Direct naar artikelinhoud

De vrouw die de Beatles overleefde

Hoewel de Beatles zelf maar tien jaar bestaan hebben, is er iemand die élf jaar in het oog van de Beatlemania heeft gestaan: Freda Kelly, de secretaresse van de band. Nu is er een bijzondere documentaire over haar verschenen. 'De fanclub van The Beatles is de beste die ooit bestaan heeft.'

Kelly werd in 1962 als zeventienjarige in dienst genomen door Beatlesmanager Brian Epstein voor zijn toen nog zo goed als onbekende groepje. Elf jaar later zou ze als allerlaatste het licht uitdoen op het Beatleskantoor in Liverpool.

Een echte insider dus, maar wel een uiterst discrete, want een halve eeuw heeft Freda gezwegen, tot regisseur Ryan White een uiterst charmante en amusante documentaire aan de loyale secretaresse wijdde: Good Ol' Freda, naar het koosnaampje dat de Beatles haar gaven op een van de plaatjes die ze exclusief voor hun fanclub opnamen.

En die fans, daar deed Freda het allemaal voor, zo vertelt ze de dag na de Belgische première op het Docvillefestival in Leuven: "Niemand nam destijds die gillende tieners serieus. Maar ik wél, want ik was een van hen." Een handtekening van George? Een lok van Ringo? Een foto van Paul? Een stukje van de broek van John? Freda zorgde ervoor. "Waarom? Omdat ik zelf vanaf het prille begin Beatlesfan was: van de zowat driehonderd optredens die ze in hun beginperiode in The Cavern speelden, heb ik er bijna tweehonderd gezien, schat ik. Kortom: I knew what made them tick. En dus gaf ik de fans - naar godsvrucht en vermogen - wat ze wilden."

Thuis wonende tiener

Kelly runde de Beatlesfanclub al voordat ze door Epstein in dienst werd genomen, iets waardoor ze wel zeer direct de gevolgen van Beatlemania leerde kennen: omdat een fanclub nu eenmaal een adres nodig heeft, had Freda (op dat moment nog een thuiswonende tiener) er niet beter op gevonden dan haar eigen adres te gebruiken.

"The Beatles waren toen alleen een beetje bekend in en rond Liverpool en niemand kon op dat moment vermoeden wat er komen zou. Tot 'Please Please Me' opeens een nummer 1-hit in Engeland werd: eerst kwamen er een paar brieven, die enkele brieven werden al snel een bundeltje per dag en voordat we het goed beseften moest de postbode opeens met de bestelwagen langskomen om de post te brengen.

"Hele zákken arriveerden bij ons thuis! Mijn vader kon er niet mee lachen, want opeens bleken we allerlei onbetaalde rekeningen te hebben: die zaten ergens tussen die fanmail in al die postzakken bij ons thuis (lacht). En het werd nóg erger toen even later ook de rest van Europa The Beatles ontdekte. Gelukkig kon ik het fanclubadres nog voor 1964 veranderen, want toen begon ook de Amerikaanse fanmail binnen te stromen."

En nadien is de stroom brieven eigenlijk nooit gestopt: "Niet zo lang geleden lag er zelfs nog een brief in de bus waar als adres alleen 'Freda Kelly, England' op stond - dat volstond blijkbaar, want die brief is netjes aangekomen (lacht). Onwaarschijnlijk. Destijds schreven de mensen vaak gewoon 'Beatles, England' op de brief. En dat kwam aan! Neen, ik kan echt alleen maar goeds vertellen over de service van de post."

Omdat de fanmail voor de Beatles van overal ter wereld kwam, kreeg Freda al snel ook overal ter wereld assistentie om de fans tevreden te houden: "Op het hoogtepunt hadden we wereldwijd bijna veertig secretaressen in dienst. Dat weet ik omdat ik elk jaar een cadeautje voor elk van hen moest kopen. Ik kon bijvoorbeeld geen Duits en ik had dus geen idee wat de Duitse fans schreven: die brieven gingen dus in een doos naar Duitsland, naar de secretaresse daar."

Ook de fans kregen al eens een cadeau: "Sommige fans geloofden écht dat de Beatles die cadeautjes voor hen kochten. Ik wil hier jaren na de feiten geen illusies aan diggelen slaan, maar ik was dus diegene die dat allemaal kocht (lacht). Al waren het wél de Beatles die ervoor betaalden. Want vergis je niet: die fanclub kostte The Beatles een enorm pak geld. Alleen al mijn postrekening was afschuwelijk hoog. Ik weet wel dat ze de kosten van de fanclub als aftrekpost voor de belastingen gebruikten, maar toch."

Andersom stuurden fans ook allerlei dingen naar The Beatles: een kussen, bijvoorbeeld, met de vraag of Ringo erop wou slapen. En of dat kussen nadien alstublieft teruggezonden kon worden? Het kussen in kwestie werd niet alleen teruggestuurd, de als fan denkende Freda zorgde er ook voor dat Ringo écht een nachtje op het kussen sliep. Vond ze dat zelf dan niet een beetje ver gaan? "Waarom? Op een kussen slapen is toch een kleine moeite?"

Ook voor The Beatles zelf moest het bij voorkeur echt zijn: Brian Epstein was bijvoorbeeld ooit op het briljante idee gekomen een rollend stempelkussen te kopen, waardoor het zetten van handtekeningen een stuk vlotter zou gaan: "Maar John vond dat idee van Eppie maar niks, hij vond het niet écht, denk ik. En ik was er ook niet voor. Ik had een paar handtekeningenboeken met die roller gestempeld, maar soms drukte dat een naam maar half af en op andere momenten liep de inkt dan weer uit, en dan verknoeide je het kostbare handtekeningenboek van een fan. Ik dacht: zo zou ik mijn handtekeningenboek niet willen terugkrijgen. En dus heb ik die roller nadien stilletjes laten verdwijnen en nooit meer gebruikt - zonder iets tegen Brian Epstein te zeggen, natuurlijk, want hij was echt wel De Baas."

Stukjes hemd of broek

En dus bleven de Beatles eindeloos handtekeningen zetten? "Ach, dat is toch geen moeite? Je kunt toch perfect handtekeningen op foto's zetten terwijl je aan tafel zit te praten of iets anders doet? Ze vonden het ook niet erg en ze hebben er nooit één keer over geklaagd. En ik had nochtans élke keer een pak dingen bij om te tekenen.

"Het klinkt misschien melig, maar het was echt waar: de Beatles verzorgden hun fans en ze waren totaal open ten opzichte van hun fans. Zéker in hun begindagen, want nadien werd dat natuurlijk gewoon fysiek onmogelijk. Ik ben misschien bevooroordeeld, maar de Beatlesfanclub was volgens mij echt wel de beste fanclub die er ooit geweest is: ik kan me niet voorstellen dat een andere fanclub ooit hetzelfde heeft gedaan."

Niet dat Freda op élke vraag zomaar "ja" zei: "Een haarlok, daar zorgde ik voor, want ik ging bij hun kapper het geknipte haar ophalen. Stukjes hemd of broek stuurde ik ook op: dat was geen moeite. Ik kwam vaak bij hun families over de vloer en als ze thuis een oud hemd achtergelaten hadden, vroeg ik gewoon: 'Uncle Jim (de bijnaam van McCartneys vader, nvdr), mag ik dat meenemen?' Maar er waren ook fans die bijvoorbeeld om afgeknipte nagels van The Beatles vroegen. Die kregen een 'no'."

"Het meest akelige dat ooit per post gearriveerd is, kwam van een fan uit Brazilië: een spin. Een lévende spin. Een hele grote, harige, levende spin, in een doos! Ik heb die doos héél snel weer dichtgedaan, maar omdat ik de spin niet wou doden en ik niet wist of ze giftig was, heb ik ze toen maar naar het School of Tropical Medicine gebracht. Ik heb nog altijd geen flauw idee waarom iemand een spin naar de Beatles wou zenden.'

In 1972 stopte Freda niet alleen als secretaresse van The Beatles, ook de officiële fanclub en het kantoor waar ze werkte werd opgedoekt: "Omdat ik het niet over mijn hart kreeg om de post die er op het einde nog overbleef weg te gooien, heb ik hem naar huis meegenomen. Drie jaar heb ik er uiteindelijk over gedaan om op mijn eentje die overblijvende post te beantwoorden. Maar elke Beatlesfan die schreef heeft uiteindelijk antwoord van mij gekregen. Waarom ik dat deed? Omdat ik nu eenmaal zo in elkaar zit, mijn beste: the job has got to be done. En eens loyaal, altijd loyaal."

Zo is dat: Beatles forever.