Direct naar artikelinhoud

De speeltijd is voorbij

Is onze welvaartsstaat in gevaar? Die even eenvoudige als dwingende vraag is het vertrekpunt van ‘De Stand van het Land’, het extra katern dat u vandaag bij deze krant vindt. Het is geen klassiek verkiezingskatern vol poppetjes geworden, maar een diepgravende doorlichting van het voorbije federale beleid en van de conditie waarin de NV België verkeert. Omdat wij denken dat het nodig is.

Is dus onze welvaartsstaat in gevaar? Het antwoord luidt: ‘Nog niet.’ Dat is tegelijk geruststellend en alarmerend. Geruststellend is dat er nog alternatieven zijn voor de doemscenario’s over de gedwongen afbraak van ons sociaal stelsel. Alarmerend is dat, na drie jaar onvooruitziend federaal beleid, de tijd echt wel opgebruikt is.

Vergeet B-H-V, dit is het echte probleem: de federale schatkist, waarin wij allemaal jaarlijks een kloek deel van onze welvaart storten, loopt almaar sneller leeg. Er zitten namelijk niet één maar drie gaten in de bodem: de deelstaten worden te royaal bediend, de sociale zekerheid slokt steeds meer middelen op om de vergrijzing te bekostigen en aan de door de crisis weer oplopende staatsschuld hangt een hoog renteprijskaartje. Dat los je niet op door extra belastingen te innen of fors te besparen alleen. Dat los je op door eerst en vooral in te grijpen in de structuur van de staat zelf.

De kwestie is dus niet of we een nieuwe staatshervorming nodig hebben, maar wel welke staatshervorming. Daar hebben we in deze merkwaardige campagne nog maar weinig over gehoord, en dat moet erg somber stemmen. Ook nu, op dit cruciale moment, blijft de kretologie domineren. Zo is het wel welletjes, de speeltijd moet nu voorbij zijn. We weten inmiddels wie vriendjes wil zijn met Bart De Wever en - vooral - wie niet. We horen dagelijks Joëlle Milquet in een stilaan hysterisch crescendo de ‘Vlaamse arrogantie’ aanklagen. En we zien partijen met een storende lichtzinnigheid het confederalisme als toekomstmodel omarmen, alsof een staat van structuur verandert zoals een mens ’s ochtends van ondergoed.

Terwijl het eigenlijk erg simpel is: mag de federale staat als gerant van onze sociale zekerheid en onze pensioenen versterkt worden, of mag dat niet meer? Dat zou de ware inzet van deze stembusslag moeten zijn. Want laat u vooral niet van de wijs brengen: niemand heeft erg veel zin in deze campagne, ook de politici en hun trouwste partijmilitanten niet, maar - vervroegd of niet - dit zouden wel eens de belangrijkste verkiezingen in lange tijd kunnen worden.

De uitdaging die erop volgt, is zo immens dat je je afvraagt welke politicus bij zijn volle verstand in de volgende regering wil gaan zetelen. Want ook als - áls - de staat hervormd geraakt, zal er ernstig gesaneerd moeten worden. Geen enkel taboe - nieuwe belastingen, minder uitgaven - zal daarbij overeind kunnen blijven. Het is evenwel de politieke krachtsverhouding die uit de stembus komt die zal bepalen waar de klemtoon komt te liggen.

Uw stemt telt dus op 13 juni, meer dan ooit. Murw en moe zijn we allemaal na drie jaar van opeenvolgende crisissen en regeringen, maar dit is niet het moment om af te haken. Op 13 juni wordt immers gebikkeld om de toekomst van dit land en van de welvaart van ons allemaal.