Direct naar artikelinhoud

Proces moordaanslag Hariri van start

In Den Haag is het langverwachte proces over de moord op premier Rafik Hariri van Libanon gestart. De vier verdachten, Hezbollah-aanhangers met banden in Syrië, zijn voortvluchtig.

De moord op Hariri in 2005 was een doelbewuste poging om het land in chaos te storten. Dat betoogde de aanklager voor het Speciale Tribunaal voor Libanon.

In het gerechtsgebouw stond een maquette van de plek des onheils. Behalve Hariri kwamen 21 mensen om bij een aanslag met een autobom in de Libanese hoofdstad Beiroet. Er vielen 226 gewonden. Aanhangers van Hezbollah worden verantwoordelijk gehouden voor de aanslag.

"De aanvallers gebruikten een buitengewone hoeveelheid explosieven (3.000 kilo, red.), veel meer dan nodig was om hun voornaamste doelwit om het leven te brengen", zei hoofdaanklager Norman Farrell. "Ze wilden er niet alleen zeker van zijn dat hij gedood zou worden, maar zonden ook een huiveringwekkende boodschap uit om paniek te veroorzaken in Beiroet en Libanon."

De aanklager zei dat de bewijslast gedeeltelijke bestaat uit gegevens van intensief onderling telefoonverkeer tussen de verdachten. Daardoor kon hun 'werkelijk identiteit' worden achterhaald. Ze hadden de aanslag minitieus voorbereid.

Neurenberg

Aanvankelijk werd de regering in buurland Syrië er van beschuldigd achter de aanslag te zitten, maar de vier verdachten worden aangemerkt als Hezbollah-aanhangers. Hezbollah is momenteel een belangrijke steunpilaar van de Syrische president Assad. Hezbollahstrijders vechten zij aan zij met regeringstroepen tegen opstandelingen.

De soennitische premier Hariri was fel gekant tegen de Syrische invloed in zijn land. De dodelijke aanslag zorgde voor een sterkte polarisatie in de samenleving, en het vertrek van de door veel Libanezen gehate Syrische troepen. Leiders van het sjiitische Hezbollah hebben steeds gezegd dat Israël de aanslag pleegde, om dat land in diskrediet te brengen.

In de beklaagdenbank hadden een veronderstelde Hezbollah-commandant, Mustafa Badreddine (52), en drie anderen moeten plaatsnemen, maar hun verblijfplaats is onbekend. Het is de eerste keer sinds de Neurenbergprocessen na de Tweede Wereldoorlog dat verdachten voor een internationaal tribunaal verstek laten gaan.

Volgens rechter David Re wordt aangenomen dat ze, indien aanwezig, 'onschuldig' zouden hebben gepleit. De raadslieden van de verdachten vinden dat ze voor een schier onmogelijke taak staan.