Direct naar artikelinhoud

Kindermishandeling leidt tot geweld op straat

Marokkaanse jongens in Nederland krijgen thuis veel vaker te maken met fysiek geweld dan autochtone Nederlandse jongens. Dat leidt er toe dat Marokkaanse jongens vaker zelf geweld plegen.

De Nederlandse psychologen Esmah Lahlah en Leontien van der Knaap en forensisch psycholoog Stefan Bogaerts (Universiteit van Tilburg) ondervroegen bijna 500 Nederlandse en Marokkaans-Nederlandse scholieren en jeugddelinquenten over huiselijk geweld. Pedagogische tikken, vloeken en schelden werden buiten beschouwing gelaten. Zaten wel in de bevraging: slaan met een riem, stok of ander voorwerp, bij de keel grijpen en de adem afsnijden, in elkaar slaan. De resultaten zijn opmerkelijk. Een op de vijf Nederlandse jongens kreeg al eens te maken met zwaar huiselijk geweld, tegenover een op de drie Marokkaanse jongens. Bij de Nederlandse jongens was minder dan een op de vijf ooit getuige van fysiek geweld tussen de ouders, bij de Marokkaanse jongens bijna de helft.

Negatief gedrag

Volgens Lahlah hebben kindermishandeling en de emotionele band tussen kinderen en hun ouders de grootste invloed op de jeugdcriminaliteit. Het verband tussen kindermishandeling en latere geweldpleging is duidelijk bij Nederlandse jongens, maar tekent zich nog veel sterker af bij Marokkaanse jongens in Nederland.

Terwijl de Nederlandse jongens in Lahlah's onderzoek in het afgelopen jaar bij gemiddeld 0,79 geweldsincidenten betrokken waren, lag dat bij Marokkaanse jongens met 1,82 incidenten twee keer zo hoog. Kindermishandeling verklaart volgens de onderzoekers ruim 50 procent van de oververtegenwoordiging van Marokkaanse jongens in de criminaliteitsstatistieken.

"Een zoveelste bewijs dat opvoeden met slaag weinig zoden aan de dijk zet", zegt kinderpsychiater Peter Adriaenssens. "Volwassenen spreken graag over het negatieve gedrag van jongeren, maar omgekeerd wordt er nog altijd weinig gesproken over het negatieve gedrag van volwassenen."

Toen hij als consulent aan de slag was in de gesloten jeugdinstelling Everberg kwam professor Adriaenssens geregeld in contact met Marokkaanse jongeren. "De populatie van die jongensgevangenis is in meerderheid van Marokkaanse origine. Er is geen voor de hand liggende verklaring waarom dat zo is, maar ik heb daar wel veel schrijnende verhalen over gewelddadige thuissituaties gehoord. Vaak werd die mishandeling door niemand opgemerkt of werd er niets aan gedaan."

Adriaenssens wijst ook op een opvallend generatieverschil. "Twintig jaar geleden werden er nog regelmatig Belgische kinderen bont en blauw het ziekenhuis binnengedragen. Vandaag zien we dat bijna niet meer. Onze samenleving heeft geweld uit de opvoeding geweerd. In India zie je bijvoorbeeld dat ouders hun kinderen wel slaan. Een pak rammel geven wordt bij ons niet meer aanvaard, maar elders soms wel. Dat vergt soms een aanpassing voor wie naar hier komt."

Sterk verband

"Integratie is een proces dat zich niet van vandaag op morgen voltrekt", vult professor Jenneke Christiaens, expert jeugdcriminologie, aan. "Marokkaanse gezinnen die naar hier migreren komen doorgaans ook niet uit de middenklasse. Huiselijk geweld hangt sterk samen met levensomstandigheden, zoals huisvesting, gezinsgrootte, inkomen,... Sommige groepen jongeren worden daardoor meer met geweld geconfronteerd dan anderen."

En dat heeft dan weer effect op het gedrag van de jongere zelf. "Het is een oude wet in de criminologie dat er een sterk verband is tussen slachtofferschap en daderschap", stelt Christiaens. "Criminaliteit wordt voor een stukje aangeleerd. Het geweld dat je hebt ervaren in je opvoeding wordt een deel van wie je bent."

Het Nederlandse onderzoek werpt een ander licht op de omstreden studie van Marion Van San, die in 2000 half Vlaanderen over zich heen kreeg toen ze op vraag van toenmalig minister van Justitie Marc Verwilghen (Open Vld) een onderzoek voerde naar het aandeel van allochtone jongeren in de jeugdcriminaliteit. Van San stelde vast dat er een duidelijke relatie was tussen bepaalde etnische identiteiten en criminaliteit. Volgens critici had Van San te weinig aandacht voor de sociaal-economische achterstelling die vaak ten grondslag ligt aan criminaliteit.

Een op de vijf Nederlandse jongens kreeg al eens te maken met zwaar huiselijk geweld, tegenover een op de drie Marokkaanse jongens

De Nederlandse jongens waren bij 0,79 gewelddelicten betrokken, bij de Marokkaanse jongens lag dat met 1,82 incidenten twee keer zo hoog

Kindermishandeling verklaart volgens de onderzoekers ruim 50 procent van de oververtegenwoordiging van Marokkaanse jongens in de criminaliteits- statistieken