Direct naar artikelinhoud

Een opera die staat als een huis

Twee zeer verschillende, eerder onbekende opera's gingen de voorbije week in première in Antwerpen en Brussel. Opera Vlaanderen zorgt voor een aangrijpende voorstelling, die evenwel niet voor doetjes is. En opvallend genoeg stelt de productie van De Munt teleur.

DER KÖNIG KANDAULES tot 24 april in Opera Vlaanderen (Antwerpen en Gent) www.operaballet.be

Overweldigend. Dat is het enige woord dat past bij Der König Kandaules van Alexander von Zemlinsky. Geen wonder dat hij in de jaren dertig van vorige eeuw niet opgevoerd raakte. De muziekgeschiedenis leert ons dat de intendant van de Metropolitan Opera in New York bevreesd was voor de reacties van het publiek op een naaktscène.

Het is waarschijnlijker dat hij het geheel niet aankon. Want de partituur is een emotionele tsunami: geen moment laat ze je los, ze sleurt je mee tot in je diepste angsten. Daarin herinnert ze aan Elektra of Salome van Richard Strauss, maar dan zonder het opzichtige tentoonspreiden van het eigen talent.

Eigenlijk staat ze dichter bij Alban Bergs Lulu, maar dan zonder het twaalftoonssysteem. Dmitri Jurowski heeft die muziek gelukkig niet proberen in te tomen (al vereist elke uitvoering uiteraard grote beheersing). En de drie hoofdrollen zijn uitstekend bezet met Dmiry Golóvnin als Kandaules, Gidon Saks als Gyges en Elisabet Strid als Nyssia.

Naaktheid

Even overdonderend is wat we te zien krijgen: een decor van zes ruimtes over drie verdiepingen, een paleis in roestvrij staal als een overgedimensioneerde designkeuken.

Daarin toont de Oekraïense regisseur Andrij Zholdak ons niet het verhaal ("Een koning is zeer rijk maar zijn grootste rijkdom is de schoonheid van zijn vrouw. Het hoogste geluk zou voor hem zijn als hij die schoonheid kon delen met een ander. Maar dat loopt verkeerd af") maar wat er achter het verhaal zit: gedachten, angsten, verlangens, agressie. Kortom: wat er zich afspeelt in het onderbewuste van de personages.

Hij doet dat met een stortvloed van gelijktijdige en opeenvolgende beelden, gebeurtenissen, nevenverhalen, dieren (vissen, ratten), maar ook projecties van teksten en tekens van licht en zelfs nieuw verzonnen personages. Twee perfect geregisseerde kinderen bijvoorbeeld (de kinderen die Kandaules en Nyssia niet kunnen hebben), die met hun horrorgedrag en angstaanjagende spelletjes als spoken door het paleis waren.

De naaktheid van Nyssia en de daaropvolgende erotische scène met Gyges zouden heden ten dage natuurlijk banaal zijn. Zholdak had met andere woorden gelijk om de erotiek als perverse freudiaanse fantasie over het hele stuk te spreiden. Voor de gewraakte scène heeft hij een oplossing in diezelfde lijn gevonden. Want zeg nu zelf: wat is er naakter dan een vis?

Wie niet terugschrikt voor een pakkende, aangrijpende avond, moet deze voorstelling gezien hebben.

BÉATRICE ET BÉNÉDICT tot 6 april in het Muntpaleis (Tour & Taxis), Brussel www.demunt.be

Helikopters cirkelen boven het Muntpaleis, de tent die de Munt heeft laten optrekken op het terrein van Tour & Taxis om de vertraging in de renovatie van het eigen huis te overbruggen. Ze zullen dat de hele duur van de voorstelling blijven doen. Ook heeft men na de aanslagen van vorige week nog snel een veiligheidssluis geïnstalleerd voor de ingang. En de avond begint met een minuut stilte en het Belgisch volkslied. België in oorlog?

Ook de voorstelling van Béatrice et Bénédict begint met een oorlogsscène - maar dat was al lang voor de aanslagen bedacht. Toch is de laatste opera van Berlioz een kleine komedie, die geïnspireerd is op Shakespeares Much Ado about Nothing. 'Vrij naar', zoals dat toen de gewoonte was. De Franse regisseur Richard Brunel vond dat iets te vrij en heeft daarom de gesproken teksten herschreven, enkele nummers omgegooid, het personage van Somarone ('grote ezel') meer gewicht gegeven en het geheel wat dichter bij Shakespeare gebracht, onder meer door een nieuw evenwicht te vinden tussen beide liefdesparen. Het geheel is er niet veel doorzichtiger van geworden en er schort duidelijk iets aan het dramatische tempo van het stuk, dat soms heel snel evolueert en dan weer tientallen minuten zo goed als stilstaat.

Ook de opeenvolging van komische en lyrische momenten (waaronder het sublieme vrouwenduet 'Nuit paisible et sereine') heeft vaak iets kunstmatigs. Het decor, een gebombardeerde kerk waar de burgers toevlucht hebben gezocht en dan later hun relatiespelletjes met de soldaten spelen, is evenmin van aard om betovering op te wekken.

Rest nog de muziek. Berlioz heeft de complexiteit van de gevoelens in de orkestpartituur gelegd, terwijl de zangers vooral mooie melodieën zingen. De Munt heeft een overtuigende bezetting gevonden. Vooral de vrouwen (Anne-Cathérine Gillet als Héro, Stéphanie d'Oustrac als Béatrice en Eve-Maud Hubeaux als Ursule) zijn in hun jeugdige overmoed aan elkaar gewaagd. Jérémie Rhorer jaagt het Muntorkest soms iets te snel door het notengefladder, maar vindt dan weer een mooie terughouding waar het sentiment dreigt toe te slaan.

Overigens: het Muntpaleis is een knappe tent en met een beetje elektronische bijsturing ook akoestisch best genietbaar. Nu nog zien of ze ook de mogelijkheid biedt om betere producties te herbergen.