Direct naar artikelinhoud

Dienstmeid gezocht

Het Vlaams Parlement neemt vandaag een ontwerp van decreet aan dat de situatie van de duizenden, vaak illegale huishoudsters, diensters en au pairs in ons land moet verbeteren. 'Ik verdien 900 euro per maand om van zeven tot zeven op de kinderen te passen.'

Monica, een elegante Chileense van bijna 50 met zilveren oorringetjes, werkt 64 uur per week. Van maandag tot zondag gaat ze bij acht gezinnen wassen, plassen, strijken, koken, opruimen, poetsen, kinderen van school halen en luiers verversen. Ze verdient zo'n 1.100 euro per maand. "Ik krijg tussen de 5 en de 12 euro per uur. Afhankelijk van mijn baas. En de auto waarmee hij rijdt."

Haar ogen glimmen en ze lacht. "Ik weet heel goed dat ik te weinig verdien. Er zit misschien niet veel in mijn portemonee. Maar hij is nooit leeg. Dat is het lot van de huishoudster zonder papieren."

Zoek toch een man met papieren en geld, zeggen andere latina's haar. Dan schieten haar ogen vuur. "Nooit! Ik ben van een gewelddadige man gevlucht. Mijn vrijheid is het allerbelangrijkste."

Inwonende nanny

De dienstbode, dat vooroorlogs fenomeen, is terug van nooit weggeweest. Het zijn niet langer arme Vlaamse boerenmeisjes die gaan dienen, en een huishoudster is niet meer voorbehouden voor superrijken. Latina's, Filipina's en Oost-Europese vrouwen doen nu de was en plas van tweeverdieners.

Enkel in Brussel zijn er duizenden dienstbodes, huishoudsters, diplomatiek personeel en au pairs, al dan niet met de juiste papieren. Betrouwbare cijfers zijn er niet omdat huishoudelijk personeel vaak niet geregistreerd wordt bij de sociale zekerheid. Voor dienstbodes die officieel minder dan 20 uur werken, is dat niet eens verplicht. Bovendien is het voor de sociale inspectie niet evident om de voordeur in te trappen op zoek naar de inwonende nanny op zolder.

Ook dienstencheques, bedoeld voor tijdelijk werk, worden gebruikt om gesubsidieerde werknemers voltijds in dienst te nemen als huishoudster. Bij misbruik durven meisjes vaak geen klacht in te dienen. "Hun arbeidskaart is verbonden aan hun job en ze riskeren beide te verliezen. Zeker als ze bij de familie inwonen. Dat is voor dienstbodes op dit moment zelfs verplicht", zegt Omar Garcia van de Organisatie voor Clandestiene Arbeidsmigranten (OR.CA), een vzw die voor vorming en bemiddeling zorgt.

"Ik praat er continu over met mijn vriendinnen", zegt een 25-jarige Filipijnse au pair die Pauline genoemd wil worden. "Of het beter is om alleen te wonen. Zij zeggen van niet. Het is simpel: in huis verdien je 900 euro om van zeven tot zeven op drie kinderen te passen. Als je alleen woont is dat 1.100. Je hebt meer privacy en vrijheid, maar ook kosten."

Driekwart van haar loon, dat cash wordt uitbetaald, schrijft ze over naar haar familie, die ze al vijf jaar niet meer heeft gezien. Opslag vragen durft ze niet. "Ik wil niet dat de familie negatief over mij denkt." Hulp voor de dokter ook niet. Dus veinsde ze dat haar knie geen pijn deed, na dat auto-ongelukje vorige week. Haar baas zat aan het stuur. "Ik ben heel bang om ziek te worden want ik heb geen verzekering."

Clandestien

Het Vlaams Parlement stemt vandaag over een conventie over huishoudelijk werk van de Internationale Arbeidsorganisatie. Het internationale akkoord is voor een stuk te danken aan lobbywerk van de Belgische zuster Jeanne Devos en haar National Domestic Workers Movement in India. In België betekent het dat dienstbodes niet langer verplicht kunnen worden tot inwonen, en dat registratie verplicht wordt. Ook krijgt iedereen recht op sociale zekerheid.

Garcia noemt de Belgische wet een eerste stap. Hij vreest dat de situatie op papier rooskleuriger wordt voorgesteld dan de praktijk achter de voordeur. "We pleiten voor een systeem waarbij huishoudelijk personeel niet langer afhankelijk is van de familie waar ze werken, maar dat de werkgever via een derde partij een klant wordt die een beroep op hen doet."

Monica noemt zich liever clandestien dan illegaal. De families waar ze komt zijn goed voor haar, zegt ze. "Ik word gerespecteerd, we drinken samen koffie. Ik pas op een jongen van drie sinds hij een week oud is. Hij noemt mij mama. Zijn moeder is de baas, ik ben de werknemer. Maar ik ben wel belangrijk. Als ik niet kom opdagen, stort haar leven in. Ik hoop dat er ooit wetten komen die dat erkennen. Voor onze bazen, de families, zijn we onmisbaar. Mijn eigen familie heb ik al drie jaar en negen maanden niet meer gezien."