Topman Colombiaanse guerrilla komt om bij bombardement
In het Macarena-gebergte ten zuiden van de Colombiaanse hoofdstad Bogotá heeft het leger een topman van de FARC-guerrilla gedood. Voor de rebellen is de dood van Jorge Briceño (‘Mono Jojoy’) een nieuwe mokerslag.
Na de dood van FARC-leider Raúl Reyes, die in maart 2008 bij een luchtbombardement om het leven kwam, en die van Manuel Marulanda later diezelfde maand (hij stierf aan de gevolgen van kanker) is Jorge Briceño (57) al het derde FARC-kopstuk in korte tijd dat de eeuwige jachtvelden wordt ingestuurd.
Briceño, alias Mono Jojoy, stierf net als Reyes bij een luchtaanval. De feiten, waarbij ook een twintigtal andere guerrillero’s het leven liet, vonden plaats in het junglegebergte La Macarena, ten zuiden van de hoofdstad Bogotá. De identiteit van de dode guerrillero’s (onder wie één vrouw) is niet vrijgegeven maar volgens het Colombiaanse blad Semana zou zich onder hen ook de Nederlandse guerrillera Tanja Nijmeijer (32) kunnen bevinden. Bevestiging daarvan was er bij het ter perse gaan niet - los van het feit dat Nijmeijer, die minstens tot voor kort wél voor Briceño werkzaam was, volgens sommige bronnen om veiligheidsredenen werd overgeplaatst.
Het nieuws over Briceño’s dood werd door de legertop bekendgemaakt en is bevestigd door president Juan Manuel Santos. “Het symbool van de Colombiaanse terreur is gevallen”, zei Santos.
Ook waarnemers in de Colombiaanse pers wijzen erop dat de uitschakeling van Mono Jojoy belangrijker is dan die van Raúl Reyes tweeënhalf jaar geleden. Immers, na de dood van die laatste en van Marulanda werd Jojoy de absolute nummer twee van de organisatie. Als, levend of dood, straks ook diens enige overste gepakt wordt, Alfonso Cano, dan luidt de vraag of de guerrilla wel kan blijven voortbestaan.
Briceño voegde zich in 1975 bij de gevechtseenheden van de marxistisch-leninistische rebellen. Gaandeweg wist de man zich op te werken, tot hij de hoogste commandant van het beruchte Oostelijk Blok werd. Mono Jojoy wordt verantwoordelijk geacht voor enkele zeer zware klappen die de FARC het Colombiaanse leger in de jaren negentig toebrachten. Hij wordt ook verdacht van het bombarderen van tientallen dorpen. Er liepen tientallen aanhoudingsbevelen tegen Briceño, onder meer voor terrorisme, moord en drugshandel. Ook de ontvoering van soldaten en politieagenten om die voor FARC-gevangenen te verruilen was zijn idee.
De organisatie kwam deze week opnieuw in de belangstelling naar aanleiding van de publicatie van de kampmemoires van Ingrid Betancourt. De politica werd zes jaar lang door de guerrilla gegijzeld. (LD)