Direct naar artikelinhoud

Vrouwelijke CEO's als kanonnenvlees

Vrouwen aan het hoofd van een bedrijf worden vaker de laan uitgestuurd dan hun mannelijke collega's, zo blijkt uit een studie van adviesbureau Strategy&. In de laatste tien jaar werd bijna 40 procent van de vrouwen met een topfunctie aan de deur gezet, bij hun mannelijke evenknieën was dat maar een kwart.

We schrijven 6 september 2011. Bestuursvoorzitter van Yahoo Carol Bartz krijgt via de telefoon te horen dat haar diensten niet langer gewenst zijn. Nochtans had het noodlijdende Yahoo twee jaar daarvoor al zijn hoop op Bartz gezet, geprezen om haar successen bij technologiebedrijf Autodesk. Zij moest de persoon zijn die Yahoo in staat zou stellen om de concurrentie aan te gaan met Facebook en Google. Bartz wist fors in de kosten te knippen, maar het bedrijf opnieuw op de rails krijgen lukte niet. Ze werd afgedankt, tot haar grote ontsteltenis.

Opofferen

Bartz' verhaal is geen alleenstaand geval. Dat blijkt uit een onderzoek van het adviesbureau Strategy& naar het komen en gaan van bestuursvoorzitters of CEO's binnen de 2.500 grootste publieke ondernemingen ter wereld. Het onderzoek, dat van 2004 tot 2014 liep, legt de nadruk op de situatie van vrouwen en hun aanwezigheid binnen bedrijfsleidingen. De resultaten zijn niet bepaald positief te noemen. Vorig jaar nog vormden vrouwen amper 3 procent van de

nieuw aangestelde CEO's.

Wat vooral opvalt, is de bevestiging die het rapport geeft van de 'glazen kloof'. Die theorie stelt dat, vooral in tijden van crisis, bedrijven sneller een vrouw aan het hoofd van de organisatie zullen plaatsen maar haar ook sneller zullen opofferen wanneer de resultaten niet bevredigend zijn. In de laatste tien jaar werd 38 procent van de vrouwelijke CEO's buitengewerkt, bij mannen was dat 27 procent. Wanneer vrouwen dus de kans krijgen om door het glazen plafond te breken en tot de top van een bedrijf door te stromen, worden ze, zoals Bartz, al te vaak als kanonnenvlees gebruikt.

Liesbeth Dillen, oprichter van She Works With Wo-Men, schrikt van de resultaten. Als ex-nummer twee van Ikea België en voltijds adviseur voor talloze bedrijven op vlak van diversiteit, herkent ze een duidelijk patroon. "In crisistijden grijpen bedrijven net terug naar het oerconservatieve denken. Het kortetermijndenken wordt weer bovengehaald, vaak ten koste van meer essentiële zaken", zegt Dillen. Daar ligt misschien wel net de oorzaak van de hoge ontslagcijfers bij vrouwen aan de top. "Bij elke workshop die ik geef krijg ik klachten van vrouwen dat ze al hun tijd moeten steken in brandjes blussen, terwijl ze eigenlijk de brandhaard willen aanpakken."

Gewaagde zet

Een treffend voorbeeld is het geval van Mary Barra, de kersverse topvrouw van het Amerikaanse autobedrijf General Motors. Barra is de eerste vrouw die aan het hoofd staat van een autogigant zoals General Motors, en pakte meteen uit met een gewaagde zet. In lijn met haar credo "No more crappy cars", liet General Motors onlangs 2,6 miljoen voertuigen terugroepen. Aan de basis zou een probleem liggen met de airbag, die gelinkt wordt met de dood van 13 mensen in de laatste 10 jaar. Op korte termijn zorgt die beslissing ongetwijfeld voor enorme imagoschade bij het bedrijf, maar het getuigt wel van een visie die verder kijkt dan de dag van morgen.

"Als er aan de fundamenten van een bedrijf geraakt wordt, zoals vrouwen dat willen doen, botst dat vaak met het patriarchale denken dat nog steeds erg aanwezig is binnen het bedrijfsleven. Dat kan een verklaring zijn waarom meer vrouwelijke leiders de bons krijgen dan hun mannelijke collega's", analyseert Dillen. Maar het probleem zit veel dieper dan de man-vrouw discussie. "Diversiteit binnen een bedrijf is essentieel, en dat gaat veel verder dan binaire opposities. De impact van de globalisering en digitale revolutie is zo ingrijpend, maar daar wordt nog lang niet efficiënt genoeg mee omgesprongen. Business as usual is nog steeds de norm'"