Direct naar artikelinhoud

'Foley bekeerde zich tot islam'

De Amerikaanse reporter James Foley had zich tot de islam bekeerd toen hij onthoofd werd door IS. Dat zegt Jejoen Bontinck, de Antwerpse Syriëstrijder die samen met hem in de cel heeft gezeten, in zijn politieverhoor. Ook John Cantlie, de Britse journalist die nu zelf voor IS lijkt te werken, zou intussen moslim zijn.

"Het was een gewone kamer met beige muren en een stenen vloer. Ik schat dat de ruimte vier op acht meter groot was. Ze bevond zich half onder de grond en bovenaan was er een schuifraam, dat uitkeek op een lange blinde muur. Er was elektriciteit en licht, er lagen matrassen en rieten matten en we hadden wat boeken. Behalve voor toiletbezoek moesten we heel de tijd in de cel blijven, ook om te eten. Maar ik denk wel dat we van alle gevangenen het beste werden behandeld."

Zo beschrijft Jejoen Bontinck de plek waar hij een drietal weken met James Foley en John Cantlie opgesloten zat. Wat nog niet geweten was, is dat er ook Duitser in hun gezelschap verbleef. Het zou gaan om Toni Neukirch, een man van wie alleen bekend is dat hij in juni 2013 verdween en vorig jaar is vrijgekomen.

De gevangenis bevond zich in de buurt van Aleppo en behoorde toe aan de 'Staat', vertelde Bontinck na zijn terugkeer in België tijdens de politieverhoren. Een term die doelt op de terreurgroep IS, destijds nog ISIS genoemd.

Zelf heeft Bontinck daar nooit voor gestreden. Hij zat immers al achter de tralies op verdenking van spionage toen ISIS opgericht werd. Zijn militie heette Majlis Shura Mujahideen en de leden daarvan zwermden later pas uit naar de nu rivaliserende groepen Islamitische Staat en Jabhat al-Nusra.

In augustus 2013, toen Bontinck bij Foley en Cantlie terechtkwam, werkten die groepen blijkbaar nog samen. "Zo lag er een rechtbank van Jabhat tegenover de gevangenis van de Staat", getuigt Bontinck. En ze wisselden kennelijk ook gevangenen uit.

"Foley en Cantlie werden ontvoerd door Jabhat al-Nusra", aldus Bontinck. "Dat gebeurde nadat ze een internetcafé hadden bezocht. Ze vielen op als buitenlanders en gebruikten een vaste taxichauffeur. Na het verlaten van het internetcafé werden ze door gemaskerde mannen gevangengenomen. Ze hebben vastgezeten op verscheidene plaatsen en zijn gemarteld door Jabhat al-Nusra. Ze kregen er amper te eten en waren heel mager. Toen ik hen ontmoette, zaten ze al ongeveer een halve maand bij de Staat en ze vonden het daar stukken beter."

Volgens Bontinck hadden de twee zich toen al tot de islam bekeerd. "Ze vertelden me dat ze niet zo goed hadden geleefd. Dat ze bijvoorbeeld onvoldoende respect voor hun moeders hadden opgebracht. Dat zagen ze door hun bekering in." Vermoed kan worden dat die bekering in werkelijkheid onder dwang is gebeurd, maar dat de Amerikaan en de Brit dat niet aan Bontinck hebben durven te vertellen. Ze zullen waarschijnlijk hebben gehoopt om zo hun leven te redden, wat voor Foley alvast ijdele hoop is gebleken.

Dat de bewakers van de Europeanen zelf niet zo hard in de bekeringen geloofden, blijkt uit de boodschap die ze Bontinck meegaven toen hij bij Foley en Cantlie in de cel werd gezet. "Je moet daar aan dawah doen", zo luidde het - ongelovigen overhalen om moslim te worden. In tegenstelling tot wat eerder is beweerd, waren er in de gevangenis waar Foley en Cantlie verbleven geen Belgische bewakers.

Nederlandse baas

De grote baas van de instelling was wel een Nederlandse Marokkaan. Bontinck kent hem als Abu Ubaida, maar zegt weinig te weten over zijn echte identiteit. "Het is een lange, dunne man met een bruine kleur. Hij is ergens in de twintig en heeft twee vrouwen en drie kinderen. Hij is ingenieur van opleiding en spreekt perfect Arabisch, daar verschoot ik van." Die omschrijving komt overeen met de Abu Ubaida die volgens andere bronnen veiligheidschef van IS in Aleppo geweest is, maar dit jaar zou zijn geëxecuteerd.

Bontinck is in dezelfde gevangenis trouwens ook de Brusselaar Iliass Azaouaj tegengekomen - een imam die naar Syrië trok om jonge landgenoten terug te halen, zich vervolgens zelf bij de terroristen aansloot, maar ondertussen zou zijn onthoofd.

Toen hij nog werd vastgehouden door zijn eigen kompanen, zat Bontinck verscheidene keren met andere Belgische strijders in de cel. Die werden blijkbaar voor het minste vergrijp met enkele dagen opsluiting bestraft. Zo vloog er een Vilvoordenaar in het cachot omdat hij naar de markt was gegaan zonder toestemming en belandde er een Nederlander achter de tralies omdat hij had deelgenomen aan de trainingen terwijl hij pas geopereerd was aan zijn been.