaanderen toch niet echt aan?

"Wie zegt dat? We moeten gewoon beter uitleggen wat we doen. Want de regering heeft echt wel veel gedaan in een jaar tijd. Meer dan de twee vorige regeringen. Een budgettaire inspanning van 18 miljard euro, dat is geen cosmetische oefening. En we hebben onze samenleving daar niet mee onderuit gehaald. Als de bevolking niet meteen mee is met een beleid, betekent het niet dat je moet stoppen met werken."

Komt het nog goed met de populariteit van Di Rupo I?

"Je hoort toch steeds meer positieve reacties. CEO's die zeggen dat de begroting een evenwichtige oefening is. De Europese Commissie heeft dat gezegd, de OESO,... Ik ben er zeker van dat we de bevolking zullen kunnen overtuigen. Wat vandaag niet gaat, gaat morgen wel. Dat is zo in de politiek. Je mag je niet laten afschrikken of afleiden door een tussentijdse balans."

Begrijpt u dat veel Vlamingen niets van Di Rupo en de PS moeten hebben?

"Zijn jullie al eens met Di Rupo op stap geweest? Als ik met hem in Vlaanderen kom dan zijn de reacties echt leuk en enthousiast. Ik maak mij daar weinig zorgen over. Hij staat voor een beleid dat evenwichtig is."

Als hij uithaalt naar N-VA, dan zijn de Vlaamse

coalitiepartners toch niet altijd even opgezet?

"Blijft de politiek nu echt daartoe beperkt? Zijn we dan met de kern van de zaak bezig? Liggen de mensen daarvan wakker? Wat een regering moet doen, is in de eerste plaats resultaten boeken."

Patrick Janssens had ook resultaten geboekt. Hij heeft de verkiezingen wel grandioos verloren.

"In de politiek heb je dat soms. Een politicus als De Wever die een charismatische score haalt."

Werkt u eigenlijk graag voor Di Rupo?

"Ja. Ik kende hem niet. Het is fascinerend om hem bezig te zien. Ook zijn traject. Ik heb veel respect als ik zie wat hij uiteindelijk bereikt heeft. De manier waarop hij zijn verantwoordelijkheid heeft genomen en zich gesmeten heeft, is volgens mij wat ondergewaardeerd."

U bent uw carrière begonnen bij Linklaters, een van de grootste advocatenkantoren van de wereld. Denkt u nooit: was ik daar maar gebleven?

"Oh nee. Het leven loopt zoals het moet lopen. Als advocaat was ik ook al zeer maatschappelijk bewogen. Het is niet toevallig dat ik in een job verzeild ben geraakt waar dat engagement iets meer tot uiting kan komen. Als advocaat heb ik heel veel tijd gestoken in het kunstenaarsstatuut, veel tijd in jeugdrecht. Maar uiteindelijk zijn dat altijd individuele gevallen. Wat mij in de politiek aantrok, is dat je iets kunt doen voor veel mensen."

Gelooft u dat u het verschil kunt maken? Veel politici

eindigen na dertig jaar Wetstraat behoorlijk cynisch of

verbitterd.

"Ik denk dan altijd dat die mensen in een andere job ook cynisch zouden eindigen. Ik doe nog altijd aan politiek vanuit een stuk verontwaardiging. Ook in de oppositie. Dan denk ik: waarom komt er in de dichtst bevolkte plek van Antwerpen geen groot park, een park Spoor Oost, wat groen in plaats van een kmo-zone."

Hoe voelt het om op het World Economic Forum te flaneren of op de eerste rij te zitten op de Olympische Spelen?

"Davos was vermoeiend. Van de Spelen was ik echt onder de indruk. Een knuffel van Michelle Obama, stel je voor. De Queen was iets minder uitbundig. In het stadion zat ik naast Dilma Rousseff, de presidente van Brazilië. Dat was iets unieks. Maar uiteindelijk zijn al die royals en regeringsleiders ook allemaal gewone mensen. Zeker als je samen staat te wachten op de bus naar het stadion."

Ziet u zichzelf als een rolmodel?

"Ik hoop dat de jongeren mij zien als een rolmodel. Ik vind dat belangrijk. In de campagne heb ik veel met jongeren gesproken en hen duidelijk gemaakt dat ik ook Nederlands heb moeten leren. Dat ik ook inspanningen heb moeten doen om mijn diploma te halen. Dat als de samenleving vijandig naar je gemeenschap kijkt, dat zoiets niets over jezelf zegt. Dat je je eigenwaarde moet bewaren en je niet mag afkeren van de samenleving. Ik zeg tegen die mensen: als je een ongemak voelt, spreek mij dan aan, spreek dat uit."

Hoe komt het dat zo weinig jongeren met buitenlandse roots de sprong kunnen maken?

"In vergelijking met andere landen slagen wij er niet in om kinderen uit etnische minderheden vooruit te helpen. Zowel op het vlak van het onderwijs als op het vlak van de arbeidsmarkt bengelen we in Europa achteraan. Dat hangt samen met onderwijs, taalkennis, engagement van de ouders,... Je moet mensen op hun verantwoordelijkheid aanspreken. Dat is een werk van lange adem. Maar het is niet zo dat er niets verandert. Toen ik rechten ging studeren in Leuven, waren er in het eerste jaar een handvol allochtonen op 600 studenten. Dat is toch onvoorstelbaar. Vandaag zijn dat er gelukkig al heel wat meer. Al zijn de kansen op de arbeidsmarkt nog altijd een stuk kleiner.

"Ik steun het verhaal van voor wat hoort wat, van rechten en plichten. Maar het gaat over een evenwicht tussen die twee. Alleen is dat evenwicht zoek in het Antwerpse bestuursakkoord. Als je inspanningen verwacht, moet je een perspectief geven. Het nieuwe stadsbestuur zet veel in op de strijd tegen overlast. Jongeren worden bijna per definitie gezien als problematisch. Maar jongeren zijn ook onze toekomst. Je kunt niet het ene verhaal in de vitrine zetten en de rest vergeten."

U woont op het Antwerpse De Coninckplein...

"... en ik woon daar doodgraag. Het is het toonbeeld van stedelijkheid. Internationaal, divers, volks. Natuurlijk is er overlast. Maar het plein is niet meer veroordeeld tot overlast."

Het is toch niet de meest aangename plek van Antwerpen?

"Ik voel mij 's nachts meer op mijn gemak op het De Coninckplein dan op de Meir. Er is tenminste volk, sociale controle. Het is geen no-gozone, geen buurt die veroordeeld is. Mijn kinderen hebben ooit gezegd: 'Mama we hebben hier geen tv nodig. Dat basketplein is Sporza, de spelende kinderen zijn Ketnet en die flikken daar, dat is Terzake.' Het is een plek waar vooruitgang in de lucht hangt. Als je van je stad houdt, moet je de problemen onder ogen durven zien, maar je moet ook de kwaliteiten zien. Ik ben nog nooit in New York geweest en hoop er ooit eens te raken, want ik heb zo'n mythisch beeld van die stad. Maar ik heb het gevoel dat ik op het De Coninckplein toch een klein beetje in New York zit. Laat mij dat toch tenminste dromen."