Direct naar artikelinhoud

Zelfportret (Yo - Picasso) Pablo Picasso, 1901

De Spaanse duivelskunstenaar Pablo Picasso (1881-1973) is een van de reuzen van de twintigste- eeuwse kunst. Een fragmentatiebom, een rebel, een beeldenstormer. Kleptomaan die van zijn collega-schilders stal met zijn ogen, vader van het veelkantige kubisme, man en minnaar van vele vrouwen.

JONG

Pablo Picasso was 19 toen hij uit Madrid in Parijs arriveerde. Hij had maar een rudimentaire kennis van het Frans, maar moet een ongelooflijke lefgozer zijn geweest. Vroegrijp, barstend van talent en overlopend van zelfvertrouwen werd hij meteen opgemerkt. Eind 1900 was hij al eens poolshoogte gaan nemen in de Franse hoofdstad. Begin mei 1901 reisde hij opnieuw naar Parijs. Hij werkte tegen de sterren op: hij had immers maar iets meer dan een maand om de 64 schilderijen te maken die zouden worden getoond in zijn eerste tentoonstelling bij de vermaarde galerie van Ambroise Vollard. De jonge Picasso liet zich inspireren door de belangrijkste kunstenaars van het moment: Van Gogh, Degas en Toulouse-Lautrec. Dit Zelfportret was het eerste nummer in de catalogus.

OGEN

De jonge Picasso beeldt zich af als schilder, een thema met een lange traditie in de kunst. Een voorstudie laat zien dat hij zichzelf aanvankelijk ten voeten uit en zittend aan een schildersezel portretteerde. In het uiteindelijke olieverfschilderij (73,5 bij 60 cm) zoomt hij in op zijn gezicht en bovenlichaam. Een uitstekende ingeving, want zo wordt de confrontatie directer en vallen de ogen van de schilder meer op. De jonge Picasso kijkt de toeschouwer zelfverzekerd aan. Tegelijk zit er een zweem van ironie in zijn blik. De priemende ogen zullen later een van Picasso's handelsmerken worden.

FOULARD

Behalve de ogen, valt de grote foulard op: het oranjegeel spat van het doek af. Picasso heeft de sjaal geborsteld met forse, korte en brede trekken in rood, geel en oranje. Even energiek heeft hij zijn witte hemd geschilderd, waarbij hij tussen de verfstroken het onbeschilderde canvas laat meespelen. Het contrast tussen het wild geschilderde witte hemd en de rustiger inktblauwe achtergrond, die hij verticaal heeft geborsteld, is erg groot.

YO PICASSO

Linksboven heeft hij in de blauwe verf zijn signatuur aangebracht: YO - Picasso ('IK - Picasso'). Het is de zoveelste demonstratie van zijn zelfvertrouwen en markeert zijn debuut als Picasso, de kunstenaar. Oorspronkelijk heette hij Pablo Diego Ruiz y Picasso, met daartussenin een resem heiligennamen. Pablo liet de familienaam van zijn vader ('Ruiz') vallen en nam in 1901 de achternaam van zijn moeder als artiestennaam.