Direct naar artikelinhoud

'Hij is razend gevaarlijk met zijn inzicht'

'It was a good day', tweette Dries Mertens na zijn vier goals tegen Torino. De Rode Duivel legde een ongewoon parcours af naar de top, via de Nederlandse tweede klasse. Maar zij die met de kleine Dries werkten, waren toen al overtuigd van zijn klasse.

Dries Mertens (29) doorliep de jeugd van Anderlecht en AA Gent, maar bij die clubs werd vooral omwille van zijn gestalte getwijfeld aan de toekomst van de jonge voetballer. Mertens trok over de grens, naar de Nederlandse tweedeklasser AGOVV, om zich van daaruit via FC Utrecht en PSV een weg naar de top van de Serie A te banen. "Ik heb altijd geweten dat Dries kon voetballen, als jong kereltje stak hij erbovenuit", zegt vader Herman Mertens. "Ik weet ook wel dat veel vaders denken dat hun zoon begaafd is, maar Dries was motorisch geschikt voor het voetbal en hij was er fanatiek mee bezig."

Pascal Gilson had Dries Mertens als jeugdtrainer onder zijn hoede bij Stade Leuven en kan de woorden van pa Mertens alleen maar beamen. "Dries maakte zoveel goals bij de duiveltjes dat ik hem daar heb weggehaald om bij de preminiemen te spelen", vertelt Gilson. "Zo wou ik hem meer weerstand laten kweken. Als je mij vraagt of ik verwacht had dat Dries ooit zou doen wat hij nu doet, dan antwoord ik daar volmondig ja op. Dries werd lange tijd aanzien als een supersub, maar ik wist dat hij meer kon. Bij mij speelde Dries achter de spitsen in een 3-4-3, en hij maakte altijd veel goals. Ik herinner mij dat hij topschutter werd op het grote jeugdtoernooi van Bierbeek, waar ook Standard en Anderlecht aan deelnamen."

Te klein voor Anderlecht

Michel Bruyninckx kreeg met Dries Mertens te maken op de sportschool van het Koninklijk Atheneum Redingenhof in Leuven. "Ik ben heel jong begonnen met de begeleiding van Dries, op een moment dat men in België niet in hem geloofde", zegt Bruyninckx. "Bij Anderlecht werd Dries gestigmatiseerd omdat hij zo klein was. Ik had destijds ook Sven Kums bij mij, van hem vonden ze ook van dat hij fysiek niet sterk genoeg was. Ik heb Anderlecht nog proberen te overtuigen, omdat Dries' capaciteit om te anticiperen zo groot was. Ik vond het niet normaal dat grote clubs zijn talent niet erkenden."

"Toen ik zei dat Dries in de spits kon spelen, werd daarmee gelachen", zegt Bruyninckx. "Ik was daarvan overtuigd, omdat hij op die positie met zijn beweeglijkheid en zijn intelligentie razend gevaarlijk is. In België denken we nog te vaak conservatief over de spitspositie. Men vindt dat daar een grote sterke speler moet staan, terwijl iemand als Raúl bij Real Madrid ook niet van dat type was. Het is heel leuk om vast te stellen dat Dries met zijn kwaliteiten in staat is tot wat hij nu laat zien, maar dat verrast mij helemaal niet."

Omdat Anderlecht niet genoeg in hem geloofde, verhuisde Dries Mertens naar AA Gent. Daar werd hij ontdekt door Etienne De Wispelaere. "Ik ging kijken op een stage van de topsportschool", herinnert De Wispelaere zich als de dag van gisteren. "Daar hoorde ik van Bob Browaeys (jeugdcoach, RN) dat er een goed voetballertje rondliep dat bij Anderlecht niet aan de bak kwam. Na een kwartier had ik genoeg gezien. Ik pakte mijn telefoon en belde naar Michel Louwagie (manager van AA Gent, RN): 'Michel, hier loopt de toekomstige Gouden Schoen van België rond.'"

"Je kon zien dat Dries snel en technisch sterk was, en ook heel slim", vervolgt De Wispelaere. "De carrosserie was zijn probleem. Dries was heel klein, velen vonden daarom dat hij niet het lichaam van een profvoetballer had. Maar ik ontmoette zijn vader, die licentiaat lichamelijke opvoeding is. Die is ook niet groot, maar wel atletisch. Toen wist ik: Dries wordt ook zo."

De Wispelaere kreeg bij AA Gent de vraag of hij trainer wilde worden bij Eendracht Aalst, dat op dat moment de 'pilootploeg' van de Buffalo's was. De Wispelaere wou daar best op ingaan, onder één voorwaarde: hij moest Dries Mertens meekrijgen naar Aalst. "Dries kon bij Gent uitblinken bij de beloften, maar een week later speelden daar zes spelers van de A-ploeg mee en moest Dries weer naar de bank", vertelt De Wispelaere. "Bij Aalst zou ik hem samen goed kunnen gebruiken."

"Ik werd bij Michel Louwagie geroepen", vertelt Herman Mertens. "Om Dries naar Aalst te kunnen laten gaan, moest Gent hem een niet-amateurcontract geven en dat hebben ze ook gedaan. Ik vroeg me af of Aalst, met het gevechtsvoetbal van derde klasse, wel de goede keuze was voor een technische voetballer als Dries, maar De Wispelaere geloofde enorm in onze zoon en wou hem er absoluut bij hebben."

"Ik had niet verwacht dat Dries zeven goals in één week zou kunnen maken in de Serie A", geeft De Wispelaere toe. "Ik was wel overtuigd dat hij het kon maken aan de absolute top, maar ik zag hem eerder als een zuivere nummer tien dan als een valse nummer negen. Maar Dries heeft zoveel inzicht in het spel, hij was slimmer dan alle anderen die ik heb meegemaakt."

Bondscoach Roberto Martínez speelde Mertens in de oefeninterland in Nederland ook al uit als valse negen. "Toen werd gezegd: wie zet Dries nu in de spits?", haalt vader Mertens aan. "Maar onder coach Maurizio Sarri bewijst Dries wekelijks dat het kan. Je moet Dries niet in de spits uitspelen als je lange ballen naar voren wilt gooien, maar het Napels van Sarri speelt momenteel het mooiste voetbal van Italië: hoog pressievoetbal, waarbij technische voetballers tot hun recht komen. Insigne heeft als echte Napolitaan lange tijd de voorkeur gekregen, maar nu ziet iedereen dat Dries beter geschikt is voor het totaalvoetbal van Sarri."

En daar is Herman Mertens trots op. "Als Dries nu doet wat hij doet, heeft hij dat alleen aan zichzelf te danken. Hij is er altijd in blijven geloven, hij is er altijd voor blijven vechten. Maar de genen heeft hij gekregen van zijn moeder, die in de universiteitsploeg voetbalde."