Direct naar artikelinhoud

'Een lage hartslag voorspelt crimineel gedrag'

Een lage hartslag en verminderde activiteit of massa in bepaalde hersendelen vormen een opstapje naar crimineel gedrag, stelt de Britse criminoloog Adrian Raine. Hij pleit ervoor de anatomie van geweld serieus te nemen. 'De bewijzen zijn er. Maar de biologie ligt niet vast. Gebroken hersenen kunnen genezen.' Barbara Debusschere

Adrian Raine snijdt in The Anatomy of Violence het aloude 'nature-nurture'-debat diep open. Had iemand als Kim De Gelder altijd al een afwijking, zichtbaar op hersenscans, die ervoor zorgt dat hij ontoerekeningsvatbaar aan het moorden sloeg? Of is hij het criminele product van zijn omgeving? En wat moeten we met de antwoorden? Voor Raine, professor criminologie aan de universiteit van Pennsylvania, is de kwestie opvallend duidelijk.

"In een rechtszaal mag een hersenscan slechts even zwaar wegen als de andere relevante niet-biologische elementen, zoals een verleden van drugsgebruik of een problematische jeugd", zegt Raine. "Het kan nooit doorslaggevend zijn, want hersenen, genen en andere biologische factoren zijn maar voor de helft verantwoordelijk voor misdadig gedrag. Maar het zijn wel risicofactoren die we nu pas leren begrijpen. Decennialang is alle aandacht gegaan naar de sociale risicofactoren, waardoor we van misdadigers maar een half portret schilderen. Het is belangrijk het volledige portret te kennen. Alleen zo kunnen we misdadig gedrag doeltreffend aanpakken en zelfs voorkomen."

Met die visie stond Raine lang geïsoleerd. In de jaren 70 was het bon ton misdadig geweld toe te schrijven aan armoede, verwaarlozing en een rammelende schoolcarrière. Aangeven dat de oorsprong van misdaad aangeboren is, werd toen zeker gezien als een misser of zelfs als racistisch. Vandaag komt daar schoorvoetend verandering in. Raine was een van de eersten die PET-hersenscans maakten van veroordeelde moordenaars. Zijn schets van de 'anatomie van geweld' is grotendeels daarop en op latere onderzoeken gebaseerd.

Tweelingonderzoek

"Dat eerste onderzoek was een doorbraak. De prefrontale cortex van de veroordeelde moordenaars blijkt systematisch minder actief dan bij niet-criminelen. Dat hersengebied staat in voor plannen en impulscontrole. De moordenaars zijn minder dan gemiddeld in staat om zich te beheersen en dat zie je in de hersenen", zegt Raine. Mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis hebben dan weer 11 procent minder grijze materie in hun prefrontale cortex dan gemiddeld. Ook in de amygdala, de hippocampus, de angulaire gyrus en de temporale cortex ziet Raine op zijn scans hoe "het functioneren van bepaalde hersengebieden en ook de structuur ervan telkens anders is bij veroordeelde criminelen, psychopaten en mensen met een antisociale persoonlijkheid."

Een van de deelonderzoeken toont bijvoorbeeld dat mensen met een 'cavum septum pellucidum' stelselmatig een zwaarder strafblad hebben. Het gaat om een hersenstructuur waarbij een holte tussen de twee hersenhelften blijft bestaan, die zich normaal gezien tijdens de eerste zes maanden van de zwangerschap 'opvult'.

Raine koppelt de talloze hersenonderzoeken aan genetische en neuro-anatomische studies "die de biologische basis voor criminaliteit even overtuigend aantonen." Veel aandacht krijgt het tweelingonderzoek. Zo is bekend dat identieke tweelingen vaker hetzelfde 'antisociale gedrag' vertonen dan niet-identieke tweelingen, wat op een genetische basis wijst. Zelfs tweelingen die gescheiden zijn opgevoed vertonen die gedeelde neiging tot meer gewelddadig gedrag.

Tot nu toe hebben zowat honderd onderzoeken bij tweelingen en geadopteerde kinderen aangetoond dat ongeveer de helft van de verschillen in agressief gedrag aan de genen kan worden toegeschreven. Een van die genen is het MAOA-gen of 'krijgersgen', "een defect daaraan kan, over alle culturen heen, in verband worden gebracht met misdaad", zegt Raine.

Veel misdadigers blijken ook een haperend autonoom zenuwstelsel te hebben. Het is de 'mechaniek' in ons lichaam die voor dat gespannen gevoel zorgt wanneer we emotioneel geprikkeld zijn. Geweldplegers blijken systematisch "minder dan gemiddeld geprikkeld". De allerbeste biomerker in de neurocriminologie is dan ook veel eenvoudiger te lezen dan DNA-eigenschappen of de toch nog altijd ingewikkelde hersenscans. "Wil je voorspellen welk kind in een klas van dertig de grootste kans heeft om later in de criminaliteit te belanden, meet dan gewoon de hartslag", zegt Raine.

Strafblad

"Een lage hartslag voorspelt overduidelijk later crimineel gedrag. Het handige is dat het een diagnostisch zeer precieze, goedkope en makkelijk meetbare factor is. Ons onderzoek toont dat het een betere indicator is voor crimineel gedrag dan dat roken dat is voor longkanker."

Maar kan een minder actieve cortex of een lagere hartslag niet ook het gevolg zijn van een misdadig leven? Hoe zien 'gemiddelde normale hersenen' eruit? Wat is een 'antisociale persoonlijkheid'? En hoe komt het dat Raine zo overtuigd misdaad uit hersenscans afleidt terwijl president Obama honderden miljoenen dollars veil heeft voor hersenonderzoek omdat we nog maar zo weinig weten over de hersenen?

Raine geeft niet op alle vragen antwoorden. Naar aanleiding van de hersenscans op het proces-De Gelder zeiden neurologen dat een vergelijking met 'normale hersenen' steevast gebaseerd zou moeten zijn op minstens duizend anderen, omdat de complexe grijze klompen nu eenmaal zo enorm kunnen variëren. Raine: "Interessante vraag. Er is geen magisch aantal. Wij werken vaak met metastudies en dan heb je automatisch wel honderden of duizenden voorbeelden die je vergelijkt. Het klopt dat we veel nog niet begrijpen. Wat we wel zien zijn systematische verschillen in steeds dezelfde regio's bij mensen met een strafblad. Dat onderzoek is gepubliceerd in de toptijdschriften. We zíén die verschillen. Cruciaal is natuurlijk hoe je ze interpreteert."

Er een causaal verband in zien, is zo goed als uitgesloten, geeft de criminoloog toe. "Je kunt geen hersenscan maken op het moment van de misdaad en bewijzen dat dit defect in de prefrontale cortex de daad aangewakkerd heeft. Het dichtste bij een causaal verband komen we via patiënten die een specifiek hersenletsel opliepen. Tot nu toe stellen we vast dat schade aan de hersendelen die wij in verband brengen met misdadig gedrag, bij die mensen opmerkelijk vaak gelijkaardige gedragsveranderingen veroorzaakt", zegt Raine.

Een oorzakelijk verband is volgens hem evenwel niet essentieel. "Mij lijkt het belangrijker een hele lijst merkers te kennen die misdadig gedrag voorspellen, net zoals sociale factoren dat kunnen voorspellen. Niemand vraagt onderzoek dat een causaal verband aantoont tussen kinderarmoede en geweldpleging op latere leeftijd. Maar we nemen allemaal aan dat er een associatief en belangrijk verband is. Laten we hetzelfde doen met de biologische kenmerken."

Beschuldigingen van biologisch determinisme countert Raine door vooral te benadrukken dat de sociale factoren voor de helft doorslaggevend zijn. Raine: "Mijn eigen hartslag is met 48 slagen per minuut zelfs nog lager dan die van Theodore Kaczynski, de 'Unabomber'. Mijn hersenen lijken heel erg op die van seriemoordenaar Randy Kraft, met dezelfde activiteitspatronen in de prefrontale cortex. Ik zat ook in een bende als jongere, ik zoek sensatie op. Het zijn andere zaken in mijn leven die mij ervan weerhouden hebben een crimineel te worden. Misschien gaat het dan wel om liefde en geborgenheid. Het verband tussen de biomerkers die wij zien en uiteindelijk crimineel gedrag is een beetje zoals 'rillen' wanneer het zeer koud is. Alles is biologisch aanwezig om die reactie te vertonen, maar als het nooit heel koud wordt, doe je het nooit."

Bepaalde elementen zitten tussen biologie en sociale factoren. Een Deense studie toont hoe een combinatie van drie soorten 'moederlijke afwijzing' de kans op later crimineel gedrag verdrievoudigt. Een moeder die drinkt of rookt geeft twee tot drie keer meer kans op geweldpleging. Hetzelfde geldt voor geboortecomplicaties zoals zuurstoftekort. Voeding, vergiftiging met lood of andere metalen kunnen eveneens meespelen en de hersenen zodanig beïnvloeden dat de basis voor meer gewelddadig gedrag vorm krijgt.

Brave New World

Maar wat moeten we met al die kennis? Raines antwoord op die vraag is bepaald griezelig. Hij pleit voor 'biosociale interventies' op jonge leeftijd. Raine: "Onderzoek in een gevangenis in New Mexico toont dat hersenscans voorspellen wie zal recidiveren. Als dat kan, kunnen we in principe iedereen screenen op zijn of haar criminele neigingen zodat we misdaad kunnen voorkomen. Zelf zou ik het heel goed vinden mochten mijn kinderen op school al gescreend worden. Wanneer bij een kind alle sociale en biologische factoren aangevinkt zijn die een risico op crimineel gedrag inhouden, is het op dat moment perfect mogelijk bij te sturen. De biologie bepaalt ons lot niet. Bepaalde interventies zoals andere voeding, hersenstimulatie, meer sport, soms medicijnen, kunnen kwalijke evoluties afblokken. Mocht mijn zoon 70 procent scoren op die risicoanalyse, zou ik willen dat hij een trainingsprogramma volgt."

Op de vraag op welk percentage dan de grens ligt en of dit niet erg stigmatiserend en Brave New World-achtig is, zegt Raine: "De grens ligt misschien op 50 procent? Zo doen we dat met risico's op ziektes ook. En wat is meer stigmatiserend, een vroege multidisciplinaire zorg voor wie met bepaalde sociale en/of biologische valkuilen opgescheept zit of op jonge leeftijd een strafblad en het etiket 'jonge delinquent'? De huiver tegenover de neurocriminologie is begrijpelijk. Wie het deterministisch bekijkt, komt in een Brave New World terecht. Ik mag er niet aan denken dat ik opgesloten zou worden enkel op basis van mijn lage hartslag en afwijkend hersenbeeld. Maar we kunnen deze kennis inzetten om leed te voorkomen."

Toch gaat de rigoureuze academicus in zijn conclusies uit de bocht. Hij pleit niet alleen voor een screening van kinderen en 'herprogrammering', maar zelfs voor een op biomerkers voor misdaad gebaseerde ouderschapstest voor mensen met een kinderwens en een verplichte opsluiting en behandeling voor mannen boven de 18 die hoog scoren op biologische misdaadtests. Hoe dat leed kan worden voorkomen en of de meeste neurologen zich hier in zouden kunnen vinden, is een vraag die loodzwaar blijft hangen.

Op 31 mei geeft Adrian Raine een lezing op het symposium 'Schuld onder de schedel' in Gent. Meer info: www.schuldonderdeschedel.be.

Adrian Raine, Het gewelddadige brein. De biologische wortels van crimineel gedrag, Balans, 524 p., 24,90 euro. Vertaling: Gerrit Jan Zwier.