Direct naar artikelinhoud

'Het is goedkoper een kind pillen te geven dan te praten'

Vorig jaar klopten 53.545 personen aan bij Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg. Een kwart van hen was jonger dan 17 jaar. 'Dat betekent vooral dat tienduizenden kinderen met psychische problemen geen hulp krijgen', zegt kinderpsychiater Peter Emmery.

Het is het vierde jaar op rij dat het aantal personen die naar de Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) stappen, stijgt. En ook de wachttijd nam de voorbije twee jaar toe. Meer dan 50.000 patiënten gingen er over de vloer, ruim 12.800 van hen was jonger dan 17. "Uiteraard zijn dat indrukwekkende cijfers", zegt kinderpsychiater Emmery. "Maar het bewijst vooral dat die centra overbevraagd zijn."

Een korte rekensom leert Emmery dat tienduizenden kinderen met psychische problemen eigenlijk niet de hulp krijgen die ze nodig hebben. "Een kwart van de bevolking in Vlaanderen is jonger dan 17. Anderhalf miljoen jongeren en kinderen dus. Wetenschappelijk onderzoek bewijst dat 10 procent psychische problemen heeft, 5 procent zelfs ernstige problemen. Dat zijn meer dan 75.000 kinderen."

Achterop hinken

Voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Psychiaters Geert Dom bevestigt het probleem. "De zogenaamde treatment gap in ons land is ongelooflijk groot. Dat is het verschil tussen het aantal mensen dat aan een stoornis lijdt, het aantal mensen dat hulp nodig heeft, en het aantal mensen dat daadwerkelijk hulp krijgt."

De geestelijke gezondheidszorg moet toegankelijker worden, daar zijn alle experts het over eens. De ambulante zorg (behandelingen of therapie die geen opname vereisen) moet verder en beter uitgewerkt worden. "De Vlaamse ambulante geestelijke gezondheidszorg faalt", zegt professor Dom. "Op internationaal vlak hinken we achterop. De situatie is schrijnend, zowel qua capaciteit als diversiteit."

Een eerste stap naar een toegankelijker geesteszorg is een terugbetaling van de psycholoog. Minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx (PS) werkt momenteel een plan uit om het beroep van psychotherapeut officieel te laten erkennen en zo een terugbetaling mogelijk te maken. Al benadrukt het kabinet dat zo'n terugbetaling nog niet voor morgen is. "Eerst moet er een stevig kader uitgewerkt worden. Het financiële aspect komt pas daarna."

De grote vrees bij de experts is dat het financiële luik op de lange baan zal worden geschoven. "Terwijl een terugbetaling essentieel is", zegt Emmery. "Je kan de geesteszorg niet toegankelijker maken zonder ze goedkoper te maken. Je kan de hoeveelheden antidepressiva die mensen nemen niet naar beneden halen als je niet investeert in therapie. Al besef ik in mijn meest cynische momenten dat het voor de overheid goedkoper is om een kind pillen te geven dan om er een uur mee te praten. Dit dossier ligt al meer dan tien jaar op tafel."

Vingers kruisen

Ook Geert Dom vindt dat een financiële hervorming noodzakelijk is. "Ik kan alleen maar hopen dat ze nu eindelijk werk zullen maken van een goed, wettelijk kader. Al moeten de initiatieven die nu op tafel liggen nog veel verder gaan."

De specialisten erkennen dat zowel de Vlaamse als federale overheid een aantal hoopvolle initiatieven heeft gelanceerd. "Al moeten ze wel hun beloftes nakomen", zegt Emmery. "De federale overheid ging negen projecten mee financieren om psychiatrische hulp aan huis mogelijk te maken. Nu trekken ze hun staart in. Sowieso loopt het in de uitvoering van heel wat projecten vaak mis en worden middelen niet of veel te laat toegekend."

Of het erkennen van de psychotherapie als officieel beroep en hieraan gekoppeld een terugbetaling eenzelfde lot is beschoren, blijft afwachten. Onkelinx krijgt alvast de steun van Groen, dat eerder al een wetsvoorstel indiende om psychotherapeuten en klinisch psychologen officieel te erkennen. Dat voorstel is gisteren door de Kamer in overweging genomen en wordt nu naar de Commissie Volksgezondheid doorverwezen.

Niet alleen psychiaters en psychologen kruisen de vingers, ook de Christelijke Mutualiteit hoopt dat de erkenning en terugbetaling er komt. Momenteel voorziet de CM zelf noodgedwongen een tegemoetkoming voor leden tot en met 25 jaar. "Het is positief dat de federale overheid dit ernstig neemt. Maar na woorden is het tijd voor daden", klinkt het daar.