Direct naar artikelinhoud

De snelste man ter wereld zonder benen

In België zijn alle ogen vandaag gericht op de broers Borlée, samen in de 4x400 meter op het WK atletiek. Maar de rest van de wereld kijkt vooral naar de Zuid-Afrikaan Oscar Pistorius, the fastest man in the world on no legs, of ook: blade runner. Een motiverende vader en enorm veel wilskracht zorgden ervoor dat hij straks met twee protheses aan

de start verschijnt.

Het draait allemaal om één zinnetje in het IAAF-reglement. Het is verboden 'technische hulpmiddelen te gebruiken met veren, wielen, of andere elementen die de gebruiker een voordeel opleveren dat een atleet zonder die voorwerpen niet heeft'. Maar hoe stel je zo'n voordeel vast? Hoeveel techniek compenseert het ontbreken van twee benen?

Zelf blijft de 24-jarige atleet koel. "Ik ben een mens zoals alle andere atleten", zegt hij. "Toegewijd aan mijn discipline. Als ik echt zoveel voordeel uit die protheses zou halen, dan zou het WK toch vollopen met mindervalide atleten die op blades het minimum hebben gehaald?" De verwachting is dat hij ook vandaag zal aantreden, in de finale van de 4x400m.

De deelname van Pistorius kan worden geboekstaafd als een klein mirakel. De Zuid-Afrikaan werd in 1986 geboren zonder kuitbenen. Toen hij elf maanden oud was, werden zijn benen afgezet. "Het was een hartverscheurende keuze", zegt zijn vader Henke Pistorius erover in een interview. "Maar toen we een kind zonder benen zagen tennissen", kwam de klik. Een half jaar later kreeg de kleine Oscar zijn eerste stel protheses, het begin van een bloeiende sportcarrière. Al op zijn tweede bleek de jonge Oscar met een rotvaart over het gazon te sprinten. Maar hoewel hij veel beter was dan zijn vriendjes, werd hij erg gepest.

Terugslaan met de prothese

"Hij had toen twee pinnen in plaats van beenprotheses. Ik zag kinderen hem omver duwen", en het brak mijn hart," zegt Henke. "Ik wilde helpen, maar wist dat ik er niet altijd zou kunnen zijn voor hem." Oscar leerde zichzelf verdedigen, en de volgende keer dat de jongens hem wilden pesten, sloeg hij hard terug. Met zijn prothese. Het pesten eindigde daar.

Het zegt iets over de wilskracht, en de mentale weerbaarheid van de Zuid-Afrikaan. Tijdens zijn schooljaren ontpopte hij zich tot een erg actieve jongen. Met zijn broer deed hij aan rugby en voetbal, met zijn zus ging hij surfen en waterskiën. In 2004 ontdekte hij per toeval atletiek. Bij een rugbytackle blesseerde hij zich ernstig, en op de University of Pretoria, gespecialiseerd in sportrevalidatie, herontdekte hij de loopsport. "Tot dan schreef ik mijn eigen ziektebriefjes voor de crossen op school, zo erg haatte ik de sport", herinnert Pistorius zich. Amper acht maanden later stond hij in Athene op de Paralympics. Maar hij wilde meer. Hij wilde naar de valide Olympische Spelen.

De internationale atletiekfederatie stak echter een stokje voor die droom. In 2007 besliste de organisatie hem niet toe te laten tot valide competities. Pistorius liet niet af, en trok naar het Internationaal Hof van Arbitrage voor Sport (TAS), om die beslissing aan te vechten. Hij haalde een jaar later zijn gram, en sindsdien mag Pistorius toch uitkomen op het reguliere circuit. Er kroop echter zodanig veel tijd en energie in de procedure, dat de Zuid-Afrikaan er niet meer in slaagde zijn grote droom al te realiseren. Hij haalde de limiet voor de Olympische Spelen in Peking niet. Een jaar later was hij betrokken bij een zwaar bootongeval, en zag hij ook de wereldkampioenschappen in Berlijn aan zich voorbijgaan. Maar hij beet zich vast in zijn droom, en kwam terug. Dit jaar haalde hij eindelijk de limiet om mee te mogen knikkeren op het hoogste niveau.

Paralympics onthoofd

De tegenstrijdige beslissingen hebben echter veel onduidelijkheid veroorzaakt. Pistorius moet daardoor nu niet enkel op de piste vechten voor zijn plaats, ook naast de baan heeft hij een schare sceptici te sussen. Jonathan Borlée zei eerder deze week in een interview nog dat hij de deelname van Pistorius goed vindt voor de sport ("een Usain Bolt voor de 400 meter", zegt hij), maar dat er meer tests moeten worden gedaan om de impact van de Cheetah-protheses in te schatten. "Als hij een medaille wint, kan dat toch problemen gaan geven", meent Borlée.

Opmerkelijk genoeg krijgt Pistorius niet enkel gefronste wenkbrauwen van valide concurrenten, ook bij de Paralympics lijken ze niet al te opgezet met de prestaties van 'hun' blade runner. "De 400m op de Paralympics riskeert een b-finale te worden", zei de Britse Tanni Grey-Thompson, die voor haar prestaties in een rolstoel door de Queen in de adelstand werd verheven, erover aan de BBC. Ze suggereerde meteen ook dat Pistorius zich maar beter terugtrok uit de Paralympics in het algemeen. Toch is hij niet de eerste mindervalide atleet die beide competities combineert. Marla Runyan liep als blinde de 1.500 meter op de Olympische Spelen in Sydney, de Poolse Natalia Partyka nam in Peking deel aan het tafeltennis. Daarnaast haalden beide atletes ook medailles op de Paralympics.

Andere atleten niet hinderen a.u.b.

Hoe groot de controverse ook wordt, voorlopig kan Pistorius nog zonder problemen zijn eer verdedigen op het hoogste niveau. Al blijkt dag na dag dat de IAAF eigenlijk niet helemaal voorzien is voor een geval als Pistorius. Gisteren kwalificeerde de Zuid-Afrikaan zich voor de finale van de 4x400m. Dat hij zou meedoen in het team, stond nooit ter discussie, Pistorius is de snelste Zuid-Afrikaan op de baanronde. Maar de positie bleek een groter probleem. Traditioneel loopt de snelste atleet in het team de laatste ronde, maar IAAF-voorzitter Lamine Diack kwam deze week met de vreemde voorwaarde dat Pistorius de eerste ronde - die in banen wordt gelopen - voor zijn rekening zou nemen, om andere atleten niet te hinderen in het pak en bij de aflossingen. Diack ontkende later dat het om een eis zou gaan, en weet de heisa aan een slechte vertaling van zijn uitspraak, die hij in het Frans deed. Wat er ook van zij, in de reeksen schikte de Zuid-Afrikaanse bond zich alvast, en trad Pistorius als eerste loper aan.

Zelf lijkt Pistorius, alvast in het openbaar, niet te veel problemen te maken van de on-going soap. "Ik heb een heleboel mensen doen nadenken over de manier waarop ze over invalide mensen spreken en denken. Dat is ongelooflijk belangrijk. Ik kan niets doen aan de discussie. De tests wijzen uit dat ik geen voordeel heb."