Direct naar artikelinhoud

Norah Karrouche: Haremfeminisme, iemand?

Norah Karrouche is als historica verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, deed onderzoek naar en gaf les over narratieve identiteiten, migratie en culturele globalisering.

en aantal jaren geleden interviewde ik in Brussel een man die me vertelde hoe hij als student in Marokko per toeval terechtkwam op een besloten lezing van Fatima Mernissi, een van Marokko's meest prominente feministes. Ter gelegenheid van Internationale Vrouwendag sprak zij in een chique, traditionele woning in het hartje van de medina van Fez de lokale politieke elite toe over de rechten van de vrouw in hedendaags Marokko.

We schrijven 8 maart 1984. De man in kwestie heet Yaâkoub.

Op aanraden van zijn docent sociologie aan de universiteit van Fez was Yaâkoub die avond met enkele medestudenten naar de lezing getrokken. Tijdens de les eerder die dag hadden ze gediscussieerd over de gelijkheid tussen man en vrouw. De docent in kwestie beweerde dat de seksen wel fundamenteel ongelijk moesten zijn, want zo stond dat volgens hem niet in een, maar zelfs in meerdere boeken op schrift gesteld. En volgens diezelfde docent reproduceerde Fatima Mernissi achteloos een westers verhaal dat indruiste tegen de traditionele, Marokkaanse waarden.

Yaâkoub, destijds actief in de populaire maar clandestiene marxistische beweging, was verbolgen. Achteraf bleek de uitspraak van zijn docent een retorische truc, een lokmiddel om de studenten uit hun gebruikelijke quartiers en leesclubs naar de lezing van de progressieve Mernissi te krijgen. Zo kwam Yaâkoub, een plattelandsjongen in de stad, die avond terecht in een voor hem nieuwe en ietwat ongemakkelijk aanvoelende wereld: een bonte mengeling mannen en vrouwen die zowel traditioneel als westers gekleed gingen, afwisselend Arabisch en Frans spraken en wijn degusteerden op een steenworp van al-Qarawiyyin, het eeuwenoude centrum voor traditioneel islamitisch onderricht.

Na jaren rondzwerven in Europa kwam Yaâkoub uiteindelijk in Brussel terecht. Fatima Mernissi, die in tegenstelling tot Yaâkoub wél een geliefkoosd exportproduct bleek, keerde terug naar Marokko en maakte tot ver buiten de Maghreb furore met talrijke studies over vrouwen en islamitisch feminisme in haar thuisland en al die andere multiculturele samenlevingen die in de ogen van zovele politieke elites ondertussen zijn mislukt.

Toch bouwde Mernissi haar respectabiliteit ook op met het autobiografische Dreams of Trespass. Tales of a Harem Girlhood, dat ze in 1994 in het Engels op schrift stelde (en dat in vertaling verscheen als Het verboden dakterras). Fatima Mernissi groeide op in een traditionele, omwalde harem in Fez. De betekenis die Mernissi verleent aan de harem in de titel van haar memoires is evenwel ook metaforisch bedoeld. Het persoonlijke relaas van Mernissi speelt zich immers af tegen de achtergrond van de jaren veertig in Marokko, de laatste uitwassen van het Franse kolonialisme en de opkomst van de Arabisch-nationalistische beweging die haar beloftes, zoals de bewerkstelliging van de gelijkheid tussen man en vrouw, niet wist in te lossen toen ze de macht uiteindelijk in handen kreeg.

Omwalling moet weg

Yaâkoub ontmoette Mernissi zo'n dertig jaar na de onafhankelijkheid van Marokko en tien jaar voordat Dreams of Trespass verscheen. 1984 was een jaar waarin het land in rep en roer stond omdat de economie kwetsbaar en labiel bleek, een jaar waarin de onderbuik van de Marokkaanse samenleving middels talrijke volksopstanden opriep tot betere onderwijskansen, meer jobs en gelijke kansen voor vrouwen.

Hoewel ook in de Maghreb de tijd niet stil stond, blijft het maken van historische vergelijkingen ieders recht. Met Internationale Vrouwendag breekt jaarlijks een korte periode aan waarin ook ruimte gecreëerd wordt om de vooruitgang die feministes aller landen reeds boekten te gedenken.

Vooruitgang is echter een kwetsbaar goed. In deze contreien zijn de verhalen van vrouwen als Fatima en mannen als Yaâkoub minder bekend en erkend. Binnen de traditionele vrouwenbeweging leven andere vragen. Moet de vrouwenbeweging evolueren naar een genderbeweging waarin mannen met gelijke tred participeren? Welke plaats moet de nadruk op de eigen vrouwelijkheid daarbinnen spelen? Hoe kan het vaak elitaire karakter van het feminisme doorbroken worden? Zo wil de beweging ook vrouwen (en mannen) in armoede bereiken en ze beter betrekken bij haar werking. Die laatste groep wordt met de dag groter. Ze is ook sterk gekleurd. Over de verbondenheid van het lot van vrouwen en minderheden staat ondertussen veel op papier, maar in de feministische praktijk blijft het eerder stil. Ze is immers ook zeer blank.

"Dat blijft moeilijk", hoor je binnen die traditionele vrouwenbeweging. Los van occasionele samenwerkingsverbanden blijft structurele dialoog gering en thematisch selectief. Voor een betoging tegen vrouwenbesnijdenis of voor onderwijskansen van meisjes in het zuiden mobiliseren we met hopen, maar wanneer het zuiden hier dichtbij komt in de vorm van een andersoortige vrouwelijkheid of feminisme, dan is het iedere feminist(e) en iedere harem voor zich.

Omkering van de rollen

De ene harem is nu eenmaal de andere niet, ook dat wist Fatima Mernissi. In Dreams of Trespass is tevens een bijzondere rol weggelegd voor Mernissi's neef Samir. Wanneer hun grootvader besluit een nieuwe harem te bouwen op het platteland, denken de jonge Fatima en Samir samen na over hoe die eruit moet gaan zien. Tijdens het gesprek vraagt Mernissi zich af wat er zou gebeuren indien ze de mannen binnen en de vrouwen buiten de omwalling zouden plaatsen. Een eenvoudige omkering van rollen, maar net wanneer Fatima het gevoel krijgt dat ze tijdens dat gesprek vooruitgang boekt in haar redenering, vindt Samir dat ze de zaken nodeloos compliceert.

Mernissi vertelt daarover: "Dus stemde ik ermee in de vrouwen weer binnen en de mannen weer buiten te zetten en we gingen door met ons onderzoek. Het probleem was: dat van die muren gold wel voor onze harem in Fez, maar helemaal niet voor de harem op de boerderij." De ene harem is de andere niet, maar Fatima was vastberaden daar wat aan te doen.

De omwalling moest weg.

Sinds onze ontmoeting een aantal jaren geleden denk ik op 8 maart niet alleen aan die vele vrouwelijke feministen in noord en zuid, maar ook aan Yaâkoub, de man die in zijn woonkamer in Brussel in 2010 geamuseerd vertelde over die ene avond in 1984 in Fez, toen hij zich een loer liet draaien door een mannelijke socioloog en daardoor verliefd werd op het oeuvre van Fatima Mernissi.