Direct naar artikelinhoud

Literatuur in de geest van Dave Eggers en Bob Dylan

In het literaire luik van Crossing Border nemen de Amerikaanse letteren traditioneel een prominente plaats in. Gisteren in Antwerpen was dat tijdens het eerste gedeelte van de avond niet anders. Natuurlijk was ook Wim de Bie uitgenodigd, maar het zwaartepunt lag toch bij de Amerikanen, die er tezamen een boeiende avond van maakten. Het begon al een uur voor het officiële programma, toen zo’n honderd gelukkigen in het Baff-theater getuige mochten zijn van een minisymposium over uitgeverij McSweeney’s, het geesteskindje van auteur Dave Eggers. Diens geest was overigens duidelijk voelbaar aanwezig, want uiteraard wilde moderator Mark Schaevers wel eens weten wat Eggers nu eigenlijk deed bij de uitgeverij. Regeerde hij als een keizer over zijn imperium? Dat viel wel mee, grapte McSweeney’s-redacteur Eli Horowitz. “Het is meer als in The Last Emperor. We hebben een soort kind van zeven aan het hoofd staan”. Daarmee was de ontspannen toon van de bijeenkomst gezet, want ook Andrew Leland (redacteur van het maandblad The Believer) en Brent Hoff (van het dvd-magazine Wholphin) zaten er na drie dagen Crossing Border Den Haag uitermate relaxed bij. Toch ging Schaevers dapper op zoek naar het geheim van McSweeney’s. Waarom slaagden zij waar zoveel anderen faalden? Veel humor, jezelf vooral niet te serieus nemen en begrijpelijk Engels schrijven, dan was je al een heel eind, meende het drietal, dat uiterst relativerend sprak over de behaalde successen. Het debat werd drie keer onderbroken door voorleessessies van jonge auteurs die in McSweeney’s hebben geplubliceerd. Van hen maakte vooral de geestige John Brandon indruk.Hing in het eerste gesprek de geest van Eggers boven de tafel, in het tweede was het Bob Dylan die aanwezig was zonder lijfelijk aanwezig te zijn. In de Arenbergschouwburg ging Kristien Hemmerechts namelijk in gesprek met Suze Rotolo, het meisje met wie Dylan op de cover staat van zijn beroemde plaat The Freewheelin’ Bob Dylan. Hoewel Rotolo zelf benadrukte dat het boek dat ze had geschreven vooral over haar ging, wilden de toeschouwers en Hemmerechts uiteraard graag wat anders horen. Hoe ging dat dan, toen jij en Dylan verliefd werden, informeerde Hemmerechts. En wat trok je in hem aan? Maar Rotolo hield zich aanvankelijk goed op de vlakte. “Hij was een goede mondharmonicaspeler”, zei ze ontwijkend. En knap, nou nee, dat was hij niet echt. Maar gaandeweg het gesprek wist Hemmerechts haar toch wat meer confidenties te ontfutselen. Die pakten zonder uitzondering vernietigend uit voor de beroemde bard. Hij was een zwart gat dat alle energie uit zijn omgeving opslokte, zei Rotolo. Een grote egoïst, net als Picasso. Dit was slechts het topje van de ijsberg, voelde de zaal, maar meer, met name over Dylans seksuele escapades, liet Rotolo niet los. Veel loslaten, dat deed ook de derde Amerikaanse gast van de avond aanvankelijk niet. Dennis Johnson, een auteur die in het programmaboekje werd omschreven als een kruising tussen Elmore Leonard en Cormac McCarthy, en die er ook zo uitzag, leek weinig te (willen) begrijpen van de nochtans ter zake doende vragen die Anna Luyten hem voorschotelde. Pas toen het gesprek niet langer over emoties ging, maar over zijn manier van schrijven, kwam Johnson een beetje los. Des te verrassender was het dat hij prachtig bleek te kunnen voorlezen uit eigen werk. Toen hij klaar was met zijn tough guy-proza, deed hij toch nog een toegeving aan Luyten: het mooiste wat hij vandaag gezien had, zei hij, was een regenboog boven het Belgische dorpje waar hij logeerde.