Direct naar artikelinhoud

'Heel wat Afrikaanse kijkers herkennen zich in de personages'

De Brusselse theaterregisseur Roland Mahauden trok met een stuk over meisjes-kindsoldaten naar Congo, Rwanda en Burundi, om er met het publiek over een pijnlijke realiteit te praten. Nu is de voorstelling terug in Brussel, met Nederlandse boventitels.

Le bruit des os qui craquent is het aangrijpende verhaal van Josefa en Elikia, een Rwandees en een Congolees meisje, die samen ontsnappen uit een rebellenbeweging. De kleine Josefa is nog maar net ingelijfd, terwijl de iets oudere Elikia al twee jaar onder de wapens is.

"Het was erg interessant om de reactie van het Centraal-Afrikaanse publiek te zien op die twee meisjes", zo meent Roland Mahauden, die een maand lang op tournee ging naar Bukavu, Goma, Kisangani, Kinshasa, Matadi, Bujumbura en Kigali. "U en ik oordelen dat beide meisjes onschuldig zijn, ongeacht of ze zelf een wapen hebben gehanteerd. Maar de Congolese en Rwandese toeschouwers maakten een duidelijk onderscheid tussen diegene die 'het bloed heeft geproefd' en wiedat lot wist te ontlopen. Josefa werd beschouwd als een slachtoffer maar Elikia omschreef men als een terroriste. Het lijkt wel alsof haar lidmaatschap van de rebellie haar ontmenselijkte.

"Nochtans, zij werd net zo goed manu militare ingelijfd en je zou kunnen oordelen dat zij het erger trof dan Josefa. In de twee helse jaren die ze bij de rebellen doorbracht, liep ze als seksslaaf van een commandant hiv op. En we weten uit de getuigenis van de verpleegster, het derde personage in het stuk, dat haar geen happy end wachtte. Enige tijd na haar ontsnapping overleed Elikia aan aids.

"Voorts had het Congolese publiek het ook moeilijk met het feit dat de 'misdadige' Elikia Congolese is, terwijl de 'onbezoedelde' Josefa een Rwandese is. Ze vonden dat ik de Congolezen als boosdoeners voorstelde, terwijl zij er net van overtuigd zijn dat de Rwandezen de hoofdschuldigen zijn van het drama dat zich nu al enige decennia in de regio voltrekt.

"Voor mij zat het uiteraard niet zo in elkaar. Ik heb bewust gekozen voor een een Congolese en een Rwandese actrice (die op scène ook elk in hun eigen taal spreken), omdat de problematiek de beide landen treft. En bovenal heb ik gezocht naar de meest geschikte mensen. In de hele regio organiseer ik al een jaar of tien ateliers en voorstellingen, met Congolezen, met Rwandezen en Burundezen. Zo brachten we tussen 2003 en 2006 in de drie landen meer dan 100 voorstellingen van Allah n'est pas obligé, een herwerking van het bekende boek over kindsoldaten van de Ivoriaanse auteur Amadou Kourouma.

Herkenning

De voorstellingen van Le bruit des os qui craquent in Congo, Burundi en Rwanda werden steevast gevolgd door een debat en getuigenissen van ex-kindsoldaten. "Dat was heel emotioneel. Velen kwamen me zeggen dat ze zichzelf herkenden in de personages op de scène. Getuigen is verre van evident. De meeste kindsoldaten zijn na hun demobilisatie immers nergens meer welkom. Ze worden tegelijk veracht en gevreesd. En het is nog erger gesteld met de meisjes-kindsoldaten die een paar illegale commandantskinderen met zich meebrengen. Daar wil haast niemand mee te maken hebben."

Bruggen slaan

Wat motiveert een Belgisch theatermaker om in een land als Congo een dergelijke problematiek aan te kaarten? En meer nog, haalt het wat uit? Mahauden glimlacht en haalt zijn schouders op. "Kunst kan de wereld niet veranderen. Evenmin is theater bedoeld om mensen van een ideologie te overtuigen. Waar het om gaat, is niet wat ze moeten denken maar dat ze het moeten doen. En in dat opzicht hebben we ons doel wel bereikt. De discussies over dader- en slachtofferschap liepen hoog op, evengoed als de menigen over de herintegreerbaarheid.

"Bovendien ligt de oplossing voor problemen als deze buiten het bereik van gewone burgers. En dat hoorde je ook tijdens die debatten. Elke keer opnieuw werd de straffeloosheid gehekeld. Als de verkrachters, de rebellenleiders die kinderen ontvoeren, de plunderaars systematisch zouden worden vervolgd, zouden dergelijke praktijken veel minder voorkomen. Daar is de burger rotsvast van overtuigd. Maar het gebeurt veel te zelden."

Dezer dagen is Le bruit des os qui craquent in het Brusselse Théâtre de Poche te zien met Nederlandse boventiteling. Voor Mahauden is het een kleine Belgische interlude, voor hij straks in Afghanistan een stuk op poten gaat zetten. "Bruggen slaan is onontbeerlijk. Naar een nieuw publiek evengoed als naar nieuwe kunstenaars. Als ons volgend stuk in Afghanistan speelt, dan is het omdat we beseffen dat er ook daar groot talent aanwezig is, en dat die mensen onze ervaring en technische ondersteuning goed kunnen gebruiken. Dat is voor mij even belangrijk als voor hen. Precies uit het doorzettingsvermogen van kunstenaars die werken in een moeilijke context, put ik ideeën, energie en hoop."

Le bruit des os qui craquent, van 31 januari tot 16 februari. www.poche.be