Direct naar artikelinhoud

Zonnekoning verliest van gelijkheid

De Turkse verkiezingen zijn uitgedraaid op een kleine revolutie. President Erdogan verliest zijn absolute meerderheid, en dat heeft hij vooral aan zichzelf te wijten. Zijn verlies gaat bijna volledig naar de linkse, pro-Koerdische HDP-partij, die opkomt voor de rechten van vrouwen en holebi's.

Dat de politieke opdoffer voor Erdogan enorm is, blijkt uit het feit dat hij zich zondagavond urenlang terugtrok uit het openbare leven. Geen mediaverklaringen, geen speech voor de militanten van zijn AKP-partij. Pas gisternamiddag trad de president opnieuw op het voorplan. Om te verklaren dat "de mening van de natie boven alles staat". Hij hoopt dat alle partijen de resultaten "realistisch en gezond zullen benaderen".

Erdogan, die sinds 2002 altijd een comfortabele meerderheid scoorde, had gehoopt dat zijn partij het deze keer nog beter zou doen en meer dan 55 procent zou halen. Met dat plebisciet wilde hij via een referendum een grondwetsherziening doorvoeren waarmee het zwaartepunt van de macht naar de president zou verschuiven. Dat had van Erdogan de machtigste man in Turkije gemaakt sinds het overlijden van Mustafa Kemal Atatürk, de legendarische stichter des vaderlands.

Maar die droom is niet uitgekomen. Meer nog: het ziet ernaar uit dat Erdogan zijn hand heeft overspeeld. Zijn ambitie om zich als president te versterken en het parlement te verzwakken, heeft veel kiezers afgeschrikt. De AKP strandde op 41 procent, een verlies van 9 procent. Erdogan heeft het risico genomen om van de verkiezingen een referendum over zijn eigen positie te maken, en dat is verkeerd uitgedraaid: 60 procent van de Turken wil geen oppermachtige president Erdogan.

Ongetwijfeld heeft die tegenvallende score ook te maken met het feit dat Erdogan het voorbije decennium behoorlijk wat Turken heeft teleurgesteld. Niet het minst omdat de economische groei de afgelopen vijf jaar afnam van 10 naar 3 procent. Het inkomen van de Turk is sinds 2007 niet toegenomen. Erdogan kreeg ook af te rekenen met een aantal corruptiezaken waaruit bleek dat zijn systeem aan het verrotten was. En dan was er nog het gedoe met zijn nieuwe presidentiële paleis: 1.150 kamers, 550 miljoen euro. De uitspraak dat hij een nieuw dak boven zijn hoofd nodig had omdat er in zijn vorige ambtswoning kakkerlakken zaten, zorgde voor internationaal hoongelach. Er waren te veel indicaties dat de president zich als een zonnekoning begon te gedragen, en dat heeft hij bij de verkiezingen cash betaald.

Opmerkelijk is wel dat het stemmenverlies van Erdogan bijna volledig naar de linkse, pro-Koerdische HDP-partij is gevloeid. De HDP haalt een score van 13 procent en springt daarmee ruim over de kiesdrempel van 10 procent. Voor het eerst in de geschiedenis zal een pro-Koerdische partij in het Turkse parlement zetelen. HDP heeft zich kunnen profileren als een moderne, linkse, seculiere partij met een aantal verfrissende ideeën. Zo hanteert de partij een strikte man-vrouwgelijkheid: 50 procent van het partijkader en de verkozenen moeten vrouwen zijn, en voor holebi's wordt een quotum van minstens 10 procent gehanteerd. De partij is ook uitgesproken ecologisch, kant zich tegen nucleaire energie en steunde in 2013 de protesten in het Gezipark in Istanbul, waarbij honderdduizenden mensen zich tegen de autoritaire stijl van Erdogan kantten. Dit verklaart meteen waarom sommigen HDP beschouwen als de Turkse zusterpartij van het Griekse Syriza en het Spaanse Podemos. Met dat vooruitstrevende imago slaagde HDP erin om ook in westelijke steden als Istanbul en Izmir enkele cruciale procentpuntjes binnen te halen.

De vooruitstrevende standpunten inzake vrouwen- en holebirechten vinden trouwens hun oorsprong in de linkse, marxistische traditie van de PKK, de gewapende Koerdische onafhankelijkheidsbeweging. Mauro Desira, stafmedewerker van het Koerdische Instituut in Brussel: "Het was PKK-leider Abdullah Öcalan die het radicaal- linkse gedachtegoed introduceerde. Gelijkheid is voor de Koerden erg belangrijk, en dat betekent dat vrouwen een belangrijke rol spelen in de beweging. Ook de nadruk op holebirechten is een erfenis van Öcalan (die sinds 1999 in de gevangenis zit, KOV)."

Verslagen in Kobani

Turkije-kenner Dries Lesage van de Universiteit Gent: "HDP is een niet-religieuze partij. Dat maakt dat ideeën over gendergelijkheid makkelijker toegang vinden." Maar Lesage plaatst bij het 'Syriza- gevoel' wel een groot vraagteken. "HDP heeft een fris imago. Maar ik ben er zeker van dat de meeste Turken zullen lachen met die vergelijking met Syriza. Je kunt er namelijk niet omheen dat HDP in de eerste plaats een pro-Koerdische partij is die dweept met Öcalan en nauwe contacten onderhoudt met de PKK."

Dat laatste blijkt ook uit de Turkse verkiezingskaart: de HDP scoort vooral sterk in de oostelijke Koerdische regio's (zie kaart). Lesage: "Ook dit is zeer pijnlijk voor Erdogan. Want bij de presidentsverkiezingen in 2014 scoorde hij daar nog heel goed. Zondag is gebleken dat hij al die stemmen in een jaar is kwijtgeraakt."

Dat zoveel Koerdische kiezers niet meer op de AKP stemden, heeft volgens Lesage veel te maken met de slag om Kobani. Toen IS-strijders deze Syrische stad vlak bij de Turkse grens in september vorig jaar overrompelden, wilde Erdogan niet dat Koerdische PKK-strijders de stad verdedigden. Dit leidde over heel het land tot hevige Koerdische protesten, die het leven kostten aan bijna dertig mensen.

"Je zou kunnen zeggen dat Erdogan in Kobani is verslagen", stelt Lesage. "Niet de beschuldigingen van corruptie, niet de omstreden reddingsoperatie bij de mijnramp van mei 2014 en ook niet de betogingen in het Gezipark hebben hem een nederlaag bezorgd. Het was in Kobani dat het fout is gelopen. Erdogan stond onder zware internationale druk om met zijn regeringsleger iets te ondernemen tegen de IS-strijders. Maar de PKK zag zo'n interventie niet zitten en wilde zelf troepen naar Kobani sturen. Dat vond Erdogan dan weer geen goed idee, omdat hij vreesde dat de PKK hierdoor militair sterker zou worden. Hij zat totaal vast. Het resultaat was dat er een halfslachtige interventie kwam van Koerdische strijders uit Irak."

Mocht het beloofde vredesproces met de Koerden wel zijn gelukt, dan had Erdogan zondag veel meer kans gehad om een nieuwe monsterscore te halen. Lesage: "Maar hij heeft dat vredesproces niet ten volle willen doorvoeren. Hij was bang dat een toenadering met de Koerden hem stemmen zou kosten aan andere nationalistische partijen zoals de centrumlinkse CHP en de rechtse MHP. Vandaar dat zijn vredeskoers heel ambigu was en dat hij zelfs stokken in de wielen stak van bepaalde vredesinitiatieven die hij zelf had geïnitieerd. Op die manier bracht de president enkele ministers in diskrediet, en dat is natuurlijk ook er schadelijk."

Kortom: door het vredesproces te beginnen verloor Erdogan stemmen aan nationalistische concurrenten. Door het vredesproces te blokkeren, verloor hij dan weer Koerdische stemmen. Lose-lose.

Hoe het nu verder moet met Turkije is niet duidelijk. Eén ding is dat wel: Erdogan blijft nog altijd de belangrijkste politicus van het land. Theoretisch kan de gehavende AKP proberen een minderheidsregering te vormen, maar de kans is groot dat er de komende dagen pogingen zullen worden ondernomen om een coalitie te smeden. Daarbij is de kans reëel dat Erdogan eerst gesprekken aanknoopt met Selahattin Demirtas, de leider van HDP. Voor de verkiezingen waren er al onderhandelingen aan de gang waarbij de president meer rechten voor de Koerden beloofde in ruil voor steun voor zijn grondwetswijziging.

Ook de sociaaldemocraten van de CHP en het extreemrechtse MHP zijn mogelijke coalitiepartners. Het feit dat die drie kleinere partijen momenteel luidop verklaren dat zij niet met Erdogan in zee willen, moet eerder worden gezien als een manier om de prijs op te drijven dan als een definitief veto.

Mauro Desira hoopt dat de ultra-nationalistische en conservatieve MHP geen regeringspartner wordt. "Want dat is echt een recept voor polarisering. Dan krijg je een pro-Koerdische winnaar die op een stug rechts blok zal stuiten."

Gematigdheid

Lesage is dan weer ongerust over het feit dat de AKP in de Koerdische gebieden is weggevaagd. Hierdoor zou de gematigdheid in het vredesproces wel eens kunnen verdwijnen, redeneert Lesage. "De AKP is enorme aantallen Koerdische kiezers kwijt. Dit is een drama. De grote populariteit van de AKP in het zuidoosten was immers een basis om de vrede in Turkije te verankeren. Hoewel geen enkele Turkse leider ooit zoveel voor de erkenning van de Koerden heeft gedaan, heeft Erdogan het niet afgemaakt. Zo werd hij een makkelijke prooi voor de radicaal-nationalistische partijen die hebben gewonnen. Of dit een definitief vredesakkoord dichterbij brengt, moet nog blijken. Ook in dit verhaal zijn de verantwoordelijkheden gedeeld."

De financiële markten reageerden alvast ongerust op het nieuwe Turkije. De beurs kende een terugval van 8 procent, en ook de lira kreeg rake klappen.